VN „diep geschokt” door wreedheden Syrië

O’Brien noemde op een persconferentie in de Syrische hoofdstad Damascus de aanvallen op burgers „onwettig en onacceptabel”, en wil dat er direct een einde aan komt. De persconferentie vormde het einde van een driedaags bezoek aan Syrië. O’Brien sprak met regeringsfunctionarissen en bezocht de provincie Homs.

Zondag kwamen bij een aanval van regeringstroepen op Duma, een voorstad van Damascus, bijna honderd burgers om het leven. Het was een van de aanvallen met de meestel dodelijke slachtoffers in het land sinds de oorlog in maart 2011 uitbrak. „Ik ben vooral geschokt door de berichten over de luchtaanvallen van gisteren”, zei O’Brien. „Ik ben ontzet door het totale gebrek aan respect voor het leven van burgers in dit conflict en ik maak me extreem grote zorgen over het welzijn van de 4,6 miljoen mensen die vastzitten op moeilijk te bereiken plekken of plekken die worden belegerd.”

Vanuit Turkije hekelde het hoofd van de oppositionele Syrische Nationale Coalitie de luchtaanvallen op Duma. Khaled Khoja drong er bij de internationale gemeenschap op aan om de personen achter de „bloedbaden en oorlogsmisdaden” te vervolgen bij het Internationaal Strafhof in Den Haag (ICC).

De Syrische minister van Justitie, Najm el-Deen Ahmad, zei dat de autoriteiten zich geen zorgen maken over aanklachten bij het ICC. „Het zijn de criminelen die zich zorgen moeten maken, en we hebben bewijzen van hun betrokkenheid”, aldus de minister in een verwijzing naar de oppositie. Ahmad had bovendien forse kritiek op Turkije, dat volgens hem mensen traint die in Syrië aan het moorden en plunderen slaan. De Syrische regering bereidt volgens Ahmad rechtszaken voor tegen deze mensen.

De VN-Veiligheidsraad schaarde zich gisteren vrijwel unaniem achter de plannen van de speciale VN-gezant voor Syrië. De VN-gezant voor Syrië, Staffan de Mistura, wil de strijdende partijen in Syrië uitnodigen om deel te nemen aan vier werkgroepen die door de VN worden geleid. De Mistura kwam met dat idee omdat de partijen nog niet zover zijn om aan directe vredesbesprekingen te beginnen.

Het Iraakse parlement heeft gisteren bepaald dat de belangrijke Iraakse stad Mosul vorig jaar door toedoen van de vorige Iraakse premier Nuri al-Maliki in handen is gevallen van Islamitische Staat (IS). Hij zou het gevaar van IS niet goed hebben ingeschat en corrupte bevelhebbers hebben aangesteld. Mogelijk komt het tot een proces tegen Maliki.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen