Maranatha
„Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maranatha.”
1 Korinthe 16:22
Paulus voegt het woord Maranatha toe, een samengesteld Syrisch woord. Volgens de toenmaals gebruikelijke taal betekent het ”Onze Heere komt”.
Ongetwijfeld ziet de apostel hier op de joodse ban, die ze Niddui en Schemata noemden. Degenen die door een anathema van de gemeenschap van de tempel en van de synagoge, en van de omgang der mensen verstoten waren, konden –wanneer zij zich bekeerden – nog genade verkrijgen. Maar over wie een Schemata of Maranatha uitgesproken was, die werd aan Gods rechtvaardige straffen overgegeven en voor eeuwig verloren geacht.
Zo dreigt ook de apostel al degenen die Jezus niet liefhebben met Gods streng oordeel. Die Jezus, Die ze in leer en leven veracht hebben, zal eens komen als een rechtvaardige Rechter om de smaad die Hem door liefdeloosheid en verachting aangedaan is, met eeuwige straffen te wreken.
Om van dit Maranatha, deze voor de vromen een blijde maar voor de goddelozen een verschrikkelijke toekomst, meer te spreken en te horen komen wij in de voorhoven des Heeren bij elkaar. Nodig is dat wij allen onze harten van de wereld aftrekken en ons tot de betrachting van het goddelijke Woord overgeven.
Koenraad Mel, predikant te Hersfeld
(”Bazuinen der eeuwigheid”, 1752)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 25 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 25 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's