Vrouw werd verkracht, maar koos niet voor abortus
DEN HAAG. „God zorgt voor het kind. Hij heeft me een zoon gegeven.” De jonge vrouw Nicole, die werd verkracht, zei dat zaterdag voorafgaand aan de Mars voor het Leven in Den Haag.
Nicole werd na een verkrachting zwanger en besloot om het kind niet te laten aborteren. „Ik hoef me nooit de vraag te stellen: „Wat voor kind zou ik hebben gekregen als ik geen abortus had laten plegen?” Er zijn zo veel vrouwen die in psychische nood komen nadat ze wel hebben gekozen voor abortus”, hield ze de naar schatting enkele duizenden toehoorders voor. De stichting Schreeuw om Leven is de motor achter de bijeenkomst.
Nicole raakte in „blinde paniek” toen ze na de verkrachting merkte dat ze in verwachting was. In haar omgeving kreeg ze opmerkingen te horen als: „Je wilt toch geen kind van een verkrachter?” „Ik zag geen weg, was verdrietig. Ik dacht: Waarom ik? Ik gaf mezelf de schuld en voelde me vies. Ik douchte me drie keer per dag. Ik had toch een onbezonnen leven geleid?”
Toen „iemand uit de kerk” met haar sprak over Psalm 23 (”De Heer is mijn Herder”) keerde Nicole „definitief terug naar de kerk.” „Ik kreeg lieve kaartjes en spullen uit de kerk.”
Ze kreeg een relatie met een jongeman en trouwde met hem. „Hij ging voor mij en de baby. Onze zoon is ten doop gehouden. We zijn gezegend met nog twee kinderen.”
SGP-leider Van der Staaij stelde dat „we ons als Nederlandse volk moeten bekeren van de zonde van abortus.”
Hij betreurde het dat Nederland „zo veel tijd besteedt aan de huidskleur van Zwarte Piet en zo weinig aan de gruwelen van het massaal doden van ongeboren leven. Er zou al veel gewonnen zijn als de helft van de tijd die aan de pietendiscussie opgaat, wordt besteed aan het gesprek over de abortuspraktijk.”
Hoewel er in de Tweede Kamer nauwelijks steun is om het aantal abortussen te verminderen, zei Van der Staaij dat er „gelukkig meer steun is om meer geld voor opvang van ongewenst zwangere vrouwen beschikbaar te stellen.”
De SGP-leider riep ertoe op de moed niet te laten zakken in de strijd tegen de abortuspraktijk. „In prolifekringen maken zeker ook jongeren zich sterk tegen abortus. Maar er zijn ook jongeren buiten christelijke kring die zeggen: „Ik weet niet of het wel zo normaal is dat de maatschappij zo libertijns is.”
CU-Kamerlid Dik-Faber zei zich zorgen te maken over abortus op kinderen met het syndroom van Down. „Ik wil geen downvrije samenleving, zoals in Denemarken. Downkinderen kunnen veel plezier geven.”
De rooms-katholieke kapelaan Johannes van Voorst betoogde dat de „massamoord” van abortus moet stoppen. „We mogen niet toestaan dat meer dan 15 op de 100 kinderen in de baarmoeder worden gedood. Deze tragedie moet stoppen. Een moeder wordt niet geholpen door abortus. Ze raakt zelf ook fysiek, mentaal en geestelijk beschadigd. Laten we een boodschap van hoop verspreiden voor moeder en kind.”
Ook voorganger Frank Pot van de FIRE Kerk (Gemeenschap voor Internationale Herleving en Evangelisatie) in Rotterdam
riep de deelnemers aan de Mars voor het Leven ertoe op niet te verslappen in de strijd tegen abortus. „Door gebed wordt een land veranderd.” Hij verwees naar de vroegere strijd van William Wilberforce tegen slavernij. „Mensen verklaarden hem voor gek. Slavernij was zo verweven met de maatschappij. Maar als God met je is, zijn alle dingen mogelijk.”
De stille tocht voerde zaterdag vanaf het Spuiplein door de binnenstad van Den Haag. Mensen toonden borden met teksten zoals: ”Stop abortus nu”, ”Elk kind een leven”, ”Wij komen op voor de rechten van het ongeboren kind” en: ”O, land, land, land! Hoor des Heeren woord!”
Hendrik Jan Visser (48) en zijn vrouw liepen mee. „We willen opkomen voor kinderen die niet kunnen spreken. Ik kan er met mijn verstand niet bij dat mensen na de daad der liefde een zwangerschap niet zien zitten. Zelf hebben we zes kinderen. Daarvoor zijn we zeer dankbaar.”
Visser is blij dat de prolifebeweging in Nederland „het democratisch recht” heeft om te protesteren tegen de abortuspraktijk. „Maak gebruik van dat recht. Laat je stem horen.” Ook Jos Evers (28) en zijn vrouw Martineke (23) uit Moerkapelle doen mee aan de mars. Martineke: „Ik vind de methoden van Schreeuw om Leven soms te confronterend. Dan vraag ik me af: Is dit de manier? Maar het is beter iets dan niets te doen.”
Ds. C. Sonnevelt, predikant van de gereformeerde gemeente in Krabbendijke, liep het laatste deel van de stille tocht mee. Hij kwam uit een ziekenhuis in Rotterdam, waar gevochten wordt voor het leven van een baby. „En dan te bedenken dat er kinderen worden geaborteerd.” De predikant herinnert aan het eerbetoon aan de slachtoffers van de MH17-ramp. „Dat was een waardige herdenking. Maar er worden jaarlijks 30.000 kinderen gedood. Waar zijn we dan?” Ds. Sonnevelt ziet de stille tocht „niet als activistisch.” Sommige „elementen” van de bijeenkomst ervaart hij als „vreemd.” „Maar het hoofddoel is opkomen voor ongeboren leven.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 8 december 2014
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 8 december 2014
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's