Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Turkse christenen in onzekerheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Turkse christenen in onzekerheid

Minderheden herwinnen nog niet alle rechten door hervormingsplan

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ISTANBUL. Er lijkt voorzichtig meer ruimte te komen voor christelijke minderheden in Turkije. Maar de praktijk is weerbarstig en de signalen van de Turkse overheid zijn dubbel.

Zo’n 900 studenten telde het Halkiseminarie in de stad Istanbul toen het in 1971 de deuren moest sluiten. De reden: de Turkse overheid verbood vanaf dat moment privé-instellingen voor het hoger onderwijs. Nu, meer dan veertig jaar later, leek het erop dat het seminarie weer open zou gaan. Tot teleurstelling van de Grieks-Orthodoxe Kerk bleef het gisteren –bij de presentatie van een hervormingspakket van de regering– stil rond de heropening.

Het seminarie werd in 1971 gesloten op last van de staat, die hoger religieus onderwijs niet meer toestond. Sindsdien pleit de Griekse patriarch, maar ook de Europese Unie, voor heropening.

De algemene teneur in Turkije lijkt te zijn dat de oude christelijke minderheden langzamerhand meer rechten en bezittingen terugkrijgen. Zo opende een Griekse basisschool in september voor het eerst na 49 jaar zijn deuren.

Turkije was de afgelopen weken in de ban van het hervormingspakket dat gisteren openbaar werd gemaakt en allerlei grondwettelijke hervormingen bevat. De vraag rijst of dit een wezenlijk veranderende houding van de overheid inluidt ten opzichte van christelijke minderheden.

Bemoeienis

Columnist Orhan Kemal Cengiz van het Turkse dagblad Zaman meldde afgelopen week dat er veel onzekerheden leven rondom de heropening van het seminarie. „Het is nog onduidelijk of de school onder de controle van het ministerie van Onderwijs of onder de Raad voor Hoger Onderwijs (YOK) zal vallen.”

Correspondent Barbara Baker in Istanbul verwachtte „veel woorden met weinig inhoud, want ik kan mij niet voorstellen dat de Grieken akkoord gaan met dit soort overheidsbemoeienis die de regerende AK-partij eist.”

Vicepremier Bulent Arinc wekte in maart tijdens een conferentie in Berlijn veel hoop door te zeggen dat het Halkiseminarie moest worden heropend, omdat „minderheden dezelfde rechten hebben als wij.” Hij krabbelde vorige week echter flink terug door eraan toe te voegen: „wanneer de condities juist zijn.” Er lijken voorzichtig stappen in de juiste richting te worden gezet, maar veel blijft nog onduidelijk.

„Al verwelkom ik de diverse vernieuwende stappen voor zover mij bekend, het is inmiddels duidelijk dat de nieuwe maatregelen geen wondermiddel voor de Turkse democratie zullen zijn”, schreef columnist Cengiz.

Turkije is inderdaad bezig om oude christelijke minderheden bezit terug te geven. Het gaat daarbij om gebouwen en landerijen die in 1936 zijn gedocumenteerd en in de periode daarna in beslag zijn genomen. De voorwaarden zijn echter zo beperkend dat er in de praktijk maar weinig van terechtkomt. „Probleem is ook dat deze oude christelijke minderheden langzamerhand allemaal uitsterven. Dus de vraag is wat beklijft”, aldus een deskundige.

Basisschool

Een typisch voorbeeld hiervan is dat de heropende basisschool op het Istanbulse eiland Gokceada slechts vier leerlingen telt.

Ook buitenlandse christelijke werkers hebben het moeilijk in het zuidoosten van het land. Verschillende zendelingen die al tien jaar of langer de christengemeenten in Zuidoost-Turkije dienen, zijn het land uitgezet en op een zwarte lijst terechtgekomen. Ahmet Guvener, sinds zestien jaar voorganger van een grote gemeente in de stad Diayarbakir, zegt dat hij vreest voor de toekomst van de kerken in het zuidoosten.


Klooster krijgt grond terug

Het Syrisch-orthodoxe klooster Mor Gabriel in het zuidoosten van Turkije krijgt zijn landerijen terug.

Dat heeft de Turkse premier Erdogan bepaald in een democratiseringspakket dat hij gisterochtend presenteerde. Er woedt sinds jaren een juridische strijd om de eigendomsrechten van de grond rond het klooster, dat in 397 werd gesticht en het oudste christelijke klooster ter wereld is. De Turkse staat eiste grond op die het klooster onrechtmatig in gebruik zou hebben.

In het klooster houdt men het Aramees levend, de taal die Jezus sprak. In de omgeving leven nog slechts 2000 Syrische christenen. Meer dan 15.000 christenen zijn de afgelopen decennia gevlucht vanwege oorlog en vervolging.

Turkse christenen ondanks hervormingsplan in onzekerheid

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2013

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Turkse christenen in onzekerheid

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2013

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's