„Christenen, hoofd omhoog”
Makkelijk heeft ze het niet, de kerk. Maar dat betekent niet dat christenen daarom met een gebogen hoofd moeten rondlopen, vindt dr. Rowan Williams. „Laten we er niet te snel van uitgaan dat mensen het verhaal van de kerk niet willen horen.
Langzaam loopt Williams (63) de trap op richting de Gertrudiskapel in Utrecht, een schuilkerk uit de zeventiende eeuw. In die tijd mochten rooms-katholieken niet in het openbaar samenkomen – en tegenwoordig vinden veel mensen dat christenen hun geloofsovertuiging zo veel mogelijk achter de voordeur moeten houden.
Dat is precies, zegt de oud-aartsbisschop even later, wat christenen juist niet moeten doen: zich uit de samenleving laten verdringen. „De kerk maakt vaak een te angstige, bezorgde indruk. Dat was in de Vroege Kerk en bij Paulus heel anders. De apostel was bewogen, enthousiast, maar niet ongerust.”
Onmogelijke opdracht
Op tafel ligt zijn boek ”Geloof in de publieke ruimte”, een bundeling van lezingen die Williams hield als aartsbisschop van Canterbury (2003-2012). In die periode gaf hij leiding aan de wereldwijde anglicaanse gemeenschap, die zo’n 80 miljoen leden telt.
De kritiek bij zijn afscheid vorig jaar was niet gering. Volgens sommigen liet hij een verdeelde kerk achter en was hij niet in staat gebleken om de grote kerkelijke vraagstukken –vrouwelijke bisschoppen en homoseksualiteit– tot een oplossing te brengen. De Britse krant The Guardian schreef dat Williams vanzelfsprekend had gefaald, omdat dat nu eenmaal bij de functie van aartsbisschop hoorde: „Een goed man, een onmogelijke opdracht.”
Williams stak zijn eigen opvattingen niet onder stoelen of banken. De kerk kan volgens hem homoseksuele relaties erkennen als zij bereid is het Nieuwe Testament historisch-kritisch te lezen en nieuwe wetenschappelijke inzichten over menselijke seksualiteit te omarmen. Williams was ook een uitgesproken voorstander van vrouwen in het bisschopsambt, maar als kerkleider had hij de taak om ook de tegenstanders binnenboord te houden en ervoor te zorgen dat de anglicaanse gemeenschap niet zou scheuren. En dat is gelukt.
Geen vage leer
Williams praat zoals hij schrijft. Snel, met allerlei bijzinnen en nuanceringen, en soms wat wollig. Meestal duurt het even voordat hij zijn punt maakt. Williams is een denker, een intellectueel, die zeven talen spreekt. De toga van het Magdalene College in Cambridge, die hij sinds januari draagt, zit hem blijkbaar als gegoten. Misschien wel beter dan die van een aartsbisschop.
Als geestelijk leider van de Anglicaanse Kerk werd van hem verwacht dat hij op de een of andere manier commentaar gaf op allerlei actuele kwesties. De aartsbisschop sprak zich daarom uit over een heel scala aan onderwerpen, zoals de islam, het klimaat, de economie, mensenrechten en de verzorgingsstaat. En hij ging –succesvol– in debat met mensen die het christelijk geloof liever helemaal uit de samenleving zouden zien verdwijnen, zoals de atheïst Richard Dawkins.
Het christelijk geloof is geen vage leer, stelt hij, maar daagt de gangbare opvattingen over mens en wereld uit. Daarom doet een samenleving die de ervaringen van christenen achter de voordeur wil houden, zichzelf ernstig tekort. Volgens Williams heeft het niet veel zin om te debatteren over de scheiding van kerk en staat in een wereld waarin de staatkundige grenzen feitelijk nog maar een bescheiden rol spelen, onder meer door de komst van internet. Het wordt steeds moeilijker een duidelijke scheidslijn te trekken tussen publiek en privédomein. Religie zal nooit achter de voordeur kunnen blijven.
Williams noemt het een „hardnekkige fout” om vragen over religie steevast te behandelen als vragen over overtuigingen die min of meer te rechtvaardigen zijn voor het tribunaal van de publieke rede. De staat moet erkennen dat hij niet alles kan controleren.
Wat is de belangrijkste taak van de kerk in een seculiere samenleving?
„Dat is getuigen. Als iemand in Christus is, dan is hij een nieuwe schepping, zegt Paulus. En de kerk is er in de eerste plaats om bekend te maken dat er een nieuwe schepping is. Daar begint het mee. En daarna zijn we geroepen om nieuwe relaties met elkaar aan te gaan. Dat is wat de kerk in de samenleving moet laten zien.”
Een religieus leven is een materieel leven, stelt u.
„In alle relaties, zoals economische en internationale contacten, kunnen we getuigen of niet getuigen. We kunnen de realiteit van het nieuwe Koninkrijk laten zien of niet laten zien. Ik denk dat het Nieuwe Testament er als vanzelfsprekend van uitgaat dat relaties –tussen mannen en vrouwen, rijk en arm, Joden en Grieken–, het territorium zijn waarin het nieuwe leven zichtbaar wordt.”
En wat betekent dat praktisch?
„De kerk moet altijd laten zien wat de samenleving is vergeten. In mijn eigen stad Cambridge zorgen christenen uit verschillende tradities –anglicaans, katholiek en pinksterkerken– samen voor het verstrekken van voedsel aan hulpbehoevenden. Op veel plaatsen is de kerk prominent aanwezig in de hulp aan daklozen. In Afrika, dat ik tamelijk goed ken, zorgt de kerk voor misbruikte vrouwen en kinderen. Ze behartigt hun belangen bij nationale en internationale overheden. Dat is de praktische kant van het verhaal.”
