ABN AMRO hardleers
Vorige week werd bekend dat bestuursleden van de bank ABN AMRO (uitgezonderd Gerrit Zalm) in 2014 een salarisstijging van 100.000 euro kregen toegekend. Dit nieuwsfeit leidde tot veel maatschappelijke ophef, bij Tweede Kamerleden incluis. In deze reactie klinken een gevoel van machteloosheid (wij kunnen er niets aan doen) en een gevoel van vervreemding (hoe heeft ABN AMRO dat nu kunnen doen) door?
Laat ik met het tweede punt beginnen. Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe groot het onbegrip is tussen bankiers enerzijds en Kamerleden, regering en de bevolking anderzijds. Ondanks het feit dat de top van ABN AMRO verschillende oud-politici herbergt (Gerrit Zalm, Joop Wijn, Kees van Dijkhuizen) en in de raad van commissarissen (rvc) twee commissarissen namens het ministerie van Financiën zitting hebben, was men kennelijk niet in staat in te voelen dat de salarisverhoging tot een Kamerbrede afkeuring zou leiden. Kennelijk zijn de rol die je hebt en de sociale omgeving waarin je werkt van doorslaggevende invloed op de normen die je redelijk vindt. Zalm en consorten werken allang in een context waarin (door binnenlandse en buitenlandse collega’s) grote bedragen worden verdiend. Als ABN AMRO 1 miljard winst maakt, is het in hun ogen heel redelijk als het bestuur daarvoor beloond wordt.
Kamerleden hebben echter een heel ander referentiekader. Zij hebben het Nederlandse volk in de afgelopen jaren met grote bezuinigingen opgezadeld. Veel burgers kunnen alleen maar dromen van een salarisstijging, laat staan een van 100.000 euro. Sommigen zouden met een baan al heel blij zijn. Voor hen is het moeilijk te verteren dat de top van een bank, die met publiek geld is gered en waarvoor de Nederlandse burgers nooit meer het volledige bedrag zal terugkrijgen, zich in hun ogen zo ruim laat belonen. Dit laat zien dat het referentiekader van grote invloed is. Daarom is te vrezen dat zelfs bij minister Dijsselbloem, die nu zo kordaat ABN AMRO in de hoek zet, later, als hij net zoals Gerrit Zalm na zijn politieke carrière beloond wordt met een riante positie in de financiële sector, de politieke antenne van lieverlee afzwakt en het begrip voor het grote geld toeneemt, net zoals dat eerder met Kok is gebeurd.
Machteloosheid
Behalve vervreemding bespeur ik ook een gevoel van machteloosheid bij politici en de bevolking. De wijze waarop de rvc van ABN AMRO nu meent het bestuur te moeten belonen, laat zien dat deze verwachtingen dat het beter zou gaan, niet worden waargemaakt. De Kamerleden waren woest, omdat zij hierop geen invloed konden uitoefenen. Maar helemaal machteloos stond de politiek toch niet. Minister Dijsselbloem heeft met het uitstel van de beursgang een sterk drukmiddel ingezet dat naar nu blijkt ook effectief is om de salarisstijging alsnog ongedaan te maken. De rvc en het bestuur van ABN AMRO hebben kennelijk beseft dat hun salaris per saldo meer schade toebrengt dan het inleveren van 100.000 euro, omdat dit de mogelijkheden voor toekomstige beloningsstijgingen belemmert. Vooruit, toch nog maar een keer ‘vrijwillig’ de hand op de knip houden: omwille van het herstel van de rust, zo staat in de verklaring van ABN AMRO van gisteren te lezen.
Het is duidelijk: dit drukmiddel werkt alleen nog zolang ABN AMBO in handen van de staat is. Als de beursgang op enig moment wel plaatsvindt, heeft ABN AMRO daarna weer de handen vrij om het beloningsbeleid naar eigen inzicht vorm te geven. De ervaring van vorige week en de uitdrukkelijke verdediging van de voorzitter van de rvc van ABN AMRO laten zien dat wij ons geen illusies hoeven te maken hoe dat beloningsbeleid er daarna zal komen uit te zien. Met het herstel van de winst van ABN AMRO zullen ook de mores weer teruggaan naar business as usual.
Het is dit besef dat, ondanks de kredietcrisis en de grote maatschappelijke schade die daardoor ontstaan is, de gevoeligheid van bankiers voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid van banken niet erg veranderd lijkt te zijn, dat het gevoel van machteloosheid voedt onder delen van de bevolking. Banken hebben een belangrijke publieke functie en het is om die reden dat de overheid en de Europese Centrale Bank door ruim monetair beleid er in de afgelopen jaren alles aan gedaan hebben om de winstgevendheid van banken te herstellen. Maar bankiers schrijven dat herstel van winstgevendheid op hun eigen conto en vertalen het rendement van de publieke investeringen in het bankwezen in vette salarisstijgingen.
Dat belooft weinig goeds voor een economie die zich erg afhankelijk weet van een goed en verantwoord functioneren van banken.
Prof. Johan Graafland is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University. Reageren? rubriekforum@refdag.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 31 maart 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 31 maart 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's