Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Juliana als ambassadrice

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Juliana als ambassadrice

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prinses Juliana heeft intens genoten van het verblijf in Canada tijdens de oorlogsjaren. Daar, ver weg van de oorlog en de politiek, had ze alle tijd voor het huishouden en haar dochtertjes Beatrix, Irene en later ook Margriet. Aldus lange tijd het heersende beeld. Er klopt niets van dit cliché, stelt Jolande Withuis in een nieuw boek over Juliana in oorlogstijd. Die conclusie hebben andere historici echter al eerder getrokken.

Withuis’ boek, dat donderdag wordt gepresenteerd, is een opmaat naar de biografie van koningin Juliana die ze volgend jaar wil voltooien. Het zal niet bij de ontmaskering van dit ene verkeerde beeld blijven: „De figuur van koningin Juliana gaat schuil onder een dikke laag clichés”, valt de onderzoekster van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) in haar woord vooraf met de deur in huis.

„Juliana’s reputatie als apolitieke, passieve huisvrouw contrasteerde scherp met de strijdbare reputatie van haar moeder en haar man, die zich in Londen in het brandpunt van de geallieerde oorlogvoering hadden bevonden”, stelt de sociologe. De wijsheid dat de werkelijkheid anders was, bezit ze nog niet lang, erkent ze royaal: „Ik begon mijn research naar Juliana in de jaren ’40-’45 met datzelfde beeld voor ogen. Het bleek volstrekt onjuist. Dat had ik overigens kunnen weten. Prinses Wilhelmina schreef al in 1949 dat, helaas, in eigen land de inspanningen van haar dochter voor de goede zaak nauwelijks waren doorgedrongen.”

En dat bleef volgens Withuis tot op heden zo: Wilhelmina en Bernhard leverden strijd tegen de nazi’s en brachten hun nachten door in publieke schuilkelders –hoewel inmiddels ook wel duidelijk is dat Bernhard van die jaren vooral erg genoten heeft–, „terwijl Juliana aan de veilige kant van de oceaan in een villa omringd door lommerrijke tuinen voor huismoeder speelde.”

Niet dus. En „die opzienbarende ontdekking is de aanleiding voor deze uitgave bij gelegenheid van haar tiende sterfdag”, op 20 maart. Ode aan een vergeten ambassadrice.

Maar hoe opzienbarend is die ontdekking eigenlijk? Withuis geeft zelf aan dat eerdere auteurs al kanttekeningen bij dat heersende beeld maakten. In een noot somt ze hen op: „Brendel; Herenius; Van Heuven-van Nes; Van Nieuwenhuizen; Schenk & Van Herk.” De oudste van die publicaties is van Schenk en Van Herk (1980). Het lijkt dus vooral een persoonlijke ontdekking voor Withuis te zijn geweest; nieuw is haar conclusie niet. Van Nieuwenhuizen concludeerde in 2009 zelfs dat het optreden van Juliana in Canada met haar contacten in de Verenigde Staten meer voor de monarchie heeft betekend dan dat van haar moeder en haar man in Londen. De vraag rijst waarom Withuis de conclusies van deze auteurs nauwelijks beschrijft, terwijl ze wel uitvoerig kritiek levert op historici die Juliana’s rol kleineerden. Van Nieuwenhuizen stelt dat Withuis haar „ontdekking” ten onrechte als iets nieuws presenteert.

Lafenis door brieven

„Ik vind het zo heerlijk dat we Hitler verlakt hebben & ontvlucht zijn. Het had nog wel voeten in de aarde”, noteerde Juliana nadat ze in mei 1940 naar Engeland was gevaren. Ze leek het gedwongen vertrek uit Nederland vrij ontspannen te hebben ondergaan. Aan een vriendin schreef ze hoe fijn het was geweest dat Beatrix het luchtalarm als een spelletje had opgevat en verlangend had gevraagd: „Mammie, mammie, wanneer komt de muziek nou weer?”

Maar toen koningin Wilhelmina haar dochter gebood naar Canada te vertrekken omdat het ook in Engeland niet veilig genoeg was, was Juliana in tranen. De scheiding viel ook haar moeder zwaar: „Ik verlang ontembaar en onrembaar naar jou, mijn lieveling; ik hoop op veel lafenis door brieven.” Die kreeg ze. Veel.

Kort na aankomst riep Juliana de Canadese bevolking via de radio ertoe op de strijd tegen het nazibewind te steunen. „Juliana was werkelijk magnifiek. Ze klaagde echt nooit, liet nooit iets zien van ongelukkigheid, maar stortte zich in alles wat er voor de oorlog gedaan werd”, schreef de achternicht –echtgenote van de Britse gouverneur– bij wie ze enige tijd onderdak genoot.

Volop actief

De kroonprinses voelde zich in Canada direct thuis. Het beeld dat ze er als een gewone huisvrouw leefde, noemt Withuis echter „onzinnig.” Zo werd het eten door dienstmeisjes of professionele koks klaargemaakt.

Juliana deed heel wat meer dan „breien, bloed geven en de verkoop van tweedehandsspulletjes in de Rode Kruiswinkel.” Ze maakte veel reizen ten behoeve van de geallieerde zaak, waaronder diverse tour- nees door de Verenigde Staten, die aanvankelijk onwillig waren aan de oorlog deel te nemen.

Juliana nam in 1940 het initiatief om sinterklaas- en kerstpakketten te maken voor Nederlandse zeelieden. Ze ontving de bemanningen van Nederlandse schepen die aanmeerden in Halifax en ook de vaderlanders die via Curaçao naar Canada kwamen om zich bij de strijdkrachten te voegen. Ze moedigde de militairen aan. Via de briefwisseling met haar moeder dacht ze mee over het regeringsbeleid.

De jonge kroonprinses hield meer dan zestig toespraken, en die verrasten door hun strijdvaardige toon. Minstens acht keer bezocht ze het Amerikaanse presidentsechtpaar Roosevelt, met wie een warme band ontstond. Ook door het geven van persconferenties was Juliana een goede ambassadrice van haar overmeesterde land. „Ja, ’t is heerlijk iets voor je land te kunnen doen in het buitenland”, verzuchtte ze. Anders dan het lange tijd gangbare beeld van haar Canadese periode suggereerde, was de prinses dan ook veel van huis. Withuis somt alle ”optredens, reizen en radioredes” op.

Welbewust gekleineerd

De auteur hekelt de geschiedschrijving van oorlogskenner dr. L. de Jong, die de inspanningen van de prinses verzweeg. „Sekse-ideologie” vindt ze De Jongs opmerking dat Juliana’s plaats in die tijd dezelfde was als die van andere moeders met jonge kinderen. Het bestrijden van die ideologie lijkt een belangrijk doel van Withuis’ boek te zijn, want volgens haar wist De Jong beter. Hij heeft Juliana’s politieke activiteiten „welbewust gekleineerd.” Haar oorlogsbestaan was „compleet anders dan het ‘onbenullige leven’ waarmee De Jong zijn koningin voor het nageslacht heeft opgezadeld.”

Prins Bernhard droeg overigens aan het huiselijk beeld van zijn echtgenote bij door de foto’s en films die hij tijdens zijn bezoeken aan Ottawa maakte. Juliana zorgde zelf echter ook voor onjuiste beeldvorming. Het is onbevredigend dat dat in dit boek onbesproken blijft: „Over Juliana’s eigen aandeel in het uit zicht raken van haar werkelijke bestaan in deze jaren kom ik uitgebreid te spreken in mijn biografie”, belooft Withuis.

Ook andere uitspraken roepen om een vervolg, zoals: „De lezing in mei 1944 was bij mijn weten de eerste waarin ze de vernietiging van de Joden aan de orde stelde.”

Voor de kroonprinses vormde het verblijf in Canada „een zeer gelukkige episode. Vijf jaren waarin ze zelf richting had gegeven aan haar leven en zelf verantwoordelijkheid had gedragen. Waarin haar leven eindelijk een doel had gekend, waarin ze zich een vrij en waardevol mens had gevoeld.”

>>rd.nl/konhuis


Keizerlijke familie: Geef Huis Doorn terug

Georg Friedrich Ferdinand (37), prins van Pruisen, wil Huis Doorn terughebben, kondigde hij vorige week opnieuw aan. Het was vroeger van zijn overgrootvader Wilhelm II (1859-1941), de laatste Duitse keizer. De familie raakte aan het eind van de Eerste Wereldoorlog zijn macht kwijt, aan het eind van de Tweede veel bezittingen.

Toen Oost-Duitsland onder Sovjetheerschappij kwam, moest het huis Hohenzollern onder meer Slot Lindstedt bij Potsdam, Slot Rheinsberg, het voormalige matrozenstation aan het Junfernmeer en Krongut Bornstedt afstaan. Na de hereniging van Duitsland kon prins Louis Ferdinand (1907-1994), hoofd van de Hohenzollernfamilie, weer aanspraken doen gelden op de voormalige familiebezittingen.

Binnenkort beslist de Duitse rechter of de familie een schadeloosstelling krijgt. Dat wordt wellicht niet meer dan 10 procent van de 21 miljoen euro die het genaaste bezit waard is.

Eerst moest worden beoordeeld hoe de houding van de keizerlijke familie tegenover het naziregime was geweest. Louis Ferdinand had contact met degenen die in 1944 een aanslag op Hitler beraamden. Zijn vader en ooms waren wat minder brandschoon, maar de beoordeling viel vooralsnog in het voordeel van de Hohenzollerns uit.

De familie is ook al generatieslang bezig Huis Doorn in handen te krijgen. Wilhelm II heeft 500.000 gulden voor zijn ballingsoord betaald en dus menen zijn nazaten er recht op te hebben. De Nederlandse staat nam het gebouw na de oorlog in beslag. Het enige wat de familie nog bezit, is het mausoleum in de tuin, waar Wilhelm II ligt opgebaard.

Huis Doorn is nu een museum en wil een centrale rol in de herdenking van de Eerste Wereldoorlog vervullen. Per 1 januari 2013 dreigde sluiting omdat de overheid de subsidie halveerde. Met de vervanging van betaald personeel door vrijwilligers kon het kasteel open worden gehouden.

Een van degenen die tegen sluiting protesteerden, was prins Georg Friedrich, hoofd van de keizerlijke familie. Overigens mag hij zich prins van Oranje noemen, vanwege de familieverwantschap met het Nederlandse koningshuis. Maar ook dat levert hem geen teruggave van het familiebezit op.


Boekgegevens

Juliana’s vergeten oorlog, Jolande Withuis; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam 2014; ISBN 978 90 234 8479 0; 128 blz.; € 14,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 3 maart 2014

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Juliana als ambassadrice

Bekijk de hele uitgave van maandag 3 maart 2014

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's