Geteisterd worden door nieuwkomers
Op het parkeerterrein van een serviceflat waar ik sinds enige tijd over de vloer kom, werd op een avond een 45 kilometerautootje tegen een bus van een aannemer geduwd. Het was voor het eerst dat ik hoorde van het wangedrag van een grote groep Marokkaanse jongeren in de omgeving van het verzorgingscentrum waarvan die flat deel uitmaakt. De jongelui bleken het al langer op de bewoners en het personeel van dit centrum te hebben voorzien. Op het prikbord in de hal van de flat trof ik naderhand een lijst aan van een bewoner die alle incidenten op een rijtje had gezet. Een kleine bloemlezing: ruiten van auto’s vernield, toegangsslot van het gebouw gesloopt, stenen uit de straat verwijderd, de eigen vlag gekust onder de uitroep ”wij haten Hollanders”, bloemen uit de grond getrokken en over straat gesmeten, de buitenkraan opengedraaid waardoor de boel blank kwam te staan, en de ruit van de zusterpost ingegooid.
Bij een flat waarvan de bewoners overdag druk zijn, ’s avonds allerlei verplichtingen hebben en ook nog eens de helft van de tijd niet thuis zijn, zou dergelijk gedrag vermoedelijk niet tot grote ophef leiden. Maar u moet zich voorstellen, honderden ouderen die zich veilig wanen in zo’n centrum, heel veel contact hebben met elkaar en alle gebeurtenissen om hen heen op de voet volgen, dat is van een andere orde. Het gevoel van onveiligheid en de onrust die zoiets geeft, laten zich niet zomaar beschrijven. De ‘oorlog’ van de Marokkanen is in dit verzorgingscentrum al maanden het gesprek van de dag, zowel onder bewoners als personeel. De verontwaardiging klotst er tegen de plinten.
Het duurde even voordat het bevoegd gezag in de benen kwam. Nadat er in een aanpalend winkelcentrum was ingebroken, werd een deel van de groep opgepakt en berecht. Naar ik begreep was de harde kern hiermee tijdelijk uit de roulatie genomen. Maar wie meende dat vanaf dat moment de overlast was verdwenen, vergist zich. De pesterijen gingen, weliswaar verkapt, gewoon door. Dat leidde tot extra politiepatrouilles en een verbod om ’s avonds rond te hangen. Toch waren er deze week weer nieuwe incidenten. Het is dat de sterke arm nu op scherp staat, anders zou het kwaad zomaar weer kunnen opvlammen.
De directe aanleiding waarom ik dit alles met u wil delen, is de oploop van de afgelopen weken rond Geert Wilders. Nadat hij weer eens verbaal uit de bocht was gevlogen met vernederende opmerkingen aan het adres van premier Rutte en waarnemend Kamervoorzitter Arib was er meteen een hoop verontwaardiging in de Kamer. Daarbij kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de opponenten van de PVV-leider zijn oprispingen omarmden als een nieuw buitenkansje om hem over de knie te kunnen leggen.
Wel, ik kan deze mensen verzekeren dat ze aan de achterkant werken van het probleem-Wilders, en niet aan de voorkant. Die voorkant is dat verzorgingshuis. De honderden bewoners –onze ‘oudjes’– hebben allemaal een sociaal netwerk, bestaande uit vrienden, kennissen en familie. Die horen die verhalen en zijn ziedend. Een generatie die met een minimum aan comfort Nederland met de benen in de modder in de naoorlogse jaren opbouwde tot een welvarende natie, wordt geteisterd door nieuwkomers die alle verkeerde lijstjes aanvoeren, uiteenlopend van misbruik van sociale voorzieningen tot crimineel gedrag. Zolang dit soort misstanden iedere keer overal opduikt en voortduurt, kan correct denkend Nederland Wilders willen vierendelen tot in het kwadraat, maar zal zijn voedingsbodem nooit opdrogen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's