Welke plaats neemt het kruis van Christus in?
„Het kruis brengt de nieuwe schepping, bevrijdt ons tot een nieuw leven. In onze gebeden en lofprijzing komen we daar steeds weer terug. En het kruis herinnert ons eraan dat God niet de mensen uitkiest die een geslaagd en comfortabel leven leiden. Jezus koos ervoor om buiten de stad te lijden, zegt de Hebreeënbrief.”
Nederland haalt het verbod op godslastering uit het Wetboek van Strafrecht. Moeten christenen zich nu zorgen gaan maken?
„Ik denk het niet. In Groot-Brittannië, waar dit ook speelde, bleek een verbod op godslastering heel moeilijk toe te passen. Er is namelijk geen algemeen aanvaard concept over de betekenis van blasfemie. Christus leed aan het kruis, werd door de mensen gelasterd en misbruikt, maar Hij bracht hen niet voor de rechtbank. We moeten accepteren dat het mogelijk is voor mensen om op een dergelijke manier te spreken. Dat is een van de tragedies van onze vrijheid. Een wettelijk verbod op godslastering zal daar weinig aan veranderen.”
Nederland seculariseert in hoog tempo. Kunnen christenen het tij nog keren?
„Het is niet aan mij om daar iets over te zeggen, want de Nederlandse context is weer anders dan de Engelse.”
Hij denkt even na. Dan: „Er zijn twee dingen. We moeten doorgaan met het ‘lokken’ van mensen, met het vertellen van het verhaal. We hebben christelijke schrijvers, kunstenaars, intellectuelen en journalisten nodig die dat doen. Zij kunnen een heel belangrijke rol vervullen. En lokale kerken kunnen getuigen door aanwezig zijn, door herkenbaar te zijn. Dat is geen garantie dat we succes zullen hebben, maar we moeten er nooit van uitgaan dat de samenleving het verhaal van de kerk niet wil horen. Ik bezoek vaak scholen en colleges en merkt dat jongeren niet vijandig tegenover het christelijk geloof staan.”
Het christelijk geloof is een verhaal van hoop en barmhartigheid, aldus Williams. „Als het verhaal van Jezus waar is, dan is er iets te hopen. Dan denk ik niet aan het leven na de dood, maar aan het volledige herstel van de mensheid. Dan is er compassie met mensen, wie ze ook zijn en hoe ze zijn: ze worden volledig gezien, geaccepteerd en genezen. En dat is een belangrijke boodschap, ook voor hen die dat niet zien of geloven.”
De voormalige aartsbisschop noemt het „tragisch” dat de kerk in het Westen vaak zo’n angstige indruk maakt. „Veel jongeren zien christenen als een groep mensen met grote zorgen.”
Christenen zouden niet bezorgd moeten zijn, maar vooral dankbaar. „Dat is de grondhouding van het christelijk leven. Kijk naar de brieven van de apostel Paulus. Hij dankt voor zijn bekeerlingen, en zij voor hem. En christenen mogen best weleens boven hun problemen uitstijgen. God is getrouw en de poorten van de hel zullen de kerk niet overweldigen.”
De kerk moet volgens Williams ook bereid zijn om bruggen te slaan naar mensen die zij vreemd of bedreigend vindt. „We zijn geroepen om elkaar de hand te reiken. Het is mijn ervaring dat het op plaatselijk niveau vaak vruchtbaar werkt om relaties met moslims aan te gaan. Ze waarderen het als ze zich welkom voelen. Of de islam misschien gaat veranderen, weet ik niet. De nieuwe generatie hoogopgeleide jongeren bestaat uit toegewijde moslims, maar ze verschillen cultureel sterk van de eerste generaties migranten. Ik ben daarom voorzichtig optimistisch over de plaats die de islam in de seculiere samenleving kan innemen.”
Lewis
Als het gesprek even later nog even over de Britse apologeet C. S. Lewis gaat, wordt Williams zichtbaar enthousiast. Hij schreef vorig jaar een boek over het „morele landschap” in de Kronieken van Narnia, en bij de herdenking van Lewis’ vijftigste sterfdag vorige maand hield Williams een overdenking in de Westminster Abbey in Londen. „Wat Lewis in de Kronieken van Narnia doet, is je een nieuw gevoel geven van wat geloven is. Heel vakkundig laat hij zien dat een wereld die in de greep is van tirannie en onderdrukking, door het geloof een nieuwe schepping wordt. Veel seculiere lezers zullen, zonder daar iets van te weten, hierin meegenomen kunnen worden.”
>>rd.nl/kerkbreed
In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag: prof. dr. Rowan Williams, voormalig aartsbisschop van Canterbury en leider van de Anglicaanse Kerk. Onlangs verscheen zijn boek ”Geloof in de publieke ruimte”.
Prof. dr. Rowan Williams
Rowan Douglas Williams wordt geboren 14 juni 1950 in Swansea, Wales. Hij studeert theologie in Cambridge en Oxford, waarna hij in 1978 tot priester in de Anglicaanse Kerk wordt gewijd. Vanaf 1986 bezet Williams een leerstoel in Oxford. Binnen de kerk maakt hij snel carrière: in 1991 wordt Williams bisschop van Monmouth, in 1999 aartsbisschop van Wales en in 2003 de 104e aartsbisschop van Canterbury. Tot 2012 is hij geestelijk leider van de wereldwijde anglicaanse gemeenschap, die ongeveer 80 miljoen leden telt. Williams, die tientallen publicaties op zijn naam heeft staan, is sinds januari als ”master” verbonden aan de universiteit van Cambridge. Hij is getrouwd met de theologe Jane Paul. Ze hebben twee kinderen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's