Opgemerkt
Vluchtelingen
De vluchtelingenproblematiek leidt tot een duidelijke spagaat. Enerzijds hebben we als christenen de plicht om onze naasten de helpende hand te bieden. Anderzijds overspelen de westerse democratieën hun vermogen om adequate hulp te bieden. Waarom schieten de rijke golfstaten niet te hulp? De meeste vluchtelingen zijn immers toch etnisch en/of religieus gelieerd aan deze oosterse culturen?
Het commentaar van RD 1-9 legt de vinger bij het probleem van de uitgeprocedeerde asielzoekers. Velen van hen zien kans om via de media de aandacht op zich te vestigen om op deze dubieuze manier toch nog een verblijfsvergunning te bemachtigen. Wie regeert er in dit land: de massa of ons kabinet met parlement?
Ook Wim van Schaik legt in RD 1-9 in een instruerend artikel uit dat het Bijbels niet te verdedigen is om onbeperkt zo veel vluchtelingen toe te laten. Hij vreest voor islamisering van onze samenleving, waarvan we de eerste contouren al opmerken. Ik merk daarbij op dat de notie van Bijbelse barmhartigheid door velen verkeerd wordt geëxegetiseerd: „de vreemdeling in de poort” (Deut. 14:21) is niet te vergelijken met de huidige massa-immigratie; bovendien moest hij zich aanpassen aan de joodse wetten. Het knechtvolk van Abraham behoorde tot zijn huisgezin en werd besneden. Ruth, de Moabitische, paste zich geheel aan de Joode cultuur aan en mocht zo ook Israëls God door genade omhelzen.
Hoewel Europa reeds zeer geseculariseerd is, mogen we zuinig zijn op wat er nog over is van onze joods-christelijke cultuur met haar democratische instellingen. Helaas moeten we constateren dat dit alles onder druk staat door de snelle islamisering van West-Europa. Er is maar één oplossing mogelijk: de grenzen sluiten en de vluchtelingen ter plekke, in hun eigen regio, de helpende hand bieden. Regeren is vooruitzien. Anders zie ik het donker in, om met de Duitse filosoof Oswald Spengler (1880-1936) te spreken: ”Die Untergang des Abendlandes”.
W. Kok
Veenendaal
Vluchtelingen (II)
Met verbazing heb ik de bijdrage van Wim van Schaik in RD 1-9 gelezen. Ik vermoed dat hij zondags wat anders hoort in de kerk: Heb u naaste lief als uzelf. Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Ik vraag me af of hij nog net zo zou denken als hij zelf vluchteling zou zijn. Als kleine zijsprong wil ik er even op wijzen dat als de Amerikanen en de Engelsen, Polen, noem maar op, zich op dezelfde manier hadden opgesteld, Duits wellicht nu onze landstaal was geweest.
Leo den Hertog
Zelhem
Klederdracht
In RD 4-9 werd aandacht besteed aan mijn opmerking, gedaan bij het afscheid van onze burgemeester in Staphorst, dat ik van mening ben dat onze burgemeester niet in klederdracht zou moeten verschijnen op Prinsjesdag in Den Haag. De motivatie waarom ik dit van mening ben ontbrak in dit artikel. Ik wil mijn opmerking graag even toelichten.
De vertrekkende burgemeester heeft tijdens zijn ambtsperiode zeer regelmatig aangegeven dat hij zich stoort aan de negatieve beeldvorming over onze gemeente in de media. Veelal wordt Staphorst neergezet als een wat achtergebleven gebied. Regelmatig kunnen we lezen of horen dat als men wil aangeven dat iets ouderwets is of niet meer van deze tijd, daaraan toegevoegd wordt: „Wij zijn Staphorst toch niet?” Dat doet veel mensen pijn, onder wie de burgemeester en niet in de laatste plaats mij persoonlijk. Niet voor niets woon ik al ruim 35 jaar met veel plezier in Staphorst.
Met mijn opmerking bedoelde ik het volgende te zeggen. Is het nu wel zo handig om als burgemeester in klederdracht te verschijnen in den Haag op Prinsjesdag, als je regelmatig aangeeft dat je je stoort aan de negatieve beeldvorming over Staphorst in de media als zijnde een achtergebleven gebied? Niets meer en niets minder heb ik willen zeggen. Bij de wisseling van burgemeesters vond ik dit een goed moment. Ik heb gesproken tijdens de afscheidsvergadering als fractievoorzitter van de ChristenUnie in de gemeenteraad van Staphorst. Ik heb mijn bijdrage niet vooraf doorgesproken met mijn fractie.
Dik Vedder
Fractievoorzitter ChristenUnie Staphorst
Boeddha
In RD 31-8 geeft J. Mastenbroek in zijn column zijn mening over het boeddhisme naar aanleiding van een vrouw die nepgeld verbrandde als offer voor de Boeddha. Hij eindigde zijn column met de opmerking dat de Boeddha een valse godsdienst verspreidde en daarom met deze ceremonie een „koekje van eigen deeg” kreeg gepresenteerd.
Ik ben christen en geen boeddhist, maar het geeft geen pas om deze opmerking te plaatsen over een godsdienst waarvan men kennelijk geen kennis heeft genomen. De Boeddha heeft nooit dit soort ceremonies gepropageerd, integendeel, hij was er wars van. Als men de santenkraam rond de roomse Mariacultus in zuidelijke landen ziet, is hiermee toch ook nog niets gezegd over het Evangelie van Jezus Christus?
Hans Koster
Den Haag
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 7 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 7 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's