Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen grapefruit bij chemokuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen grapefruit bij chemokuur

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het eten van vette voeding of van een grapefruit gaat slecht samen met sommige kankermedicijnen. De combinatie kan leiden tot gevaarlijk hoge concentraties van de medicijnen in het bloed. Medicijnen tegen depressies kunnen de blootstelling aan het antikankermiddel tamoxifen daarentegen juist verlagen.

En zo zijn er veel meer persoonlijke factoren die de werking van antikankermedicatie beïnvloeden en waar artsen en patiënten nu te weinig of geen rekening mee houden.

„Dat moet veranderen”, zegt prof. dr. Ron Mathijssen, internist-oncoloog en klinisch farmacoloog in het Erasmus MC. Eerder deze maand aanvaardde hij in Rotterdam zijn ambt als hoogleraar geïndividualiseerde oncologische farmacotherapie.

Hoewel artsen behandelingen al steeds meer afstemmen op de individuele patiënt, houden ze vooral rekening met de opbouw van de tumor en bepalen ze welke medicijnen bij die specifieke tumor het beste zullen werken. „Daarnaast moet je als arts echter ook kijken naar tal van patiëntgebonden factoren, zoals voeding, genetische kenmerken, andere geneesmiddelen die patiënten slikken, inclusief medicijnen uit het alternatieve circuit, rookgedrag, alcoholgebruik en de biologische klok. Die kunnen allemaal in belangrijke mate invloed hebben op de concentraties van antikankermedicatie.”

Het beste zou zijn de medicijn-concentraties in de bloedbaan regelmatig te meten, stelt Mathijssen. „Doe je dit niet, dan is het toedienen van de medicatie als autorijden zonder snelheidsmeter. Je denkt dat je 130 rijdt, maar dat doe je mogelijk helemaal niet.”

Voeding kan grote invloed hebben op de blootstelling aan antikankermedicatie. „Het eten van grapefruit tijdens een behandeling met een antikankermedicijn is bijvoorbeeld uit den boze. Grapefruit kan ervoor zorgen dat enzymen in de lever tijdelijk minder goed werken, met als gevolg dat medicijnen minder goed afgebroken worden. Als gevolg hiervan kunnen concentraties van medicijnen in je lichaam verdubbelen, wat bij sommige stoffen levensgevaarlijk kan zijn! Ziekenhuizen zouden er dus voor moeten zorgen dat er geen grapefruit te krijgen is op plekken waar kankerpatiënten worden behandeld.”

Vetten

Antikankergeneesmiddelen kunnen ook reageren op vet in de voeding. Sommige stoffen lossen op in vet, bijvoorbeeld het middel lapatinib, dat gebruikt wordt tegen borstkanker. Het slikken van dit medicijn tijdens het eten van vette voeding verviervoudigt de blootstelling. „Patiënten wordt nu geadviseerd lapatinib op de nuchtere maag in te nemen. Door dit kostbare medicijn met voeding in te laten nemen zou je dus een forse kostenbesparing kunnen bewerkstelligen.”

Leefstijl beïnvloedt ook de concentratie van antikankermedicatie. Roken bijvoorbeeld kan de niveaus in het bloed verlagen. Mathijssen: „Neem bijvoorbeeld patiënten die tegen darmkanker irinotecan krijgen en tegelijkertijd roken. Roken jaagt de lever aan, waardoor allerlei enzymen worden gestimuleerd om sneller te gaan werken. Ook gaan eiwitten die betrokken zijn bij de uitscheiding van irinotecan en zijn afbraakproducten sneller werken. We hebben gemeten dat rokers een 40 procent lagere spiegel van het medicijn in hun bloed hebben dan niet-rokers.”

Naast voeding en leefstijl hebben mogelijk ook andere persoonlijke kenmerken invloed op antikankerbehandelingen. Mathijsen noemt de biologische klok. In het Erasmus MC loopt momenteel een onderzoek naar het tijdstip waarop patiënten hun medicijnen het beste kunnen krijgen.

Daarnaast kunnen alternatieve middelen en voedingssupplementen leiden tot gevaarlijke interacties. Mathijssen: „Zo’n 14 procent van de kankerpatiënten gebruikt sint-janskruid, terwijl dat middel de concentratie van irinotecan met ruim 40 procent vermindert.”

Al eerder dit jaar bleek uit Nederlands onderzoek dat sint-janskruid ook de werking van het anti- kankermiddel docetaxel beïnvloedt. Het verlaagt de concentraties en daarmee de werkzaamheid van het antikankermiddel in het bloed. Gelijktijdig gebruik van beide middelen wordt om deze reden afgeraden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Geen grapefruit bij chemokuur

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's