Werkende vrouwen? Prima, maar laten we onbetaald werk niet vergeten
Het aantal vrouwen dat werkt, is de afgelopen tien jaar sterker toegenomen dan het aantal mannen met een baan, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) begin deze week.
Wat in eerste instantie opvalt, is de groei van de arbeidsparticipatie onder vrouwen in de leeftijd van 15 tot 25 jaar en van 45 tot 75 jaar. Meer jonge vrouwen en meer vrouwen boven de 45 jaar komen dus aan werk. Toch is dat niet zo verwonderlijk. Vaak hebben deze vrouwen (nog) geen kinderen of kinderen buiten de basisschoolleeftijd, en daarom meer ruimte om te kunnen werken. Sowieso is het positief dat 45-plussers weer aan het werk komen, gezien hun penibele situatie op de arbeidsmarkt in de afgelopen crisisjaren.
Talenten benutten
Lange tijd domineerden de mannen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Daar kwam de laatste halve eeuw verandering in. Arbeidsparticipatie van vrouwen juichen wij toe, daar zijn we eerlijk in bij het CGMV. Ook vrouwen mogen hun talenten benutten en vormgeven aan hun ideaal, vak of roeping door middel van betaald werk. Maar voor hen geldt, net zo goed als voor mannen: het mag niet doorslaan, alsof betaald werk het einde van alle tegenspraak is.
Volgens ons draait het in de samenleving niet om betaalde participatie alléén, ongeacht of het nu mannen of vrouwen betreft. Onze zorg is of er bij al het participatiegeweld en de jacht op het maken van carrière voldoende ruimte overblijft voor de opvoeding en de zorg en aandacht voor de kinderen en het gezin. Met andere woorden: het sociale cement. Het gezin vormt een belangrijke pijler voor de toekomst van een stabiele samenleving. Het zou funest zijn om daarop te beknibbelen.
Maar niet alleen het gezin vraagt om inzet, ook het omzien naar en de zorg voor onze kwetsbare naasten zijn en blijven belangrijk. Het gaat hierbij om een groep die steeds groter wordt nu er medisch gezien meer mogelijk is en mensen ouder worden.
We zien om ons heen dat de overheid zich terugtrekt uit bepaalde domeinen van de maatschappij en dat ze wil dat wij met elkaar, mannen en vrouwen, taken zoals mantelzorg op ons nemen. Op die manier komen we in ons dagelijks leven niet zelden in een spagaat terecht. Werk, gezin en zorg voor (zieke of hulpbehoevende) familieleden; alles en iedereen heeft aandacht nodig, en dus ligt het gevaar van een burn-out op de loer. Dit kan alleen worden voorkomen met een goede balans tussen werk- en zorgtaken. Meer vrijheid om het eigen werk in te delen en te kiezen op welke tijd en plaats je dat doet, kan helpen om daarin tot een evenwicht te komen.
Vrijwilligerswerk
Bij alle euforie over de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen dienen we al met al niet uit het oog te verliezen dat onbetaald werk belangrijk blijft: het vrijwilligerswerk mag niet worden vergeten. Het is toch al moeilijk om mensen te vinden voor vrijwilligerswerk. Denk aan de hulp die nodig is in verpleeghuizen en hospices, op scholen en bij verenigingen.
Ook mag vrijwilligerswerk niet ondersneeuwen en aan banden worden gelegd door bijvoorbeeld beperkingen vanuit de WW.
Laten we eerlijk zijn: zonder de inzet van vrijwilligers kraakt het bestel dat we met elkaar hebben opgebouwd in al zijn voegen. Onbetaald participeren is goud waard, in ieder geval niet minder dan betaald werk. En daar moet volop ruimte voor zijn. Laten we ervoor zorgen dat dit zo blijft of zelfs toeneemt.
De auteur werkt als bestuurder bij de christelijke vakorganisatie CGMV. Reageren? sociaal@refdag.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's