Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oprecht boos over moderne slavernij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oprecht boos over moderne slavernij

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze groeide op als domineesdochter, maar gelooft zelf niet in God. Toch put Renate van der Zee soms inspiratie uit de Bijbel. Als journalist en schrijver brengt de „radicale feministe onrecht op het gebied van mensenhandel en prostitutie aan het licht. „Ik geloof dat ik door een enorme woede word gedreven.

Een puur mens, bevlogen, eerlijk, vasthoudend. Zo typeren personen die haar hebben ontmoet Renate van der Zee (53). In haar Haagse portiekwoning verkiest ze voor het gesprek een plek aan de tafel in haar werkruimte boven de gemakkelijke bank in de achterkamer. Dagblad Trouw ligt op tafel. Het drumstel in de hoek is van haar dochter, die muzikant en zangeres is. Twee boekenkasten reiken tot het plafond.

Terwijl de koffie nog doorloopt, gaat het gesprek al over prostitutie. Van der Zee, auteur van onder meer een pamflet over „de waarheid achter de Wallen”, heeft zojuist een tweet verzonden met een link naar een recent EO-programma over deze thematiek. En met CU-Kamerlid Segers mailde ze net nog over een komend congres waarbij beiden betrokken zijn. Thema: de verantwoordelijkheid van de prostituant.

Van der Zee is geboren en getogen in Den Haag. Haar vader was ds. W. R. van der Zee, hervormd predikant en jarenlang secretaris van de Raad van Kerken.

Wat betekende het voor u om op te groeien als domineesdochter?

„Veel mensen dachten dat het bij ons thuis heel streng zou zijn, dat we van alles niet zouden mogen en dat we allemaal heilig liepen te doen. Dat was helemaal niet zo. Mijn ouders waren PvdA-mensen. Het ging bij ons over politiek, maar ook over muziek en literatuur. Met religie heeft mijn vader ons weinig lastiggevallen.”

Welke rol speelde de Bijbel in uw jeugd?

„Ik ben opgegroeid met de Bijbel als een Boek waar mooie verhalen in staan. Mijn ouders zagen Jezus vooral als een revolutionair, Iemand Die opkwam voor verdrukten. Toen ik een jaar of zeven was, had mijn lerares het op school over de duivel en de hel. Daar had ik nog nooit van gehoord. Die begrippen kwamen in het vocabulaire van mijn vader niet voor.”

Ging u als kind naar de kerk?

„Jawel, op vrijwillige basis. Als ik nu in een kerk kom, zo’n oude hervormde, voel ik me daar thuis. Twee jaar geleden ben ik er voor het laatst geweest, tijdens een kerstdienst in Amsterdam. Het hoort heel erg bij waar ik vandaan kom. Hoewel ik zelf nooit gelovig ben geworden, vind ik Jezus inspirerend. Als je het Evangelie leest –over Paulus heb ik het even niet–, staat daar niets verkeerds in over vrouwen. Jezus neemt hen serieus en gaat met hen in gesprek.”

Hij maakt Zich ook bekend als de Redder van zondaren.

„Wat is een zondaar? Dat weet ik niet. Met zo’n begrip maak je mensen klein. We doen allemaal dingen fout, maar als je jezelf als een zondaar ziet die boete moet doen, dan heb je geen leven.”

Het Evangelie spreekt juist van vergeving door het geloof in Jezus Christus.

„Zo denk ik niet. Volgens mij moeten mensen elkáár vergeven. Maar jullie lezers kijken daar natuurlijk anders tegen aan. Je zou kunnen zeggen dat ik een religieuze agnost ben. Ik geloof niet in God, maar haal wel degelijk inspiratie uit de woorden van Jezus, bijvoorbeeld in de Bergrede.”

Ze pakt haar Bijbel, in de NBG-vertaling, uit de boekenkast en bladert erin. „Heel mooi vind ik bijvoorbeeld wat Jezus heeft gezegd bij de uitzending van de apostelen, in Mattheüs 10: „Wat Ik u zeg in het donker, zegt het in het licht; wat gij u in het oor hoort fluisteren, predikt het van de daken.” Dat spreekt mij aan, want ik hoor ook verhalen die ik doorgeef, al wil ik me niet vergelijken met een apostel.”

Wat heeft u het meest gevormd?

