Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Vergeving is niet zwart-wit”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Vergeving is niet zwart-wit”

Detective

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer kun je iemand zijn daden vergeven? Wat is het nut daarvan eigenlijk? En is het mogelijk om namens een ander om vergeving te vragen?

Moeilijke vragen waarover Roland Kalkman (Maassluis, 1971) de lezers van ”De laatste slag” laat nadenken. Ze raken de kern van het christelijk geloof. Tegelijk is het boek ook spannend, detectiveachtig en speelt het thema sport er een belangrijke rol in. Een opvallende combinatie. De verschijning van ”De laatste slag” valt samen met de Kinderboekenweek, die dit jaar als thema ”Sport en spel” heeft.

Meervoudig zwemkampioen

Hoofdpersoon in het boek –geschreven voor 13-plussers– is Jos. Tegen de zin van zijn moeder in gaat hij naar een zwemwedstrijd van zijn vader, Remi Hakkers, die meervoudig zwemkampioen is. Hakkers woont al lange tijd niet meer bij zijn vrouw en zoon en heeft nauwelijks een band met Jos. Zijn zwemcarrière staat voorop in zijn leven: niet de relatie met zijn kind.

Jos gaat naar de wedstrijd toe omdat hij zijn vader nog eenmaal wil zien zwemmen. Het is namelijk Hakkers’ laatste keer. Vanwege zijn leeftijd moet hij het professioneel zwemmen staken. Tegen de verwachting van de toeschouwers in, wint Hakkers. Dan gebeurt er iets schokkends: de topzwemmer wordt onwel en overlijdt korte tijd later in de ambulance, in het bijzijn van zoon Jos en zwemcoach Bram.

Vlak voor hij sterft, zegt Hakkers nog iets tegen zijn zoon. Hij geeft hem een opdracht: Jos moet namens zijn vader aan enkele mensen om vergeving vragen. Maar wie zijn die mensen? En wat heeft zijn vader dan gedaan? Daarop kan Hakkers geen antwoord meer geven. Wanneer Jos gehoor geeft aan de oproep, zet dat een keten van gebeurtenissen in gang. Bovendien blijkt zijn vader geen natuurlijke dood te zijn gestorven, maar te zijn vermoord.

Versie 7.3

Het was zogezegd een zware bevalling om ”De laatste slag” geboren te laten worden. Zeven jaar heeft Kalkman eraan gewerkt. Vijftien hoofdstukken moesten het veld ruimen, zeker twintig andere kwamen ervoor terug. Maar nu ligt er het eindresultaat. In de woonkamer van de familie Kalkman staat hij te pronken op de cd-kast. „De zevende versie is het, 7.3 volgens mij”, zegt de schrijver. Zelfs op het allerlaatste moment bracht hij nog cruciale wijzigingen aan in de laatste hoofdstukken. „Het was anders te voorspelbaar wie de moordenaar was.”

Waarom kostte het schrijfproces zo veel tijd?
„Dat had vooral een schrijftechnische oorzaak. ”De laatste slag” is ooit begonnen als een kort verhaal. Dat verhaal is nu de proloog in het boek. Ik schreef het als een oefening tussen twee andere publicaties in. Dat doe ik wel vaker, en meestal belanden die verhalen uiteindelijk in de prullenbak. Maar dit bleek meer in zich te hebben. Ik had het op Hyves gezet en toen bleken er enorm veel reacties op te komen. Mensen vroegen me bijvoorbeeld: Hoe loopt het af? Daardoor wist ik: hier moet ik mee verder.

Toen ik de eerste versie naar een uitgever had gestuurd, kreeg ik forse kritiek op het verhaal. Het rammelde gewoon aan alle kanten, schrijftechnisch gezien. „Laat deze man eerst maar een schrijfcursus volgen”, was de reactie. In eerste instantie was ik daar natuurlijk niet blij mee. Maar algauw dacht ik: Laat ik dit ter harte nemen. Ik volgde een schrijfcursus bij Scriptplus in Amsterdam. Dat was heel leerzaam.

