„Zeeland topplek voor vogelspotter”
De Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta biedt de beste faciliteiten om vogels te kijken. Al loerend naar een stel goudplevieren in een Zeeuwse vogelkijkhut durft Chiel Jacobusse van Het Zeeuws Landschap die stelling best aan. „De Wadden hebben meer vogels, maar hier kun je ze beter zien.
Het is maar goed dat Jacobusse de deur naar de vogelkijkhut inlaag Keihoogte voorzichtig opendoet. „Ssst”, doet onmiddellijk een vogelliefhebber die er al zit. „Er lopen een paar goudplevieren.”
Direct doet Jacobusse stilletjes een van de luiken in de hut open en speurt met zijn verrekijker naar de vogeltjes. „Ja, daar lopen ze aan de rand van de plas.” Tussen heel veel ganzen zijn inderdaad een stuk of tien plevieren te zien. Jacobusse pakt zijn fototoestel met een enorme lens en begint te fotograferen. „Ja, ja, mooi! Kom nog maar iets dichterbij. Schitterend!”
Volgens de ecoloog is de hut bij Wis- senkerke op Noord-Beveland ideaal voor vogelfotografie omdat hij deels uitgegraven is. De vogelspotters zitten daardoor op gelijke hoogte met de vogels die ze fotograferen. De al aanwezige vogelaar, Sytze Jongma uit Den Haag: „Het is een superhut. Je zit lekker laag.”
Het deels houten bouwwerk is een van de acht hutten die Het Zeeuws Landschap heeft laten bouwen in de Zeeuwse delta. „Hij werd in 1986 gebouwd ter ere van het vijftigjarig bestaan van Het Zeeuws Landschap. Een paar jaar geleden staken vandalisten hem in brand. Nu is hij deels van beton, dus daar minder vatbaar voor.”
Het waterpeil in de zoetwaterplas vlak voor de hut staat laag. Dat hindert de vogels echter niet om in groten getale naar deze plek te komen. Het wemelt er van de grauwe ganzen en de brandganzen. „Ik moet er nog steeds aan wennen om ganzen in de zomer te zien”, zegt Jacobusse. „Ze domineren de Nederlandse moerasgebieden en verjagen andere vogels. Maar ze kunnen ook nuttig zijn bij de opbouw van het landschap. De ontwikkeling van het Verdronken Land van Saeftinghe is bijvoorbeeld sterk verbeterd sinds de komst van grauwe ganzen.”
Ondertussen jaagt een kievit de goudplevieren wat dichterbij. „Mooi! Kunnen we ze nog beter op de foto krijgen!” Met de verrekijker zijn verder op de plas nog allerlei soorten te zien: wilde eend, kuifeend, krakeend, wintertaling, tureluur, rosse grutto en een zwarte ruiter. Een kanoetstrandloper zoekt rustig zijn kostje bij elkaar. Kokmeeuwen zorgen voor een constant achtergrondgeluid.
Het is volgens Jacobusse nog niet zo eenvoudig om een goede vogelkijkhut te bouwen. „De meeste hutten staan op veel te grote afstand van de vogels. Een plaats op 150 meter afstand van een eilandje waar veel vogels zitten, is veel te ver. Je moet de hut als het ware midden in de plas zetten.” Om te voorkomen dat de dieren wegvliegen voor naderende vogelaars, is het belangrijk dat het pad naar de hut goed gecamoufleerd wordt door struikgewas. Bij De Keihoogte heeft Het Zeeuws Landschap daar duindoorns voor gebruikt.
Niet zonder trots zegt Jacobusse dat de Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta de beste plek is om veel vogels te spotten. „Qua aantallen vogels staan de Wadden op de eerste plaats, daarna volgt de delta en op nummer drie staat de Engelse oostkust. De Noordzee is een trechter waar trekvogels uit het noorden allemaal doorheen komen op weg naar hun overwinteringsplaatsen. Qua faciliteiten is de Nederlandse delta misschien wel de beste plaats om vogels te zien. Er zijn hier meer voorzieningen, zoals kijkhutten en schermen. Vanuit de auto is hier ook veel meer te zien. En je hoeft niet met de veerboot over te steken om een bijzondere vogel te zien.”
De ecoloog van Het Zeeuws Landschap verwacht dat Zeeland nog veel aantrekkelijker wordt voor vogelaars. „We hebben naast de vrij toegankelijke hutten er ook enkele gebouwd speciaal voor natuurfotografen. Die zijn te huur, er is veel belangstelling voor. Dat aantal gaan we uitbreiden.”
Verder is de particuliere organisatie initiatiefnemer van het plan Waterdunen bij Breskens op Zeeuws-Vlaanderen. „Nu al is Breskens bekend om zijn trekvogels die er komen foerageren. Maar met Waterdunen komt er 250 hectare toegankelijke getijdennatuur bij. Met daarin tientallen plaatsen en hutten om vogels te kijken. Het is het ultieme natuurbelevingsproject, waarmee Zeeland een Europees toplocatie wordt om vogels te spotten.”
Ondertussen is er in de kijkhut bij Wissenkerke al genoeg te beleven. In de struiken aan de overkant huppelt een wit konijntje rond. Een paar kraaien hippen eromheen, wachtend op een goed moment om het arme beestje af te maken. „Een vakantiekonijntje”, denkt Jacobusse. „Losgelaten omdat zijn baasje op vakantie ging.” De schapen die in de inlaag lopen, vinden het tijd om te verkassen. Ze sjokken langs de oever van de plas en jagen alle vogels op. De ganzen protesteren luid gakkend.
Voor de fotografen Jongma en Jacobusse een moment om hun toestellen te pakken. „Klik, klik, klik”, gaat het in hoog tempo. Tevreden: „Mooi! Een buitenkansje!”
Dit is het zevende deel in een serie over kijkpunten in de natuur. De volgende aflevering verschijnt op 9 november in Pluspunt. >>rd.nl/koekeloeren
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's