„De maatschappelijke betrokkenheid van mijn ouders. Bij mij heeft zich dat vertaald in belangstelling voor vrouwenkwesties. Het grootste probleem in de wereld is dat vrouwen nergens gelijkwaardig zijn aan mannen, ook in Nederland niet. In praatprogramma’s op televisie maken mannen de dienst uit. Er zijn heel weinig vrouwelijke hoogleraren en politici.” Ze pauzeert even, zegt dan: „Maar in Vlissingen is er nu toch een politica van de SGP?” Na een bevestigend antwoord schatert ze: „Kijk, het feminisme is onstuitbaar!”

Er zijn ook vrouwen die tevreden zijn met hun positie en niet wakker liggen van een relatief laag aantal vrouwelijke prominenten in de wetenschap of politiek.

„Sommige vrouwen hebben zich aangepast aan ons systeem en zijn blij met hun parttimebaantje. Ik vind het niet normaal dat mannen fulltime werken en vrouwen parttime, en dat zij hun carrière opgeven wanneer er kinderen komen.”

En als ze daar zelf bewust voor kiezen, samen met hun man?

„Wat is een bewuste keus? Vrouwen groeien op in een systeem en maken zich dat eigen. Als deeltijdwerk voor hen in onze maatschappij als de meest aanvaardbare optie wordt gezien, moet een vrouw stevig in haar schoenen staan om te zeggen: Ik ga fulltime werken.”

Waarom koos u voor de journalistiek?

„Het leek me een mooi vak en het stond dicht bij me; in mijn familie zijn veel journalisten. Ik ben het gewoon gaan doen en het bleek goed bij me te passen, want ik ben nieuwsgierig, doe graag onderzoek en kan snel schrijven.”

Hoe is uw belangstelling voor thema’s als eerwraak en prostitutie ontstaan?

„Vanuit het feminisme ging ik me interesseren voor de vrijheid van vrouwen, die veel meer wordt ingeperkt dan die van mannen. Dat vind ik onrechtvaardig. Daarbij stuitte ik onder meer op het wrede systeem van eerwraak, het doden van een meisje of vrouw wegens schending van de eer van de familie. Bij elk onderzoek dat ik deed en elk boek dat ik schreef, realiseerde ik me dat de werkelijkheid nog veel erger is dan we vaak denken.”

Wat doet dat met u?

„Het maakt me boos. Ik geloof dat ik door een enorme woede word gedreven. Als onrecht in de wereld je corebusiness is als journalist, stuit je op steeds meer ellende. Neem nu zo iets als gedwongen prostitutie. Wat is er duisterder dan dat? Het is moderne slavernij. Veel jonge vrouwen komen hiernaartoe uit arme landen en worden in de seksindustrie uitgebuit. Dat deugt niet.

Met journalistiek kun je de wereld niet verbeteren, maar het minste wat je kunt doen is aandacht vragen voor wat er mis gaat. Zolang er niet over gesproken en geschreven wordt, gaan misstanden gewoon door. Ik heb overigens niet de illusie dat ik met mijn werk enorme veranderingen teweeg kan brengen. Misschien doe ik het vooral voor mijn eigen gemoedsrust. Bij alles wat er mis is, kan ik in ieder geval zeggen: Ik heb er iets over geschreven.”

Voor een van uw boeken werkte u enkele maanden als vrijwilliger in een centrum voor slachtoffers van mensenhandel. Welke ontmoeting bleef u het meest bij?

„Ik hoorde vreselijke verhalen van Afrikaanse vrouwen die onder valse voorwendselen naar Nederland waren gehaald om in een privéhuis gedwongen seks met mannen te hebben. Een van hen –ze is hiv-geïnfecteerd geraakt– kreeg daardoor een kind van wie ze niet weet wie de vader is. Ze was daar toch heel blij mee en zei: Ik was hier helemaal alleen, nu heb ik weer familie. Dat raakte me. Andere vrouwen konden zich in dergelijke omstandigheden niet hechten aan hun kind; zij wel.”

Is er op het gebied van prostitutie iets verbeterd sinds u zich hiermee bezighoudt?

„Niets. In Nederland zijn nog steeds veel mensen die de realiteit van de prostitutie niet onder ogen willen zien. Ik hoor telkens weer mensen zeggen: „Het valt wel mee.” Of: „Er zijn ook vrouwen die het leuk vinden.” Misschien zijn die er, maar dat zijn niet de prostituees die ik heb ontmoet.

