”Vrouw van Jezus”-fragment is geen probleem
Protestanten hoeven niet geschokt te zijn door de vraag of Jezus een vrouw had, zoals het omstreden Vrouw van Jezus-fragment stelt, aldus prof. dr. J. van Oort.
Anderhalf jaar geleden was het groot nieuws: er was een stukje papyrus opgedoken dat spreekt over „Jezus’ vrouw.” Op de voorkant staat letterlijk in het Koptisch: „Mijn moeder gaf me (het) lev[en]. De discipelen zeiden tot Jezus: [ ] Maria is het [niet?] waardig. [...] Jezus zei tot hen: Mijn vrouw ... [...] zij is in staat mijn discipel te zijn ... [...] Laat de goddeloze mens opzwellen ... Wat mij betreft, ik verblijf bij haar opdat ... een beeld ...”. De achterkant van het papyrus meldt nog eens de woorden „mijn moed[er]” en „drie”.
Wereldwijd trok dit nieuws grote aandacht. Maar was het papyrus wel echt? Het werd met grote stelligheid gepresenteerd als daterend uit de vierde eeuw. Dat wil zeggen: uit ongeveer dezelfde tijd als de befaamde geschriften die in december 1945 nabij Nag Hammadi in Egypte zijn gevonden. Met die geschriften, waaronder het Evangelie van Filippus en het Evangelie van Thomas, zou het ook veel verwantschap hebben.
Bijna onmiddellijk nadat Karen King haar vondst had aangekondigd op een congres in Rome kwam de kritiek. En die was niet mals. De Harvardhoogleraar King zou door een bedrieger zijn beetgenomen. Het schrift op het stukje papyrus was ronduit onbeholpen, eigenlijk alleen maar typerend voor een vervalser. Bovendien bevatte de tekst grammaticale onregelmatigheden. En wel heel toevallig: een blunder in het Koptisch is precies zo óók te vinden in een interneteditie van het Evangelie van Thomas. Alles leek te wijzen op geraffineerd bedrog.
Snipper
Vorige week was vrijwel het gehele nieuwe nummer van Harvard Theological Review aan de papiersnipper gewijd, met daarin het antwoord van Karen King. Opvallend is allereerst dat dr. King haar stellige claim dat het stuk papyrus uit de vierde eeuw zou dateren helemaal laat vallen. Intussen zijn er uitgebreide tests gedaan die zowel de ouderdom van het papyrus als van de inkt moesten vaststellen. Ook laten deskundigen hun licht schijnen op het karakter van het schrift. En uiteraard komen ook de grammaticale afwijkingen uitgebreid aan de orde.
De eerste zin van haar eerste aankondiging luidde: „Voor het eerst wordt hier een fragment uit een vierde-eeuwse codex gepubliceerd dat een dialoog bevat tussen Jezus en zijn discipelen waarin Jezus spreekt over „mijn vrouw.”” Maar op ouderdom getest was toen noch het stukje papyrus noch de inkt. Nu, bijna achttien maanden verder, wordt gesteld dat het om een stukje papyrus uit de achtste eeuw gaat.
Wat mogen we van dit alles denken? Allereerst toch wel dat de wereldwijde aankondiging geheel misplaatst was. Met stelligheid werden feiten geclaimd die –voorafgaand aan tests– geen feiten mochten heten. Slechts op paleografische gronden, dat wil zeggen alleen door deskundigen te laten kijken naar het gebruikte schrift, werden verregaande conclusies getrokken.
Tests van zowel het papyrus als de inkt wijzen nu naar veel latere tijd, ergens tussen de vierde en de achtste eeuw. Met daarbij de notitie dat het resultaat van de allerlaatste test, bekend geworden in maart dit jaar, uitkomt op een datum rond 741 na Chr.
Waarschijnlijk is het papyrus dus oud. Het lijkt evenmin in de moderne tijd door een vervalser met antieke inkt beschreven. Maar wat dan nog? Hooguit valt te zeggen dat –ergens in oudheid of vroege middeleeuwen, wellicht ergens in Zuid-Egypte– een schrijver deze woorden schreef. Dat kan erop wijzen dat er onder christenen in die tijd een traditie bestond over een „vrouw van Jezus” die ook aangeduid wordt als „discipel.” Inderdaad hebben dergelijke tradities bestaan en kunnen die zeer wel teruggaan tot vroeger eeuwen.
Echter, enig bewijs dat de historische Jezus getrouwd zou zijn geweest heeft deze tekst absoluut niet. Het is uitermate jammer dat de discussie zich met zo veel felheid op dit onderwerp heeft toegespitst.
Bezinning
Ik merk daarbij op dat reformatorische christenen zich door een dergelijk onderwerp niet geschokt behoeven te voelen. Voor Rome is een eventueel gehuwd zijn van Jezus een onmogelijkheid. Een centraal argument voor het celibaat van priesters vervalt dan immers. Mede hierom liet de Osservatore Romano als spreekbuis van het Vaticaan zich vrijwel direct kritisch uit over het fragment. Maar ook in Nederland meende recent nog een strengrooms-katholiek deskundige dat elke authenticiteit aan het document moet worden ontzegd.
Reformatorisch perspectief zegt allereerst dat de oudste en tegelijk canonieke evangeliën niets melden over een eventueel gehuwd zijn van Jezus. Veel van zijn leven voor zijn openbare optreden is ons onbekend. Daarmee behoeft een eventueel gehuwd zijn niet categorisch en zelfs dogmatisch uitgesloten te worden. Waarschijnlijk is het niet, want er is in de oudste teksten geen enkele indicatie. Maar onmogelijk is het ook niet: in Jezus’ dagen was een rabbi gewoonlijk getrouwd.
Deze vraag eerlijk onder ogen te zien behoedt ons voor twee gevaren. Allereerst voor een (bewuste of onbewuste) onderschatting van de hoogheid en heiligheid van het huwelijk. Anderzijds is er het gevaar dat het waarlijk en voluit mens-zijn van Jezus niet wordt erkend.
De wereldwijde discussie rond een dubieus fragment kan ons dit weer te binnen brengen. Een nogal kromme stok geeft zo mogelijk nog een rechte slag.
De auteur is hoogleraar vroege christendom in Nijmegen en Pretoria en co-editor van ”Nag Hammadi and Manichaean Studies.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 2014
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 2014
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's