Ik heb met tussenpozen aan het boek gewerkt. Steeds liet ik het even liggen om aan een ander verhaal te gaan werken, en daarna ging ik weer met ”De laatste slag” verder. Het was een lastig proces, maar ik wilde toch doorgaan met dit boek. Ik wist gewoon dat het iets goeds kon worden.”

In hoeverre is ”De laatste slag” anders dan uw eerdere boeken?
„Het is geschreven voor een wat oudere leeftijdsgroep. Mijn andere boeken zijn bedoeld voor kleuters en voor kinderen van een jaar of tien. Qua verhaallijn zit er meer diepgang in. In mijn kinderboeken geef ik als het ware zelf de antwoorden. Maar in ”De laatste slag” doe ik dat niet: ik probeer de lezer te prikkelen en zelf aan het denken te zetten.”

Over het thema vergeving bijvoorbeeld.
„Vergeving is een universele waarde. Als je iets fout hebt gedaan, wil je vergeving krijgen. Maar zo zwart-wit is het niet. Ik probeer een denkprikkel te geven, de lezer te laten nadenken over de vraag: als mij dat aangedaan zou zijn, hoe zou ik dan reageren? En vergeving vragen namens een ander, kan dat wel?

In de periode dat ik de eerste versie van ”De laatste slag” schreef, preekte onze dominee over het thema vergeving. Dat heeft me aan het denken gezet, wat ook weer doorwerkte bij het schrijven van dit boek.”

Wat hebt u met dit boek willen zeggen?
„Oei, dat is een lastige vraag.” Even stilte. „Om het kernachtig te zeggen: ik heb over willen brengen dat vergeving niet vanzelfsprekend is. Het is een proces, voor zowel de dader als het slachtoffer.”


Over Roland Kalkman

Roland Kalkman (1971) is geboren en getogen in Maassluis en woont daar nog steeds met zijn gezin. Hij en zijn vrouw hebben drie kinderen uit Colombia geadopteerd, twee meisjes en een jongen van inmiddels 5, 11 en 12 jaar oud. Het gezin is aangesloten bij de Nederlands gereformeerde kerk. Kalkman heeft jarenlang in het basisonderwijs gewerkt, onder meer in directiefuncties. Tegenwoordig werkt hij bij Auris Dienstverlening in Rotterdam als ambulant dienstverlener, wat inhoudt dat hij op basisscholen kinderen met gehoor-, taal- en spraakproblemen begeleidt.

De Maassluizer heeft diverse kinderboeken geschreven. In 1999 verscheen zijn eerste boekje: ”De lotus”. Daarna volgden diverse andere titels voor kleuters en tieners. Voor ”Geldjacht” en ”Rosa, straatverkoopster in Colombia” ontving hij in respectievelijk 2004 en 2005 de EigenWijsPrijs.


Fragment uit ”De laatste slag”

„„Jos”, fluistert hij. „Ben je daar?” Jos knikt. „Vergeef me!” „Ik ben er, pap!” „Ze moeten me vergeven!” Remi knippert met zijn ogen, alsof hij huilt zonder tranen. „Wat zeg je?” roept Bram boven de sirene uit. „Ik ben vergeven! Zeg het ze! Vraag... vraag of ze mij willen vergeven!” stamelt hij. „Wat bedoel je, pap?” Jos snapt er niets van. Hij kijkt naar de ambulancebroeder naast zich. „Is hij ... eh...” Bram draait met zijn vinger langs zijn voorhoofd, „...de weg kwijt?” „Hij kan gedesoriënteerd zijn, meneer”, zegt de broeder. Hij kijkt naar de monitor waar grillige slagen strepen maken op het scherm. Ineens voelt Jos de hand van zijn vader op zijn arm. „Vraag ’t ook aan Hester. Ik heb haar zo’n verdriet gedaan... en jou ook. Ga ook naar Vincent van Druten, uit mijn klas, uit H3c. Alsjeblieft! En...” Remi’s stem hapert.”

De laatste slag, Roland Kalkman; uitg. Den Hertog, Houten, 2013; ISBN 978 90 331 2574 4; 206 blz.; € 13,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 2013

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

„Vergeving is niet zwart-wit”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 2013

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's