Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een huis vol helpers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een huis vol helpers

Van Donald Duck naar boswachter Otto

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een in 2009 verschenen rapport schetste een zorgelijk beeld van bevindelijk gereformeerde ouders in gesloten, Zeeuwse dorpen. Hulp zoeken bij gezinsproblemen? Niet aan de orde, een mens heeft te dragen wat hem overkomt. Het project Drempels slechten moest de zorgmijding terugdringen. „Ik zie dat deze kring steeds opener wordt.

De moederkring van de gereformeerde gemeente in Nederland in Bruinisse is weer achter de rug. De zes vaste deelneemsters haasten zich vanuit de woning van de gastvrouw terug naar huis of naar school, waar de middagpauze bijna gaat beginnen. Aan de orde op de derde bijeenkomst was een hoofdstuk uit ”Ruimte door regels” van jeugdpsychologe Sarina Brons-van der Wekken. „Een heel bruikbaar boek met goede gespreksvragen”, vindt Aline Flikweert-Houtekamer, moeder van vier kinderen en coördinator van de kring.

„De groep die net bijeen was, is bedoeld voor moeders van oudere kinderen”, vertelt Flikweert, invaljuf op de Ds. Pieter van Dijkeschool in Bruinisse. „Daarnaast is er nog een voor moeders van peuters en kleuters, die inmiddels uit acht deelnemers bestaat.”

„Toen we begonnen, reageerden nogal wat moeders afwachtend en sceptisch”, blikt moeder Janita Knop terug. Ze assisteert Flikweert bij het regelwerk voor de kringen. „Een van de moeders zei: Moet ik bij jullie de vuile was buiten komen hangen? Dat geloof je toch niet?” Dat stadium is ‘de groep van 14’ inmiddels voorbij. „Buiten praten we met geen woord meer over wat er binnen gezegd is. Daardoor groeit de onderlinge band”, verzekert Knop.

Diepgang aanbrengen zien beide moeders als hun belangrijkste taak. Flikweert: „Onze kinderen worden geboren met een ziel voor de eeuwigheid. De ene opvoedvraag weegt daardoor veel zwaarder dan de andere. Op de Ds. Pieter van Dijkeschool mag een meisje geen legging dragen, maar een discussie daarover probeer ik te mijden. Het gaat om de kern.”

Het introduceren van vrouwenochtenden zou „de relatieve geslotenheid” in de opvoedcultuur van „bevindelijk gereformeerden” in Zeeland kunnen doorbreken, schreef adviseur dr. S. D. Post van het bureau SDP | Advies in 2009 in zijn rapport ”Drempels slechten”. Het rapport verscheen op initiatief van de Zeeuwse SGP-gedeputeerde van Jeugdzorg, Van Heukelom. Aanleiding waren de signalen die hij van Zeeuwse jeugdzorginstellingen kreeg over bevindelijk gereformeerde ouders die bij gezinscrises de zorg zouden mijden. „Uit het rapport viel af te leiden dat de drempel om professionele hulp te zoeken soms inderdaad hoog was. Vooral bij gedragsproblemen die niet meteen psychisch zijn te labelen, zoals losbandigheid, onhandelbaar zijn, stelen of overmatig drinken”, blikt hij terug.

Wantrouwen tegenover de veelal seculiere hulpverlening bleek een belangrijk argument voor zorgmijding. Veel jonge moeders twijfelden bovendien aan hun vaardigheden als opvoeder. Van Heukelom: „Het leek me mooi als ze elkaar bij een geopende Bijbel deelgenoot zouden kunnen maken van hun vragen, maar echte eilanders redden zich liever op eigen kracht.”