Voor een boek over mensenhandel sprak ik met Poolse vrouwen die werden uitgebuit in een champignonkwekerij. Als ik daarover vertelde, was er nooit iemand die zei: Ja, maar er zijn toch ook veel vrouwen die daar met plezier werken? En als het gaat over au pairs die als huisslaaf worden gebruikt, hoor ik dat argument evenmin. Maar bij prostitutie moet er kennelijk altijd iets worden goedgepraat.”

In uw strijd tegen prostitutie staat u regelmatig zij aan zij met orthodoxe christenen. Hoe kijkt u tegen hen aan?

„Ik heb vaak gesprekken met mensen van de ChristenUnie, met name Gert Jan Segers. Hij bekijkt het probleem van de prostitutie niet puur vanuit een christelijke moraal, maar is echt geïnteresseerd in de mensenrechtelijke kant. In dat opzicht kan ik goed met hem door één deur. Ik weet niet of ik dat ook zou kunnen als het om zijn visie op abortus of homoseksualiteit gaat. Het valt me wel op dat christenen prettige, gedreven mensen zijn. En in de politiek zijn ze heel consequent. Ze staan ergens voor, maar ik zou niet op hen stemmen. We vinden elkaar op één specifiek punt.”

Ooit sms’te u ter bemoediging een Bijbeltekst naar een Tweede Kamerlid.

Er klinkt even een schaterlach. Dan: „Ja, ik heb Gert Jan een keer een sms gestuurd, voorafgaand aan een debat over mensenhandel, waarin hij het zou opnemen voor de slachtoffers. Welke tekst was het ook alweer?” Ze slaat de Bijbel open, bladert even en citeert dan Mattheüs 10:19: „„Maakt u dan niet bezorgd, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in die ure gegeven worden wat gij spreken moet; want gij zijt het niet die spreekt, doch het is de Geest uw Vaders, die in u spreekt.” Toepasselijk toch? Het was serieus bedoeld, maar het is natuurlijk ook humor dat een radicale feministe aan een gereformeerde politicus –dat is hij toch?– een Bijbeltekst stuurt.”

U laat zich soms inspireren door het Evangelie. Speelt gebed ook een rol in uw leven?

„Nee, al heb ik niets tegen bidden. Op het terrein van prostitutie zijn veel christelijke organisaties actief. Ik ben ooit met Frits Rouvoet (hulpverlener op de wallen in Amsterdam, MB) op pad geweest. Hij ging in gebed met een prostituee. Dan heb ik er geen bezwaar tegen om mee te bidden. Er zijn ook christenen die tegen mij zeggen: We bidden voor je. Dat vind ik prima, ik zie het als een daad van liefde.”

U bent behalve journalist en schrijver ook moeder. Wat is het belangrijkste wat u aan uw dochter wilt meegeven?

„Ik heb haar een goede feministische opvoeding gegeven en voorgehouden: alles wat jongens kunnen, kun jij ook, en waarschijnlijk kun je het beter. Ook geef ik mijn dochter mee dat we op aarde zijn om iets te kunnen betekenen voor een ander. Dat doe ik zelf ook in mijn werk. De diepste betekenis van journalistiek is dat je het verhaal doorgeeft dat anders niet bekend zou worden. Ik geef slachtoffers een stem.

We kunnen heel dik doen over journalistiek, feiten onthullen, primeurs brengen. Maar de diepste betekenis van interviewen is luisteren naar de ander. Dat is de mooiste missie en daar komt nooit een eind aan. Nu ik dit zo tegen je zeg, merk ik dat het me ook een enorme rust geeft. Als het erom gaat dat de ander zich gehoord voelt, hoef je als journalist niet te scoren en hoef je je ook geen zorgen te maken of mensen het met je eens zijn of niet. Dan is het: Ik heb geschreven, doe ermee wat je wilt.”


Levensloop Renate van der Zee

Renate van der Zee werd in 1961 in Den Haag geboren en groeide op in een gezin met drie kinderen. Ze studeerde sociaaleconomische geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. In 1989 begon ze als journalist op de stadsredactie van de Haagse Courant. Op dit moment schrijft ze onder meer voor NRC Handelsblad en maandblad Opzij. Ook publiceerde ze diverse boeken over thema’s als eerwraak en seksueel misbruik in een moslimgezin. In 2013 verscheen haar pamflet ”Prostitutie. De waarheid achter de Wallen”.

Van der Zee woont in Den Haag. Ze heeft een latrelatie met een vriend en is moeder van een dochter.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Oprecht boos over moderne slavernij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's