Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Bezoekers met dementie begrijpen mij”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Bezoekers met dementie begrijpen mij”

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als je hoofd omloopt, loop je even binnen luidt de slogan van het Odensehuis in Amsterdam. Het inloophuis opent vrijwel dagelijks zijn deuren voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. Henk is er blij mee: „Andere bezoekers begrijpen wat mij bezighoudt.

De koffie is bruin in het Odensehuis in de Amsterdamse wijk Zuid. Dankzij Gon (82) en Tiny Brugman (79). De zussen zijn twee ochtenden in de week gastvrouw. Gon: „We hebben thuis meegekregen dat je best wat voor een ander kunt doen. Het is mooi om te zien hoe de mensen hier genieten. Vorige week zei een bezoeker nog tegen me: „Je bent lief. We zijn vrienden voor het leven.””

„Soms komen partners mee”, vertelt de vrijwilligster. „Het is zwaar als je man of vrouw dementie krijgt. De een blijft vrolijk, een ander wordt weleens agressief.” Tiny: „Soms zeggen artsen heel cru dat iemand dementie heeft. Dat mag best omzichtiger gebeuren, want het is voor de betrokkene een klap. Een vrouw vertelde mij pas dat ze ontzettend had gehuild toen ze thuiskwam.”

Irene stapt tegen tienen het Odensehuis binnen. Liefdevol ontfermt Tiny zich over haar. „Wil je je jas uitdoen? Ik houd je tas wel vast.” „Ik schenk thee voor je in”, meldt Gon. De goedlachse bezoekster vindt het prima.

Henk arriveert op eigen gelegenheid. „Sinds kort draag ik het predicaat dementie. Ik kom hier elke dag. Eerst wilde ik niet, want het is wel een stap om hier naartoe te gaan. Nu wil ik niet meer weg. In gesprekken kan ik met alles voor de dag komen. Andere bezoekers begrijpen mij.”

„Ik heb twee keer mijn vrouw verloren”, vervolgt de Amsterdammer. „Daarna ontmoette ik Martha, een schat van een vrouw. En nu heb ik dementie...” Er wellen tranen in zijn ogen op. „Ik hoop dat we het in de toekomst samen volhouden.” Gon: „Het valt niet mee hé, Henk, om de ziekte te aanvaarden.” Henk: „Ja, maar ik heb geen keus. Martha is gelukkig een geweldige steun.”

Diagnose

Het eerste Nederlandse Odensehuis opende vijf jaar geleden in Amsterdam zijn deuren. De initiatiefnemers maakten zich zorgen over mensen die de diagnose dementie te horen kregen en die nog geen beroep op professionele zorg hoeven te doen (zie ook het kader ”Inloophuis”).

„Hun wereld stort in”, aldus coördinator Bep van Oostrom. „Er zijn nauwelijks plekken waar ze met hun vragen en behoeften terechtkunnen. In dit inloophuis bieden wij informatie, contact met lotgenoten en hulp bij het omgaan met dementie. In de hoop dat bezoekers langer actief deel uit kunnen blijven uitmaken van de samenleving.”

Peter en zijn partner Joyce stappen binnen. „Ik heb lang alles zelf willen regelen, maar nu ben ik blij met het Odensehuis. Het is fijn om ervaringen te delen in de lotgenotengroep voor mantelzorgers.”

Marokkaanse koekjes

Bezoekers en vrijwilligers zitten deze dinsdagochtend door elkaar heen aan de grote tafel in de ruimte waar activiteiten worden aangeboden. Ze smullen van Marokkaanse koekjes die vrijwilligster Sarah uit haar geboorteland heeft meegebracht. Aan de wand hangen tekeningen en schilderijen. Op een kast staat een rijtje geverfde maskers.

Er zijn deze dag enkele nieuwelingen. Ze worden direct in de groep opgenomen. Gesprekken komen spontaan tot stand. Het tekent de sfeer, waarin ruimte is voor een lach en een traan.

