Van huttendorp naar groen gebergte
Van een Afrikaans huttendorp naar de bergen van Zwitserland. Zo zou je de metamorfose van het Biesbosch Museum in Werkendam kunnen omschrijven. Pieter van Vollenhoven heropent vrijdag het totaal vernieuwde museum.
Vanuit de lucht gezien leek het oude museum met enige fantasie te bestaan uit elf ronde huisjes zoals die in Afrika te vinden zijn. De zeskantige witte gebouwtjes met hun rode puntdaken zijn nu nergens meer terug te vinden. Het Biesbosch Museum is getransformeerd in het Biesbosch MuseumEiland. Met daarop elf met gras bedekte bergen waaronder het dubbel zo grote museum schuilgaat.
De aanleiding voor de gedaanteverwisseling van het museum is de ontpoldering van de Noordwaard, vertelt directeur Peter van Beek tijdens een rondleiding in en om het gebouw. De Noordwaard is een polder van zo’n 4450 hectare –circa 6000 voetbalvelden– in de Brabantse Biesbosch. In het kader van het project Ruimte voor Rivier is de Noordwaard ontpolderd, zodat het water van de Nieuwe Merwede bij een hoge waterstand het gebied in kan stromen. Hierdoor neemt de kans dat bijvoorbeeld een stad als Gorinchem onder water komt te staan fors af.
Net onder Werkendam kan het water straks de Noordwaard instromen, en juist op de plek waar het Biesbosch Museum staat, kan het er weer uit. „Het was lange tijd de vraag of wij hier wel konden blijven zitten”, zegt Van Beek. „Als we een obstakel vormden, moesten we de boel afbreken. Uiteindelijk hoefde dat niet omdat er om het museum een eiland werd gevormd, met aan weerszijden een brede geul waardoor het water de Noordwaard uit kan.”
Als de boel dan toch op de schop gaat, kunnen wij dat net zo goed ook doen, dachten de medewerkers van het Biesbosch Museum zo’n twee jaar geleden. „Al langer leefde de wens om een bezoekerscentrum aan het museum te koppelen. Vaak komen toeristen hier om te vragen waar ze kunnen wandelen of fietsen. In samenwerking met Staatsbosbeheer is er nu een bezoekerscentrum gekomen dat gratis toegankelijk is.”
Ook de wens om een fatsoenlijke horecagelegenheid te creëren, is gerealiseerd. Vanuit het zelfbedieningsrestaurant hebben bezoekers een prachtig uitzicht over het eiland en de geulen. Bij mooi weer kunnen ze op het terras gaan zitten.
Het bezoekerscentrum en het restaurant zijn van het museum gescheiden door een vijver. Voor het museum moet immers betaald worden: 7,50 euro voor een volwassene en 5,50 euro voor een kind. „Een aanrader is de combiticket museum en rondvaart”, vindt Van Beek. „Die kost 15 euro.”
Het museum bestaat uit zeven hoofdzalen en zes kleinere ruimtes, zogeheten kabinetten. Medewerkers zijn druk bezig om dozen uit te pakken met voorwerpen uit het oude museum. „De expositie komt gedeeltelijk overeen met de oude, maar een fors deel is helemaal vernieuwd.” Een enorme steur –een vis die vroeger in de Biesbosch voorkwam– staart de bezoekers aan. Nieuw is een ruimte waar wisselexposities mogelijk zijn.
Bijzonder wordt het als Van Beek de buitenkant van ‘zijn’ museum laat zien. De elf zeskantige ruimtes uit het verleden zijn omgevormd tot piramides bedekt met zakken vol turf. In die turfzakken zit graszaad, zodat het dak op den duur uit gras bestaat. Bezoekers kunnen het dak beklimmen en tussen de groene piramides door naar een uitkijkpunt lopen.
Er stroomt een beekje tussen de piramides naar de achterkant van het museum waar de Biesbosch in het klein is nagebouwd. Van Beek: „We bootsen hier de Nederlandse delta na die gevoed wordt met water uit de Rijn en de Maas.” De Rijn ontspringt in de Zwitserse Alpen en de groene piramides van het museum doen daar wel een beetje aan denken.
In de Biesbosch-in-het-klein kunnen kinderen straks met behulp van sluisjes en pompen de waterstanden regelen. Ze ontdekken zo waarom het nodig is om bij een hoge waterstand de Noordwaard vol te laten lopen.
Van Beek hoopt dat het nieuwe museum meer bezoekers trekt dan het oude. „Het waren er altijd tussen de 35.000 en de 40.000 per jaar. Maar we verwachten dat het bezoekerscentrum en het restaurant een aanzuigende werking hebben, zodat we straks meer dan 50.000 betalende bezoekers per jaar krijgen.”
De entreegelden heeft het museum hard nodig, want alles bij elkaar kostte de transformatie van het museum zo’n 6 miljoen euro. Partijen zoals Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Werkendam betalen daar een behoorlijk deel van, maar de Stichting Biesbosch Museum moet zelf nog hard sparen voor de rest. Van Beek: „Het laatste miljoen om de rest van het eiland in te richten, is er nog niet. Maar na negen maanden verbouwen, gaan we eerst het museum maar eens heropenen. Ik heb er alle vertrouwen in dat het dan met de rest ook wel goed komt.”
>>biesboschmuseumeiland.nl >>rd.nl/noordwaard
Abonneedag in de Biesbosch
Het Biesbosch Museum gaat volgende week zaterdag open voor het publiek. Het museum organiseert die dag extra rondleidingen en vaartochten tegen een gereduceerd kennismakingstarief om de heropening te vieren.
Het Reformatorisch Dagblad organiseert op dinsdag 25 augustus een abonneedag in de Biesbosch. Abonnees stappen in Drimmelen aan boord van een rondvaartboot die dwars door de Biesbosch naar het MuseumEiland bij Werkendam vaart. Daar kan het vernieuwde museum worden bezocht. Zie voor meer informatie de advertentie elders in deze krant.
>>rd.nl/abonneevoordeel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 juni 2015
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 juni 2015
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's