Cultuurkritiek in het spoor van ds. I. Kievit
Met het verschijnen later dit jaar van de Verspreide Geschriften van ds. I. Kievit (1887-1954) is diens oeuvre, zo schat ik in, meer dan verdubbeld.
De uitgave is vooral ook zo interessant omdat daarin een tot nu toe onbekende kant van Kievit aan het licht komt. We kennen Kievit als predikant en theoloog. In de ”Verspreide Geschriften” (grotendeels gebaseerd op tot nog toe ongepubliceerde contiolezingen) laat hij zich op erudiete wijze ook uit over pedagogische kwesties en over onze cultuur.
Zeven lezingen wijdde Kievit aan een onderwerp dat hij zelf ”statisch-dynamisch” noemde: alles wat statisch is, alles wat vaststaat, zo constateerde hij, was niet langer in trek. Het dynamische, alles wat in beweging is, was veel populairder. In deze lezingen heeft Kievit laten zien hoe deze nieuwe, dynamische, avontuurlijke, op verandering gerichte manier van denken zich op alle terreinen van het leven manifesteerde, binnen en buiten de kerk, in de cultuur, de politiek, de gehele samenleving. Alles wat vast stond moest op de schop. Kievit noemde dat het „kernprobleem van onze tijd.”
Ik denk dat Kievit met die constatering, met een soort briljante intuïtie, inderdaad een belangrijke kwestie signaleerde. Hij zag die drang tot dynamisering in zijn kerk en in de theologie, hij zag die in de wetenschap en in geheel de samenleving. Hij sprak zijn lezingen uit in 1949, maar over zijn analyse hangt al de donkere schaduw van de romantiek van de jaren zestig en zeventig, met zijn revoltes en opstand tegen het verleden, tegen een samenleving die doordrenkt was van het christelijk geloof maar die vooral (in de ogen van de 1968’ers) in tal van knellende instituties had geresulteerd. Wat men wilde was vrijheid en blijheid, vrijheid in relaties en seksualiteit en in de muziek, en men verzette zich tegen het gezag van ouders, leraren en docenten, en van de kerk: gezagdragers die hun vrijheid en authenticiteit alleen maar wilden beperken.
Kievit stelde vast dat ook de kerk in de greep van dit denken was geraakt. Ook het belijden van de Kerk moest ”dynamisch” worden. Dat leidde tot ontrouw aan de geest en de letter van de gereformeerde belijdenis en tot het primaat van het apostolaat. Ook de droom om het gehele Nederlandse volk via een gerevitaliseerde volkskerkgedachte te herwinnen, kon hij niet delen. Niet omdat hij dat niet wilde, maar omdat hij in zijn toekomstbeeld van de kerk mensen niet de drempel van de kerk opnieuw zag overschrijden, maar hen vooral óp de drempel van de kerk zag staan, klaar om haar te verlaten. En in die situatie moest de kerk zich niet op welke wijze dan ook aanpassen, maar zich concentreren op de handhaving van haar belijden, en aldus een pilaar en vastigheid van de waarheid zijn.
Je zou kunnen denken: wie zozeer oog heeft voor het gevaar van het dynamische, trekt zich terug op het statische. We houden het dan bij het oude en vertrouwde, en klemmen ons daar angstvallig aan vast. Aan een erkenning van de Bijbel als het Woord van God, aan een onvoorwaardelijke erkenning van de belijdenisgeschriften, en aan allerlei sociale codes die een groepscultuur heeft opgeleverd.
Maar zo gemakkelijk maakt Kievit het ons niet. Voor formalisme en zelfgenoegzaamheid is bij hem geen plaats. Hij schreef dat het statische en het dynamische een twee-eenheid behoren te zijn. De moderne tijd wil het dynamische zonder het statische, wil vrijheid en beweging en vooruitgang door alles wat in zichzelf gezag had, te verwerpen.
Een conservatief confessionalisme wil het statische zonder het dynamische. Maar ook dat is de dood in de pot. Het statische –het Woord en de belijdenis– vraagt niet alleen om erkenning maar ook om doorleving. De erkenning van de waarheid en de gehoorzame onderwerping daaraan behoren onlosmakelijk verbonden te zijn aan de dynamiek van een bevindelijk doorleefd geloof. „Het statische moet Bijbels gevuld zijn en het dynamische Bijbels bepaald.” In die dynamiek is er geen ruimte voor strikte logica – voor een logische redenering vanuit de uitverkiezing of een logische redenering vanuit het verbond.
„Het gaat om de correlatieve samenhang tussen het geloof en de heiligheid van Christus”, schreef Kievit. „Er is geen breuk tussen objectiviteit en subjectiviteit, tussen rechtvaardiging en heiliging, maar slechts die relatie waarin het in beweging zijnde leven vermaand wordt vanuit de genade. Het gaat hier niet over stabiliteit tegenover dynamiek, maar over beide tegelijk. En ook de zekerheid van het geloof en de vastheid van levensgang is niet zo te verstaan, dat de existentiële spanning van het geloof is vervangen door een gevaarlijk objectivisme.” In de dynamiek van ons geloof, met alle existentiële „wisselingen en zwenkingen”, kunnen wij niet rusten in statische redeneringen maar alleen in de stabiliteit van de trouw van God.
Kievit heeft de geest van de tijd haarscherp aangevoeld en er met kracht tegen gewaarschuwd. Het verdient daarom aanbeveling in zijn spoor onze tijd en cultuur kritisch te blijven doordenken.
Dr. Bart Jan Spruyt is voorzitter van de Edmund Burke Stichting, conservatief publicist, en leraar geschiedenis en maatschappijleer aan de Guido de Brès in Rotterdam. Hij schrijft iedere eerste zaterdag van de maand een opiniebijdrage.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 2013
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 2013
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's