Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jodenhaat Hongarije blijft nog bij woorden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jodenhaat Hongarije blijft nog bij woorden

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

BOEDAPEST. Jodenhaat bestaat in Hongarije vooral uit woorden. Tot nu toe dan, zegt hoofdrabbijn Fröhlich. Want waar woorden klinken, kunnen zomaar daden volgen.

Robert Fröhlich drukt zijn sigaret uit. De rook verdwijnt door het open raam. Vanachter zijn bureau kijkt de rabbijn uit op de achtertuin van de beroemde hoofdsynagoge van Boedapest.

In deze synagogehof is veel geleden. In de winter van 1944-1945 werd hier een massagraf voor 2000 vermoorde Joden ingericht – zeer uitzonderlijk, zo dicht in de nabijheid van een Joods gebedshuis.

Af en toe ziet hij de gewapende politieagent die zijn ronde rond het terrein maakt. Andere bewaking is er niet te zien.

Toch is het minder achteloos dan het lijkt, benadrukt de rabbijn. „In God we trust”, zegt hij, met een knipoog naar het motto op de Amerikaanse dollar. „De politieagent vertegenwoordigt de staat. Die is er de klok rond.

Maar daarbinnen is een tweede ring van eigen bewakers. Die zijn minder opvallend. Daarachter is er nog een derde, onzichtbare veiligheidsschil.”

Maar de meeste veiligheid komt „daarvandaan”, zegt Fröhlich, terwijl hij met zijn vinger naar boven wijst. „Ook onzichtbaar dus.”

De Dohanysynagoge was nog in 2012 het decor van een antisemitische actie, toen Hongaarse extremisten voor het gebouw een Israëlische vlag verbrandden. Bedreigender vindt de rabbijn de aanslagen op Joodse doelen in Parijs en Kopenhagen eerder dit jaar. „Ik hoop dat het hier geen Frankrijk of Denemarken wordt. Als Joden leven we al 2000 jaar met angst. We hebben daar een extra zintuig voor.”

Beatles

Fröhlich spreekt vloeiend Engels, vrij uitzonderlijk in Hongarije. „Geleerd door naar de Beatles te luisteren”, zegt Fröhlich. In het orthodoxe gezin waarin hij werd geboren, werd dat niet aangemoedigd. Maar Robert neigde al jong naar de Hongaarse variant op de Reformbeweging, de neologie. „Wij maken het leven wat makkelijker, om meer te lijken op de niet-Jood. Maar we willen wel de wetten houden.”

Hij wijst met zijn duim over zijn schouder. „In de synagoge hebben wij bijvoorbeeld een orgel. Orthodoxe Joden zeggen: Dit is een kerk, geen synagoge. Maar officieel is het deel van het gebouw waarin het orgel staat, geen deel van de synagoge. Bovendien wordt het door een niet-Jood bespeeld.”

Niemand weet hoeveel Joden er in Hongarije wonen. Fröhlich schat het op 100.000, van wie er 80.000 in de hoofdstad Boedapest wonen. „We weten de bezoekersaantallen van de dertig synagogen in het land, van de leerlingen op Joodse scholen, betrokkenen bij jeugdbewegingen, ziekenhuizen, en de begrafenisvereniging. Als je dit bij elkaar optelt, kom je op die 100.000.”

Een vaste lijst van alle Joden bestaat niet. „Het communisme was tegen elke vorm van godsdienst. In die situatie begon niemand aan zo’n lijst. In 1956 zijn ook velen geëmigreerd, naar Israël, Amerika en, ja, ook naar Nederland. Het aantal Hongaarse Joden dat in de oorlog is vermoord, kennen we wel: 600.000.”

Dat het platteland van Hongarije zo goed als ontdaan is van Joods leven, komt niet zozeer door de oorlog, zegt de rabbijn. „Dat moet je vooral toeschrijven aan de verstedelijking in de jaren zestig.”

Slechts een enkeling van de Joodse gemeenschap in Boedapest komt op sabbat naar de synagoge. Het centrale gebedshuis dat Fröhlich dient, biedt met de 6 galerijen plaats voor 3000 mensen. Hoeveel er komen, „hangt een beetje van het weer af”, zegt de rabbijn. „Als het koud en donker is, komen er minder. Het varieert van 100 tot 400. Van de zestien synagogen in de stad hebben er drie dagelijks twee diensten. Ik heb de ochtenddienst zojuist geleid. Daar komen meestal zo’n 20 tot 25 mensen.”

Bestaat er momenteel antisemitisme in Hongarije?

„Dat is moelijk te zeggen. Vorige maand stelde een onderzoek dat de helft van Boedapest antisemitisch is. Dat lijkt mij eerlijk gezegd aan de hoge kant.

De regering zegt dat ze geen anisemitisme tolereert. Maar wat de regering zegt en doet, is nooit hetzelfde. Ze doet niets tegen antisemitische bewegingen, zoals Jobbik (extreem rechtse partij in Hongarije, EvV).

Op sociale media leeft de Jodenhaat enorm. Bij elk Joods thema op internet en Facebook vind je antisemitische reacties.”

Verder is er een groot grijs gebied. De rabbijn vertelt van een studentenactie tegen een collegereeks over de Holocaust op een rooms-katholieke universiteit. „In een brief schreven de studenten dat er ook veel andere historische tragedies waren, wat de Holocaust relativeerde. Dat is geen ontkenning van de Jodenmoord, maar toch wel antisemitisme.

Daarnaast hebben we een partij als Jobbik. De leider zegt geen nazi’s en racisten te aanvaarden. Maar de praktijk is anders. De parlementsleden van Jobbik zijn openlijk antisemitisch.”

Tot nu toe is het allemaar bij woorden gebleven, zegt Fröhlich. Daar dankt hij God voor. Hij slaat op de tafel en herhaalt: „Tot nu toe. Maar woorden zijn er genoeg. Je leest ze in kranten, je hoort ze op tv. Ook in linkse partijen zitten antisemieten, echt niet alleen bij rechts.

Over alle minderheden worden grapjes gemaakt; zigeuners, arme mensen, homoseksuelen. Al deze haat valt niet te tolereren. Ik mag wel haten wat je doet of zegt, maar niet je persoon.”

Wat is het karakter van die antisemitische uitingen?

„Dat verandert van tijd tot tijd. Onder het communisme kwam het onder de dekmantel van antizionisme. Na 1990 benadrukte men gretig dat veel communisten Joods waren. Vandaag is men pro-Palestijns. Waarschijnlijk geeft men weinig om de Palestijnen, maar biedt het ruimte om tegen Israël te zijn. En dan ben je ook een beetje tegen Joden.”

Komen er weleens antisemitische uitingen voor het gerecht?

„Dit voorjaar is iemand veroordeeld. Weet je wat de straf was? Auschwitz bezoeken. Daar kan ik inkomen. Het enige wapen is onderwijs. In Auschwitz kan iemand het heel erge ervaren.

Maar ik ben niet naïef. Een overtuigde antisemiet verander je niet. Toch geeft zo’n veroordeling nieuwe hoop.”

Zie ook Puntkomma pag. 2.


Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 augustus 2015

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Jodenhaat Hongarije blijft nog bij woorden

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 augustus 2015

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's