Toeval of niet; in het Haagse denken over de jeugdzorg werd ”eigen kracht” steeds meer een kernbegrip. Van Heukelom: „In de nieuwe Jeugdwet draait alles om de vraag: Hoe ver komen de ouders met behulp van hun eigen netwerk? Denk aan familie, vrienden, kerk of school. Post zag die ontwikkeling en zei terecht: Dáár liggen jouw kansen. Ouders die niet met externe hulpverleners over hun problemen willen praten, willen dat soms nog wel met familie of scholen en de aanverwante begeleidingsdiensten en expertisecentra, zoals het Ds. G. H. Kerstencentrum en Driestar Educatief. Ambtsdragers kunnen eveneens signalen krijgen dat het in een gezin niet goed zit. Wij vonden dat zij net als leerkrachten beter moesten worden voorgelicht en bijgeschoold.”

In twee dorpen gingen Van Heukelom en Post vanaf 2011 al experimenterend met de eigenkrachtbenadering aan de slag: Sint Annaland en Bruinisse. De christelijke zorginstelling Agathos, die in Zeeland een sterke positie heeft in de pedagogische thuishulp, organiseerde een aantal voorlichtingsavonden voor reformatorische ouders, samen met de GGD Zeeland. Van Heukelom: „Je hoopt dat ouders in Bruinisse daardoor vaker durven binnenlopen bij het opvoedspreekuur van de GGD.” Het Ds. G. H. Kerstencentrum verzorgde met de GGD de oudercursus ”Opvoeden & zo” voor reformatorische ouders uit beide dorpen. Kerkenraden van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland werden geïnstrueerd door SGJ Christelijke Jeugdzorg, en behalve in Bruinisse functioneert inmiddels ook in Sint Annaland een moederkring.

Volgens de begroting kostte het SDP-advieswerk in Bruinisse en Sint Annaland de provincie een bedrag van 132.700 euro. „Een koopje”, verzekert Van Heukelom. Op een symposium in Middelburg komt woensdag de vraag aan bod wat de twee pilots hebben opgeleverd. In het eindrapport staat dat leerkrachten van scholen in beide dorpen nu beter in staat zijn signalen van onveiligheid te registeren en daar wat mee te doen. „Ook ambtsdragers zijn op dit punt nu veel beter geschoold.”

Tijdens haar wekelijkse opvoedspreekuur in de plaatselijke bibliotheek van Bruinisse heeft Marjolijn Lubberts nog niets gemerkt van een stijgend aantal bezoeken van bevindelijk gereformeerde ouders. Als jeugdverpleegkundige en pedagogisch adviseur van de GGD Zeeland ziet ze wel dat de mogelijkheden voor „strenggereformeerde” ouders om via hun eigen scholen in eigen kring advies in te winnen sinds 2011 enorm verbeterd zijn. „Indien nodig kan ook Agathos deze ouders doorgeleiden naar de benodigde tweedelijnsexpertise. Het Centrum voor Jeugd en Gezin heeft de mogelijkheid om door te verwijzen naar deze collega-instelling.”

Dat ouders de oplossing voor gezinsproblemen het liefst in eigen kring blijven zoeken, vindt Lubberts niet erg. „Als ze maar ergens aan de bel trekken. En als ze maar weten dat ze ook op mijn spreekuur van harte welkom zijn.”

Posts aanbeveling om de „gesloten opvoedcultuur” open te breken, noemt Lubberts de spijker op zijn kop. „Onlangs vertrouwde een Zeeuwse moeder mij zomaar toe dat haar moeder de opvoeding van haar twaalf kinderen had beleefd als één groot zwart gat. Voor mij zijn dat de momenten om de oren te spitsen en te denken: Ja, en jij dan? Deze moeder begon helemaal uit zichzelf te vertellen dat haar man en zij keuzes hadden gemaakt rondom kindertal en gezinsgrootte, en dat ze die ook samen hadden voorgelegd aan God. Zo’n gesprek zou een jaar of wat geleden echt veel minder denkbaar zijn geweest.”

