Benedictus van Nurcia over tijdmanagement
De bekende spreuk ora et labora (bid en werk) staat niet in de Bijbel, maar komt uit de benedictijnse traditie. De monnik Benedictus van Nurcia (ca. 480-550) stelde 1500 jaar geleden een regel op voor een leven van gebed en arbeid. Daar kunnen 21e-eeuwse christenen nog wat van leren bij het invullen van hun agenda.
Natuurlijk schreef Benedictus zijn ”Regula” in de eerste plaats voor de (toekomstige) abten en monniken van het mannenklooster dat hij in 529 had gesticht op een hoge rots in Zuid-Latium, zo’n 140 kilometer ten zuiden van Rome. Deze regel lijkt hard en streng, maar eigenlijk zit er best wel wat rek in de leefregels – bijvoorbeeld in welke psalmen er op welk moment gezongen moeten worden. Een andere ordening mag, als het hele psalter –alle 150 psalmen– maar in een week tijd aan de orde komt.
Over de verhouding tussen bidden en werken is Benedictus echter heel duidelijk: gebed gaat aan de arbeid vooraf. Wie aan een goed werk begint, moet God „dringend” bidden dat Hij het tot voltooiing brengt. „Hij heeft ons al tot Zijn zonen willen rekenen en mag nooit bedroefd raken over slechte daden van ons. We moeten Hem te allen tijde gehoorzamen met de kwaliteiten die Hij in ons heeft gelegd.”
Benedictus benadrukt dat een gebed kort, zuiver en eerbiedig moet zijn. „Als we aan machtige mensen iets willen voorleggen, durven we dat alleen te doen in nederigheid en eerbied. Eens temeer geldt dat wij de Heere, God van al wat is, moeten smeken in alle nederigheid en zuivere devotie.”
Ledigheid is de vijand van de ziel, vindt Benedictus. Daarom dienen de broeders zich op bepaalde tijden bezig te houden met handwerk en op bepaalde uren met geestelijke lezing. „Want dan pas zijn ze werkelijk monniken, als ze leven van het werk van hun handen, zoals ook onze vaders en de apostelen.”
Het dagelijks werk dient uit liefde te gebeuren – ook de blijkbaar onder monniken minder populaire keukendienst. „Zwakkere broeders krijgen ondersteuning zodat ze het werk niet met tegenzin hoeven doen.”
En als het werk klaar is? Dan is er dankzegging door het opzeggen van een vers: „Benedictus es Domine Deus, qui adiuvasti me et consolatus es me.” „Gezegend zijt Gij, Heere God, Die mij hebt geholpen en getroost.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2014
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2014
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's