Opgemerkt
Decembermoorden
In RD 28-7 stond een afbeelding van Harry Sugrim Oemrawsingh, een van de vijftien slachtoffers van de Decembermoorden. In de jaren zeventig werkten we beiden bij het rekencentrum van de Technische Universiteit Delft. Naast zijn dagelijks werk deed hij ook promotieonderzoek. Eind jaren zeventig keerde hij terug naar Suriname. Hij werd universitair docent aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname te Paramaribo.
Met zijn Delftse rekencentrumkennis ontwikkelde hij het universitaire rekencentrum dat in 1980 officieel werd geopend en waarvan hij de eerste directeur werd. In maart 1982 werd zijn tweelingbroer, hoogleraar aan dezelfde universiteit, vermoord. Ondanks de gevaren bleef Harry Sugrim Oemrawsingh op zijn post, tot hij op 8 december werd gevangengenomen en nog diezelfde nacht met veertien anderen op gruwelijke wijze vermoord.
Enkele jaren geleden was ik samen met mijn vrouw in Suriname. Ik bracht een bezoek aan het door Harry Sugrim Oemrawsingh ontwikkelde rekencentrum. Met heel veel waardering werd er over hem gesproken. Een bezoek aan Fort Zeelandia, de plaats waar de moorden hebben plaatsgevonden, maakte diepe indruk op ons. De beschadigingen door de kogels en een eenvoudige plaquette met daarop de vijftien namen zijn de stille getuigen van een gebeurtenis die nooit had mogen plaatsvinden. In het bijzonder keek ik naar de naam Harry Oemrawsingh, ooit een bijzonder mens en wetenschapper. Een smartelijk verlies voor zijn vrouw en twee kinderen en een groot verlies voor de universiteit van Suriname.
Prof. dr. ir. M. Looijen
Oudewater
Munitietekort
Er bestaat ophef over het feit dat het Nederlandse leger een tekort heeft aan munitie (RD 3-8). Die ophef begrijp ik niet. Al jarenlang wordt er verregaand bezuinigd op het leger. Iedereen kan weten dat het zo niet langer door kan gaan. Enkele jaren geleden werd Den Haag al gewaarschuwd door deskundigen. Zij waarschuwden dat het Nederlandse leger onherstelbaar aangetast wordt als het kabinet doorgaat met de bezuinigingen.
Tankbataljons zijn intussen opgeheven. Nu zijn we zover gekomen dat er zelfs onvoldoende kogels zijn. Hopelijk worden ze in Den Haag wakker. Dit kan namelijk echt niet.
De reacties van de Kamerleden Pechtold en Slob zijn ronduit beschamend. Zij grappen over het feit dat Jean Debie van de militaire vakbond VBM een cynische opmerking maakte dat de soldaten nu pang-pang moeten roepen omdat de kogels op zijn. Zijn beide Kamerleden vergeten dat in mei 1940 vele soldaten met een gebroken geweer en weinig of helemaal geen kogels hun jonge leven hebben gegeven in de strijd tegen een goed bewapende vijand? Als beide Kamerleden dat beseffen, zullen ze hopelijk niet meer zo snel zeggen dat mensen kennelijk niet tegen een grapje kunnen.
E. Ritmeester
Hardinxveld-Giessendam
Gelijkheid man-vrouw
De theoloog Hans Burger stelt dat hij in de toenemende gelijkheid van man en vrouw de heilzame invloed van het Evangelie op de ontwikkeling in onze cultuur ziet, omdat in Christus man en vrouw voor God gelijk zijn (RD 20-7).
Mijns inziens spreekt hieruit een optimistische visie op het gelijkheidsdenken in onze cultuur. Ziet hij dit ook bij een ander punt van de Franse Revolutie, namelijk het vrijheidsideaal? Voor zover mij bekend is het christelijk antwoord daarop: vrijheid in gebondenheid. Parallel hieraan lijkt mij het antwoord op een verabsoluteerd gelijkheidsideaal: gelijkheid in verscheidenheid.
Daarom is het van groot belang om steeds de consequenties van theoretische beschouwingen –hoe helder ook vanuit Bijbelse uitgangspunten afgeleid– te toetsen aan wat de Schrift zelf op dat concrete punt leert. Immers, als mensen –ook theologen– zijn wij feilbaar. Dit is een van de toetsingsprincipes die ik als student van filosoof prof. dr. ir. H. van Riessen heb geleerd.
Dan spreekt bijvoorbeeld 1 Korinthe 11:3 duidelijke taal: „Maar ik wil dat u weet dat Christus het Hoofd is van iedere man en de man het hoofd van de vrouw en God het Hoofd van Christus.” Het lijkt mij dat dit een krachtig signaal is voor het leveren van fundamentele kritiek op het huidige gelijkheidsdenken (terwijl ondertussen het onderlinge respect in de samenleving lijkt af te nemen).
Samen met wat volgt over het regeeraspect bij het beoordelen van de profetie (1 Kor. 13:14: „Laat uw vrouwen in de gemeente zwijgen”), is het duidelijk dat het huidige gelijkheidsdenken niet rechtstreeks kan voortvloeien uit de Schrift. Het is verdedigbaar om te stellen dat de Bijbel de aanzet tot dit denken heeft geleverd, maar de verabsolutering daarvan in onze cultuur is daaraan vreemd. Laat het niet alleen vreemd blijven aan het christelijk huwelijk, maar ook aan de gemeente.
Dr. ir. L. G. H. Fortuijn
Zoetermeer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's