Arina Goedegebuure denkt dat door de vrouwenochtenden die zij leidt in Sint Annaland steeds beter bekend wordt dat Driestar Educatief en het Ds. G. H. Kerstencentrum via de basisscholen ook in Zeeland hulp geven en veel praktisch opvoedmateriaal ontwikkelen. „Maar dan moeten ook de moeders met grote opvoedzorgen naar de kring komen”, reageert Aline Flikweert. Janita Knop: „Veertien deelnemers is prachtig, maar toen we met de vrouwenochtenden begonnen, hebben we wel vijftig uitnodigingen verstuurd.”

De moeders van de kring in Bruinisse gaan volgens Flikweert en Knop nooit uiteen zonder elkaar de vraag te hebben gesteld: hoe stel ik grenzen? Flikweert: „De vraag of je kind achter de computer naar filmpjes mag kijken, of de vraag of jouw puber een smartphone met open internet krijgt, komt elke keer terug. Een kind dat op latere leeftijd ontspoort omdat het in de opvoeding te weinig is gecorrigeerd, voor veel moeders is dat een schrikbeeld. Maar de grote vraag is: hoe pak je het aan?”

Knop: „In een van de gezinnen hadden de kinderen de tekenfilmpjes ontdekt van Donald Duck. Vanaf dat moment waren ze niet achter de computer weg te branden, maar hun moeder vond het helemaal niks. Ze zat met de handen in het haar, tot een van de moeders op de kring haar tipte over Koek en Ei, een EO-kinderprogramma. Kinderen gaan daarin met boswachter Onno en dierverzorgster Anna mee de natuur in. Heel informatief. In dat gezin is nu de regel: één keer per week Koek en Ei kijken. Maar dan geen rare tekenfilmpjes meer waar je niks van leert.”


„Hulp samen opbouwen”

„Het project ”Drempels slechten” bepaalt ons erbij wat er aan arbeid en moeite ten koste moet worden gelegd vanwege de zonde”, stelt diaken M. Goedegebuure van de gereformeerde gemeente in Nederland in Sint Annaland, een van de ambtsdragers die in de pilot participeerden. „We hebben overduidelijk te maken met de krachten van de geestelijke boosheden in de lucht. Meer dan vroeger is het tot welzijn van de jeugd en vele ouderen nodig om er vroegtijdig voor hen te zijn.”

Op de Rehobothschool in het nabijgelegen Stavenisse draait psychologe Ada de Jong van het Ds. G. H. Kerstencentrum eens per week een opvoedspreekuur voor ouders uit Sint Annaland en omgeving. Goedegebuure: „Dit initiatief wordt bekostigd door de vier kerken waar de school van uitgaat, waaronder onze gemeente in Sint Annaland.”

Hulp krijgen is ook: met een vriendin of een leerkracht over gezinsproblemen kunnen spreken, stelt Goedegebuure. „Die hulp moeten we samen opbouwen.” De ambtsdrager onderstreept dat het niet voorhanden zijn van een christelijke zorginstelling bij gezinsproblemen geen argument mag zijn om hulp te weigeren. „We mogen nooit boven de middelen gaan staan, maar moeten deze op een verantwoorde manier als gaven gebruiken. De gewonde man die was overvallen door de rovers stuurde de Samaritaan ook niet weg.”

„Als christelijke instellingen niet voorhanden zijn of onder de maat presteren, moeten we ons wenden tot de niet-christelijke”, stelt ook diaken A. J. Deurloo van de gereformeerde gemeente in Nederland in Bruinisse. „Ouders hebben eventuele verkeerde denkbeelden van niet-christelijke instellingen met hun kinderen te bespreken en hen daarbij te wijzen op de Bijbelse weg.” Kerkenraden moeten ouders het spoor wijzen waarlangs hulp verkregen kan worden en daar indien nodig ook op aandringen, aldus Deurloo. „Het gaat om het belang van het kind.”

„Drempels slechten doet geen nut als we door het project niet samen met onze kinderen in de schuld terechtkomen”, benadrukt Goedegebuure. „Geve de Heere dat ook die drempel mag worden geslecht.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 april 2014

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

Een huis vol helpers

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 april 2014

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's