Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Erfgoed ontsluiten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Erfgoed ontsluiten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederland kent een grote hoeveelheid religieus erfgoed. Daar is de laatste jaren veel belangstelling voor gekomen. De aandacht richt zich vooral op kerken en kerkinterieurs, maar naar de zin van prof. dr. A. A. den Hollander te weinig op het religieuze erfgoed in bibliotheken en archieven. „Die bronnen vertellen de context, het verhaal. Nu hij sinds dinsdag hoogleraar religieus erfgoed is, hoopt hij daar verandering in te brengen.

De Amsterdamse hoogleraar is blij met zijn benoeming. Tot vorige week combineerde hij zijn baan als hoogleraar voor de geschiedenis van het religieuze boek aan de Vrije Universiteit –twee dagen per week– met een professorschap aan de Universiteit Antwerpen. Daar doceerde en bestudeerde hij de geschiedenis van de spiritualiteit in de Nederlanden tot circa 1750 – drie dagen per week. „Ik heb een groot deel van mijn loopbaan twee banen naast elkaar gehad, maar dat is niet ideaal. Doordat de afstand tussen Amsterdam en Antwerpen flink is, kun je op beide plekken je werk niet doen zoals je dat zou willen doen.” Nu een en ander geconcentreerd is aan de Vrije Universiteit verwacht Den Hollander zijn werk beter en efficiënter te kunnen doen.

De nieuwe leerstoel religieus erfgoed is mede mogelijk gemaakt door De Ruusscher Stichting, die onder meer sociale en culturele activiteiten van Waalse instellingen in Nederland ondersteunt. De focus van Den Hollander zal daarom liggen op de „cultuur en de identiteit van religieuze migrantengemeenschappen in Nederland, in het bijzonder die van de Waalse Kerk”, zo vertelt de hoogleraar in een kamer van de faculteit godgeleerdheid in het gebouw van de Vrije Universiteit aan de Amsterdamse De Boelelaan.

Waarom deze leerstoel?

„Jaren geleden had ik mijn eerste contact met de Waalse kerk hier in Amsterdam. De kerk bezint zich op haar toekomst als reactie op de ontkerkelijking en het verdwijnen van haar positie als ”schuilplaats van de Franse taal”. Hoe kunnen we als kerk een passende rol spelen in de gemeenschap van Amsterdam? Het kerkbestuur heeft een cultuurplan laten opstellen dat in 2014 is aangenomen. De kerk wil het prachtige kerkgebouw aan de Oudezijds Achterburgwal, in het oude centrum, ook gebruiken voor debat, cultuur, muziek en zo de waarde van de Waalse kerk zichtbaar maken.”

Onderdeel van het plan is een cultuurhistorisch hoofdstuk, om de historische waarde van de Waalse kerk en haar gedachtegoed zichtbaar te maken voor Amsterdam. Hij is gevraagd om mee te denken over de invulling ervan.

Het erfgoed van de Waalse kerk –en dat geldt breder dan alleen voor deze kerk– is niet iets van het verleden alleen. „Het is ook een bron voor herbronning: waar staan we nu als kerk? Religieus erfgoed is zo een ”gesprekspartner” voor instellingen, zoals de kerk –maar ook bijvoorbeeld voor de Vrije Universiteit–, vooral op die momenten wanneer er keuzes moeten worden gemaakt. Daarvoor is onderzoek nodig. Daar hoop ik een bijdrage aan te leveren.”

Den Hollander wil samen met de Waalse Kerk in de rijke geschiedenis van de kerk zoeken naar thema’s die te verbinden zijn met de actualiteit. „Neem zoiets als de Bartholomeüsnacht in 1572, die voor veel hugenoten de aanleiding vormde om te vluchten, ook naar de Nederlanden. Die nacht zou de Waalse Kerk jaarlijks kunnen herdenken, en dan samen met anderen kunnen stilstaan bij vluchtelingen en de vervolgde gelovigen nu.

Of neem de berijmde psalmen. Die hebben hun wortels in het Franse calvinisme van Genève. Psalmen hebben nog altijd de belangstelling van veel mensen. Waarom zou je als Waalse Kerk niet een ”nacht van de religieuze poëzie” organiseren? Zo zijn er meer ideeën.”

Biedt het Frans als taal in de diensten misschien ook een kans gezien de vele immigranten uit Franstalig Afrika?

„Dat zou kunnen. Temeer omdat de Waalse Kerk van oorsprong een kerk van vluchtelingen is. Tegelijk zie je cultuurverschillen die niet altijd eenvoudig te overbruggen zijn. Ook geloofsbeleving en -inhoud van de verschillende Franstaligen sluiten niet altijd op elkaar aan. De Waalse Kerk is weliswaar een calvinistische kerk, maar wel in een moderne vorm.”

Welke onderwerpen gaat u onderzoeken?

„Ik ben vooral geïnteresseerd in de vroege periode, toen de eerste geloofsmigranten eind zestiende eeuw naar plaatsen als Middelburg, Leiden en Amsterdam kwamen. In het begin hielden de Frans- en de Nederlandstaligen samen diensten, maar al snel kregen de Franstaligen ruimte om eigen predikanten te beroepen en Waalse kerken te stichten.”

Scheepvaartmuseum

Den Hollander gaat in zijn werk nog meer de samenwerking zoeken met andere instellingen om het religieus erfgoed bij een groter publiek onder de aandacht te brengen. „Dat moet ook in deze tijd. Van wetenschappers wordt gevraagd dat zij de waarde van hun wetenschappelijk werk nog meer ten goede laten komen aan de maatschappij. Ik wil daarom gaan samenwerken met musea. Dat kan gaan om het Bijbels Museum, maar ook om het Scheepvaartmuseum of het Rijksmuseum, of buitenlandse instellingen, zoals Museum Plantin-Moretus in Antwerpen. Zulke instellingen zoeken actief de samenwerking met wetenschappers op.”

Religieus erfgoed moet niet alleen in een vitrinekast liggen, vindt Den Hollander. „Ik probeer het erfgoed altijd in te brengen in mijn colleges. Ik laat studenten graag met historisch materiaal werken. Dat trekt geen volle zalen, maar er komen wel geïnteresseerden op af die hun ervaring weer meenemen naar hun eigen werkterrein.

In die lijn wil ik graag een internationale summerschool gaan organiseren waarbij geïnteresseerden van buiten hetzelfde kunnen doen. In Antwerpen heb ik daar goede ervaringen mee opgedaan. Mensen vinden het fascinerend om eeuwenoud materiaal uit archieven en bibliotheken in handen te hebben. De geschiedenis gaat dan leven. Zo worden verhalen uit het verleden opgediept.”

Museum Catharijneconvent in Utrecht vormde tot nu toe de spil wat betreft het thema religieus erfgoed. Gaat u met het museum samenwerken?

„Tot nu toe zijn er losse contacten geweest. Het museum is zeker een van de partijen waarmee ik wil gaan samenwerken. In eerste instantie ga ik werken met VU-collega prof. Mirjam van Veen, die net samen met haar Amerikaanse collega Jesse Spohnholz een NWO-onderzoeksproject naar zestiende-eeuwse vluchtelingen in het Rijnlandgebied is begonnen. Binnen Nederland hoop ik ook activiteiten met de Nederlandse Hugenoten Stichting te kunnen ontplooien.”

Laboratorium

Den Hollander is de eerste hoogleraar religieus erfgoed in Nederland. Hij wil zich vooral ook richten op de bibliotheken en archieven. „Het boek, in de brede zin van het woord, is en blijft voor het onderzoek naar de geschiedenis van het protestantisme een belangrijk medium. Geschreven en gedrukte bronnen heb je ook nodig om de –historische– context van ander materieel erfgoed, zoals interieurstukken en gebouwen, te kunnen plaatsen. Juist in bibliotheken en archieven vind je het verhaal van het religieus erfgoed. Nu is er voor die kant te weinig aandacht.

