Ongezien vertrekken
In 78 procent van de gevallen krijg je een gesprek. Bij 7 procent is er goede wil, maar gebeurt het niet. En in 15 procent van de gevallen kun je ‘gewoon’ wegblijven zonder dat iemand met je in gesprek gaat. Ik heb geen verstand van voetbal, maar het zou zomaar kunnen dat de voetbalclub hier beter scoort dan de kerk.
In het RD van 11 september werd een artikel gewijd aan een onderzoek van dr. W. Fieret. Ik vond de uitkomsten nogal schokkend, maar tot mijn verbazing heb ik de dagen erna geen enkele reactie gelezen in de krant. Fieret heeft een enquête gehouden onder kerkenraadsleden in reformatorische kring over kerkverlating onder jongeren. Op het eerste gezicht lijkt de uitkomst mooi: 110 van de 141 ambtsdragers gaan in gesprek met jongeren die de kerk verlaten. Maar als je het omkeert, is het een schrijnende uitslag: 15 procent van de ambtsdragers doet het dus níét. En dan ga ik ervan uit dat bij de 7 procent waarbij „het er door omstandigheden niet van komt”, die omstandigheden niet aan de kant van de ambtsdrager liggen. Anders kom je op 22 procent.
Hoe kunnen we dat nu doen als kerk? In 15 procent van de gevallen alleen bij de ouders informeren of alleen bidden, maar niet het verloren schaap gaan zoeken? Misschien te druk met andere dingen als kerkenraad? Maar liet de goede Herder dan geen 99 schapen in de steek om dat ene te gaan zoeken? Pijnlijk ook voor ouders die hun kind af zien dwalen, terwijl de herders volstaan met meeleven in hun richting. En ze helpen niet zoeken.
Wat zou ons tegenhouden om ons te gedragen als de goede Herder? De eerste vraag is of we Hem zelf wel (goed genoeg) kennen. Of ons hart net zo brandt van liefde voor weglopende schapen als het Zijne. Hoe moeten we anders Zijn voorbeeld navolgen? Niet alleen als ambtsdragers trouwens, maar als hele gemeente. Als leden van één lichaam zijn we allemaal geroepen om naar elkaar om te zien. Als we iemand missen, hoeven we niet naar de kerkenraad te gaan, maar mogen we zelf contact met iemand zoeken.
Een poging tot een gesprek ondernemen, is altijd mogelijk. Langsgaan, bellen, whatsappen, er is altijd wel een middel, al naar gelang je leeftijd. Of het tot een gesprek komt, zal verschillen. Jongeren hebben (net als ouderen) niet altijd zin om te praten. Maar eigenlijk gaat er nog iets aan praten vooraf: elkaar zien.
Vorige winter hadden we in onze gemeente een serie opvoedingsavonden. Op een van de avonden konden ouders hun ideeën noemen voor wat we als gemeente voor elkaar kunnen betekenen in de opvoeding. Eén idee sprong er voor mij uit. Iets wat iedereen kan, wat geen tijd kost en nauwelijks moeite. En toch kan het verschil maken. Het idee was: praat met elkaars kinderen bij de kerk. Zoals een broeder die naast onze kleuter de bank in schoof en zei: „Hé, zat ik vanochtend ook niet naast jou?” Antwoord zal hij niet snel krijgen, veel te spannend, maar onze zoon straalde! Hij voelde zich gezien. Hij hangt er niet bij, maar hij hoort erbij. Zo eenvoudig kan het zijn.
Nu zullen pubers anders reageren dan kleuters. Maar zij willen net zo graag gezien worden. Zeker weten dat ze een ander gevoel hebben bij ‘de kerk’ als gemeenteleden hen groeten en een praatje maken dan wanneer ze genegeerd worden. Facebook is daar ook een mooi middel voor. Jongeren willen vaak best vrienden worden met al die moeders en oma’s op Facebook. Kleine moeite om dan even een foto of opmerking van een jongere te ”liken”. Ik heb je gezien, ik leef met je mee.
Daarbij zijn andere gemeenteleden juist voor pubers zo belangrijk. Ze zijn bezig zich los te maken van hun ouders. Het ligt dus voor de hand dat ze niet met hun eigen ouders praten over de vragen die hen bezighouden. Ook al sta je er nog zo voor open als ouders. Dan is het heerlijk als ze wel praten met de ouders van een vriend of met leidinggevenden in het jeugdwerk. En wellicht kun je als oudere dan weer wat betekenen voor een andere jongere in de gemeente.
Makkelijke en menselijke oplossingen voor kerkverlating zijn er niet. Maar als we elkaar niet meer zien en zoeken, zijn we het beeld van de Herder kwijt. Ongezien vertrekken, dat moet niet kunnen in de kerk.
De auteur is getrouwd, moeder van drie kinderen en orthopedagoog. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's