Online zoeken naar culturele schatten Reformatietijd
APELDOORN. In grote delen van Europa leidde de Reformatie in de zestiende eeuw tot een beeldenstorm. Overal vernietigden protestanten heilige voorwerpen in rooms-katholieke kerken. Maar dat betekende niet het einde van alle religieuze kunst.
De theologie en vroomheid uit de tijd van de Reformatie drukten hun stempel op allerlei boeken, prenten, schilderijen, kerkramen en voorwerpen, zo blijkt uit de recent gelanceerde onlinetentoonstelling ”Rare Reformation Relics” (zeldzame Reformatierelieken).
ArtRefo, de kunsttak van het internationale platform Refo500, wil met de tentoonstelling de „rijkdom en variatie” van de cultuur van de Reformatie laten zien. Portretten en spotprenten uit lutherse en gereformeerde hoek worden afgewisseld met allerlei voorwerpen, zoals houten avondmaalsbekers uit Bern, een handgeschreven brief van Maarten Luther aan de burgemeester van Coburg, en een boekje waarin de keurvorst van Saksen aantekeningen maakte van een preek over 1 Timotheus 4:1-10.
Strijd
Uit veel kunstvoorwerpen blijkt dat de theologische strijd met de Rooms-Katholieke Kerk jarenlang aanhield. Op een schilderij uit 1640 zitten de reformatoren Maarten Luther en Johannes Calvijn aan tafel, omringd door kerkhervormers als John Wyclif, Johannes Hus, Huldrych Zwingli, Philippus Melanchthon en Heinrich Bullinger. Een kardinaal, een jezuïet, een duivel, een paus en een monnik proberen uit alle macht de kaars van het protestantisme uit te blazen. Het lukt hun niet.
Twee andere schilderijen –in de stijl van Hieronymus Bosch– komen duidelijk uit rooms-katholieke hoek: Luther en Calvijn worden door tientallen duivels, insecten en fantasiedieren naar de hel gevoerd. Beide kerkhervormers, zittend op rijdende karkassen, lijken daar geen probleem mee te hebben. Ze komen immers ‘thuis’.
Mede door de strijd tegen de wederdopers stond in het Zwitserse kanton Bern de kinderdoop hoog in het vaandel: daardoor ging het kind deel uitmaken van de christelijke gemeenschap. Bij de doop waren behalve de predikant en de ouders ook altijd twee of drie peetouders aanwezig. Zij waren medeverantwoordelijk voor de opvoeding van de dopeling.
Na de plechtigheid kregen de ouders een certificaat mee naar huis. Daarop stond een afbeelding van een predikant, het kind op de arm. Op het randje van de doopvont liggen zijn hoed, een Bijbel en een gezangboek. Twee peetmoeders en een peetvader, in traditionele Zwitserse kledij, kijken toe.
Otti Burn werd op 19 april 1829 gedoopt. Op zijn doopbewijs staat te lezen: „Goede God! Ach, laat toch Uw zegen op dit kind komen! Schrijf het bij het getal der vromen, die in het Boek des levens staan; was het met Uw bloed van alle zonden rein: mag het daardoor God en mensen welgevallig zijn. Dat wenst je allertrouwste peettante Anna Marya Reyff je toe. Op 19 april van het jaar 1829 ben je gedoopt. Door het bloed van Jezus duur gekocht. Leef daarom voor Hem alleen, dan zal Hij ook jouw Vader zijn. Amen.”
>>rarereformationrelics.com
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 10 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 10 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's