Belangrijk erfgoed vormt de Waalse bibliotheek die zich in Leiden bevindt. Daar wachten nog talloze schatten om opgedolven te worden. In samenwerking met de Commission de l’histoire des églises et de la bibliothèque Wallone” en de Leidse conservator oude drukken en bijzondere uitgaven, Anton van der Lem, hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan de verdere ontsluiting van deze bibliotheek.”

Hoe is het gesteld met de aandacht voor het religieus erfgoed in Nederland?

„Het religieus erfgoed krijgt veel belangstelling. Dat is goed. Tegelijk heeft dat een oorzaak: de secularisering. Mensen maken zich zorgen over het verdwijnen van zaken die eeuwenoud zijn en waar ze waarde aan hechten.”

Is dat echt zo? Is het niet een kleine groep geïnteresseerden die echt belangstelling heeft voor religieus erfgoed?

„In vergelijking met tien, twintig jaar geleden is er veel meer aandacht voor het onderwerp. Maar het onderzoek is nog beperkt. Geldtekort speelt daarbij ook een rol. Het is onze taak als wetenschappers en erfgoedinstellingen om ook het grote publiek geïnteresseerd te krijgen.”

Maar geschiedenis, laat staan kerkgeschiedenis, boeit weinig mensen. Hoe ziet uw reddingsplan eruit om ook bij een volgende generatie interesse voor het religieus erfgoed te wekken?

„We moeten optimistisch zijn, maar ons tegelijk bescheiden opstellen. Wil je jongeren bereiken, dan zal dat toch vooral via het reguliere onderwijs moeten. Daarom wil ik samenwerken met lerarenopleidingen, zoals de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Jongeren kun je bereiken via andere jongeren en hun levensbegeleiders. Dat zijn ouders, maar vooral ook docenten. De samenwerking met het onderwijs van de Groningse kerkinterieurkenner Justin Kroesen vind ik inspirerend.

In Antwerpen is het mij vaak opgevallen hoeveel schoolklassen je bij de musea ziet. Veel, heel veel. En ze luisteren ook aandachtig. Ik heb weleens navraag gedaan hoe dat komt. In Vlaanderen blijkt er in het onderwijscurriculum veel meer tijd voor dit soort activiteiten beschikbaar te zijn dan in Nederland. Daarom zou ik zeggen: laten we in Nederland ook die ruimte creëren. Alleen zo kun je als school jongeren bij het erfgoed brengen. Onbekend maakt onbemind. Leer je jongeren musea en andere erfgoedinstellingen te bezoeken en omgaan met erfgoed, dan heeft dat zijn effect.”

>>rd.nl/kerkbreed

In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een bepaalde gebeurtenis of ontwikkeling in de breedte van het kerkelijk leven. Vandaag prof. dr. A. A. den Hollander. Hij is sinds dinsdag 1 september hoogleraar op de leerstoel religieus erfgoed aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.


Prof. dr. A. A. den Hollander

August den Hollander werd in 1963 geboren in Oosterhesselen (Drenthe). Hij studeerde theologie aan de Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam. In 1997 promoveerde hij hier –cum laude– op een dissertatie over Nederlandse Bijbelvertalingen in de periode 1522-1545. Na diverse academische aanstellingen werd Den Hollander in 2002 hoogleraar (UvA) voor de studie van het Nederlandse godsdienstige boek. In 2006 werd hij hoogleraar voor de geschiedenis van het religieuze boek in Nederland en hoofdconservator bijzondere collecties; vanaf 2008 adjunct-directeur van de universiteitsbibliotheek. In 2012 volgde de benoeming tot hoogleraar voor de geschiedenis van de spiritualiteit in de Nederlanden tot circa 1750 te Antwerpen. Per 1 september is hij hoogleraar religieus erfgoed aan de VU.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Erfgoed ontsluiten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's