Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof en wetenschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof en wetenschap

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn laatste twee columns gingen over geloof en wetenschap. In die bijdragen concentreerde ik me vooral op de betekenis van God de Schepper voor de geschapen werkelijkheid en voor het beoefenen van wetenschap in die werkelijkheid. Daarop heb ik een aantal –tegengestelde– reacties gekregen. Daaruit blijkt hoezeer het onderwerp de lezers bezighoudt, maar ook hoe verschillend er over gedacht wordt. Binnen de beperkte ruimte van een column wil ik een aantal punten benadrukken waarover christenen het toch eens zouden moeten kunnen worden.

Het onderwerp is dus geloof en wetenschap. Maar zo kort geformuleerd kan er gemakkelijk een misverstand ontstaan. Het is namelijk geen conflict tussen geloof én wetenschap, maar over het christelijk geloof verbonden met de wetenschap én het geloof in de wetenschap. Dat wetenschapsgeloof is in onze cultuur sinds de verlichting overheersend.

Ook de evolutietheorie en de daarmee verbonden evolutionistische levens- en wereldbeschouwing worden door dat wetenschapsgeloof bepaald. Christenen hebben zich terecht daartegen gekeerd. Dat zijn aan de ene kant de (quasi)wetenschappelijke creationisten, die op grond van het Bijbelse scheppingsverhaal een wetenschappelijk creatiemodel propageren. En daarbij hoort dan bijvoorbeeld de stelling dat een scheppingsdag een gewone dag van 24 uur is. Anderen pleiten ervoor om die dagen als tijdperken te zien. In mijn columns en artikelen heb ik me in navolging van calvinistische/reformatorische filosofen daar altijd tegen gekeerd. De Bijbel geeft geen wetenschappelijke modellen van de schepping. Gods openbaring gaat over God de Schepper en over het geschapen zijn van alles. Zo gauw wij die openbaringsgegevens in een wetenschappelijk model onderbrengen, gaat het mis.

Dat gebeurt ook met de scheppingsdagen. Wie die als gewone dagen voorstelt, beseft eigenlijk niet dat daarmee de diepte en onbereikbaarheid van die dagen als scheppingsdagen, als Gods dagen, tekort worden gedaan. In navolging van Calvijn, en vooral ook van de calvinistische filosoof Herman Dooyeweerd, spreek ik liever van wijze onwetendheid. Daarom wijs ik zowel een wetenschappelijk scheppingsmodel als een evolutiemodel af. En benadruk ik de betrekkelijkheid van alle wetenschappelijke theorieën.

Tegen deze laatste positie komen die christenen in het geweer die zich al langere tijd of sinds kort verzoend hebben met de gedachte dat schepping van God door middel van de evolutie tot stand is gekomen. Een van hen heeft ook een reactie op mijn columns geschreven. Hij valt mij aan op de idee dat ik vanuit het christelijk geloof waarin Christus als de Waarheid wordt beleden, zeg dat wetenschappelijke kennis niet waar kan zijn, maar slechts juist is. Hij bestrijdt dit door te zeggen dat het toch waar is dat de slag bij Nieuwpoort in 1600 plaatsvond?

Natuurlijk is dat waar, dat leert mij overigens niet de geschiedeniswetenschap, zoals de schrijver zegt. Het is gewoon een waar historisch feit. En zo zijn er ontelbare, ware alledaagse feiten en gebeurtenissen. Mijn punt is echter dat het wetenschapsgeloof de Waarheid claimt. En daarom zeg ik dat in religieuze zin –dus op het geloofsniveau– voor de christen geen enkele theorie waar, maar (hoogstens) juist is. Op het geloofsniveau is de Waarheid een Persoon: Jezus Christus!

De criticus vindt bovendien dat mijn „wetenschapsfilosofische exercities vooral bedoeld zijn om me de evolutietheorie van het lijf te houden.” Let op: hij schrijft over de allesomvattende evolutietheorie. Al jaren volg ik de discussies rond evolutionisme. Verder heb ik er bijna veertig jaar college over gegeven. Wat betreft de evolutie aanvaard ik partiële evolutie alleen indien die constateerbaar is en dus te verifiëren is; bijvoorbeeld binnen de soorten. Het speculatieve van het neodarwinisme verwerp ik, en velen met mij.

Voor de christen zijn er bovendien grensproblemen en grensvragen binnen de wetenschap waarvoor geen definitieve oplossing of een definitief antwoord is. Zo wordt door een christen die een synthese met de evolutietheorie aanvaardt tegenwoordig onterecht beweerd dat de eerste levende cel –met alle daarbij horende informatie– spontaan uit chemische en fysische processen zal zijn ontstaan. Wetenschappelijk gezien is er voor de genoemde speculatie geen enkele grond. Daarom moet die op wetenschappelijke gronden worden afgewezen. Maar laat bovenal de aanvaarding van God als Schepper van de oorsprong van het leven een Godsgeheim! „Waar was jij toen Ik de aarde schiep?” (Job 38).

Egbert Schuurman is emeritus hoogleraar in de reformatorische wijsbegeerte in Delft, Eindhoven en Wageningen en oud-fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Eerste Kamer. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Geloof en wetenschap

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's