Hersengymnastiek

Vanmorgen staat schilderen en tekenen op het programma met Adadya Lugthart – „Ik ben zelfstandig hulpverlener.” Adadya gaat naast Joyce zitten. Ze doet wat klodders verf op een palet. „Deze penseel mag je in een van de kleuren dopen. Misschien is het leuk een ritme te bedenken.” „Deze kleur nemen?” vraagt Joyce. „Ja, zo lijkt het bijna vuur in een pot. Kun je die vuurpot verder vullen?” stimuleert Adadya.

Het valt op dat de bezoekster, die eerst stil was, nu veel praat. Adadya: „Niet te snel „mooi” roepen. Probeer eens een andere kleur. Ik leid je maar een beetje. Doe net alsof je vingers mogen dansen en denk niet te veel na. Laat je handen werken, want dat is een soort hersengymnastiek.” Ze legt haar aanpak uit. „Het is geleide creativiteit, waarbij ik probeer te duiden wat mensen bezighoudt, onder andere hun angsten. In de hoop dat ze zich vrijer voelen.”

Henk geniet van het activiteitenaanbod in het Odensehuis. „Van wandelen en werken in een park bijvoorbeeld. Maar schilderen is niet mijn ding. Bij zo’n activiteit zit ik meestal bij de boekenkast te lezen of ik doe ik zoals vandaag boodschappen.”

Vergeetachtigheid

Gon schetst met viltstift een bloem op een papier en geeft het vel daarna aan Irene. „Ik heb een opzet gemaakt, ga jij maar verder.” Het duurt even, maar uiteindelijk tekent de bezoekster gras om de bloem.

Henk stapt na een tijd binnen met de boodschappen. „Volgende week moet ik weer zoeken waar alles staat. Vanmorgen heb ik een winkelmedewerker maar gevraagd waar ik de suiker kon vinden. Ik ben vertegenwoordiger geweest en fungeerde als vraagbaak voor mijn collega’s. Álle prijzen van onze producten wist ik. En nu ben ik vergeetachtig. Dat valt echt niet mee.”


Inloophuis

Het eerste Nederlandse Odensehuis opende in 2009 zijn deuren. Inmiddels zijn er ook Odensehuizen in Groningen, Oud-Beijerland, Vlissingen, Wageningen en in Amsterdam-Zuidoost, Amsterdam-Oost en in Amstelveen. De opzet ervan stoelt op een soortgelijk initiatief in de Deense plaats Odense. In het inloophuis zijn mensen met dementie, hun mantelzorgers en hun vrienden welkom. Met name degenen die nog geen gebruikmaken van professionele zorg. Ze kunnen er terecht voor een praatje, een gespreksgroep of voor een activiteit.

Het Amsterdamse Odensehuis wordt door vrijwilligers gerund, terwijl er een betaalde coördinator is. Voor verschillende activiteiten worden professionals ingehuurd. Volgens coördinator Bep van Oostrom voorziet het Odensehuis in een behoefte. „Bezoekers hebben hier niet het idee dat ze patiënt zijn, maar meer lid van een groot gezin. Er wordt een beroep op hen gedaan, waardoor ze zich nuttig voelen.

Mensen met dementie en hun mantelzorgers zijn vaak eenzaam en kennen schaamte. Contact met lotgenoten betekent dan een verademing. Wij bieden hun informatie en begeleiding, een plek waar ze zichzelf kunnen zijn en zich kunnen voorbereiden op wat komen gaat. Het blijkt dat veel bezoekers van een Odensehuis langer zelfstandig blijven.

Van Oostrom erkent dat ook Alzheimer Cafés als vraagbaak kunnen dienen. „Dergelijke bijeenkomsten vinden slechts één keer per maand plaats, terwijl wij vrijwel dagelijks open zijn.”

Woensdagmiddag 24 september vindt in Amsterdam het symposium ”Odensehuis – Mensenhuis – Nu en in de toekomst” plaats.

>>odensehuis.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 2014

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

„Bezoekers met dementie begrijpen mij”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 2014

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's