Gerhard Hormann over oudere werknemers
Dinsdag heb ik ondanks het regenachtige en winderige weer de hele dag met een glimlach op mijn gezicht rondgelopen.
Oorzaak van dat binnenpretje was een opinieartikel op de website van de Volkskrant dat het geschetste probleem in één enkel beeld wist te vangen. Zelfs zonder één letter te hebben gelezen, kon je weten waar de schoen wringt.
In zijn betoog schetst cultureel antropoloog en econoom Paul Hekkens hoe de politiek ons denken over oudere werknemers tracht te beïnvloeden. Tijdens de hoogtijdagen van de VUT werden 57-plussers afgeschreven en mochten ze op kosten van de werkgever en de overheid van hun welverdiende rust genieten. Dat was een geaccepteerd verschijnsel, dat volgens de publieke opinie paste bij hun levensfase.
Nu zijn de zaken precies omgedraaid en wordt de indruk gewekt dat een werknemer die de zestig nadert en al diverse reorganisaties achter de rug heeft, nog over evenveel energie en flexibiliteit beschikt als een jonge hond op de werkvloer met slechts een paar dienstjaren. Enerzijds wordt dat gedaan om werkgevers ervan te overtuigen dat ze best een oudere werkzoekende aan kunnen nemen, anderzijds om de mythe in stand te houden dat langer doorwerken geen enkel probleem is. Werknemers blijven vitaal tot hun pensioendatum en zijn daarna nog vief genoeg om te profiteren van een flink aantal gezonde jaren zonder prikklok.
Die boodschap is niet alleen een mooi voorbeeld van overheidspropaganda (wat tegenwoordig heel modern ”framing” heet), het is vooral een vorm van wensdenken. De politiek past de regels niet aan de werkelijkheid aan, maar probeert in plaats daarvan de realiteit naar haar hand te zetten. In de kop boven het artikel van Paul Hekkens wordt in dit verband gesproken over ”De wonderlijke metamorfose van de 57-plusser”.
Die kop kreeg onbedoeld een heel andere lading doordat een beeldredacteur er een foto bij had geplaatst van een ”oudere” werknemer achter zijn computer. Natuurlijk moet ik een beetje gokken, maar ik schat dat de afgebeelde kantoormedewerker (want we hebben het in dit verband nog niet eens gehad over zogeheten zware beroepen) hooguit een jaar of 45 is. Op die leeftijd moet hij dus nog twaalf jaar werken voordat hij 57 is, en daarna met een beetje pech nog eens twaalf jaar.
Voor heel veel werknemers klinkt 57 net zo ver weg als 67. Daardoor bestaat het risico dat mensen massaal op het verkeerde been worden gezet als het gaat om langer doorwerken. Het zal dus nog wel even duren voordat iedereen voldoende beseft wat de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd in hun geval betekent, niet alleen als het gaat om fysieke ongemakken, maar ook met het oog op eventuele toekomstplannen. Mensen denken niet graag na over hun pensioen en doen dat daardoor vaak niet op tijd. Wie de zestig nadert en dan pas tot de ontdekking komt dat hij op deze leeftijd best had willen stoppen met werken, zal spijt hebben dat het te laat is om nog aanvullende maatregelen te nemen door extra te gaan sparen of af te lossen op de hypotheek.
De overheid kan de pensioengerechtigde leeftijd nog veel verder verhogen, maar tegelijk kan zij niemand dwingen om die tijd daadwerkelijk vol te maken. Wie tijdig zijn bedrijf verkoopt of voldoende heeft gespaard, kan alsnog vervroegd uittreden met een zelfgefinancierde VUT en zo probleemloos het pensioengat overbruggen.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 2015
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 2015
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's