Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bunyan in hedendaagse ogen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bunyan in hedendaagse ogen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nieuwe top 100 van de Engelse literatuur begint met John Bunyans Christenreis. Dat zorgt op de website van de Britse krant The Guardian voor hevige discussies: waarom moet zon stoffig, prekerig, oud boek zon gezaghebbende lijst aanvoeren?

Deze week kondigde The Guardian een mooie, nieuwe serie over de honderd beste Engelse romans aan, samengesteld door literair criticus Robert McCrum. De eerste aflevering ging over John Bunyans ”The Pilgrim’s Progress” – omdat dat boek nu eenmaal het oudste van de honderd te bespreken werken is.

Maar na publicatie van het artikel op de website van de krant, afgelopen zondag, vermenigvuldigden zich de reacties: hoort Bunyan wel in deze top 100 van Engelse romans thuis? Sommige lezers nemen bepaald geen blad voor de mond – behoorlijk schokkend voor iemand die veel van de ”Christenreis” houdt: „Echt een vreselijk, vreselijk boek. Blijf uit de buurt!” „Wat een humorloos gesukkel...” „Ik heb geprobeerd het te lezen. Ik heb het werkelijk geprobeerd, maar het is een saai vervolg op de Bijbel.” „In welke eeuw leven we eigenlijk?”

Maar er zijn ook lezers die anders reageren. In de teksten die zij op de website van The Guardian achterlaten, wordt zichtbaar dat literatuur voor veel mensen vandaag een middel is om terecht te komen bij de grote vragen van het leven. Waar dominees hen niet meer kunnen bereiken, zijn het romanschrijvers die hen aanzetten om na te denken over moraal, levensbeschouwing en zingeving.

In de reacties op Bunyan gaat het over wezenlijke zaken: over het nut van verplichte leeslijsten en de waarde van klassiekers, over de vertaalslag vanuit het verleden naar het heden, over manieren waarop je je kunt inleven in godsdienstige opvattingen die niet de jouwe zijn, en over de vraag wat een goed leven is en hoe literatuur je helpt om daarover na te denken.

1. Liever hamburgers dan sla

De eerste vraag die bij veel mensen opkomt: Waarom worden zulke zware en moeizaam leesbare boeken altijd als ”klassiekers” of als ”echte literatuur” aangeprezen? „Dit boek proberen te lezen is alsof je door suikerstroop moet waden.” „Waarschuwing: waardevol, maar ontzettend taai.” „Als veertienjarige kreeg ik, dankzij Bunyan, bijna levenslang genoeg van lezen.”

Sommige mensen vinden dat de lezer bevrijd moet worden uit de klauwen van de elite, die alleen maar lijstjes met ‘klassiekers’ nodig heeft om zich te onderscheiden van de massa. „Lees gewoon wat je leuk vindt, schrijf wat je leuk vindt, niemand heeft het recht om je smaak te veroordelen of om te zeggen: dit is literatuur en dit niet.” Met andere woorden: liever ”Vijftig tinten grijs” dan de ”Christenreis”.

Daar zit een herkenbaar mechanisme achter: „Voorgeschreven krijgen wat een goed boek is, is alsof je voorgeschreven krijgt wat je het beste kunt eten. We weten allemaal dat we meer sla zouden moeten eten, maar hamburgers smaken gewoon beter.” Toch zijn er eters die langzamerhand leren overschakelen van hamburgers op sla, en daar wel bij varen. Zo zijn er ook lezers die vroeger, op school, de klassiekers met frisse tegenzin lazen, maar nu zeggen: „Ik heb geleerd om enorm te houden van sommige dingen waaraan ik vroeger een hekel had.”

2. Het stof van de eeuwen

Veel bezwaren die mensen tegen ”The Pilgrim’s Progress” inbrengen, hebben te maken met het feit dat het boek zo oud is. De stijl is gedateerd, de inhoud is gedateerd, het wereldbeeld is gedateerd en de karaktertekening is gedateerd. Waarom zou je je vermoeien met zo’n stoffig boek, dat zich zo traag ontrolt, zo’n expliciet christelijke boodschap heeft en de lezer zo prekerig benadert?

Op zulke vragen reageren de Bunyanliefhebbers onder de lezers allereerst met: geschiedenis en traditie zijn belangrijk. „Zijn we emotioneel en intellectueel zo beperkt dat stijl en vorm een onoverbrugbare kloof vormen? Is niets de moeite waard als we het niet naar ons eigen beeld hermodelleren? We leven in de 21e eeuw, maar die trad niet –zoals Athena– ineens volledig gevormd te voorschijn. De 17e eeuw is even belangrijk voor wat wij vandaag zijn, zoals het zevende jaar van je leven voor wat jij nu bent.”

Bunyan mag dus om historische redenen op de lijst, en daar verdient hij zelfs een ereplaats als pionier: „”The Pilgrim’s Progress” is de over-over-overgrootmoeder van de Engelse roman. Zou je je grootmoeder saai en gedateerd vinden, alleen maar omdat ze niet in dezelfde tijd geboren is als jij?” De grote Engelse schrijvers van vandaag „staan op de schouders van pioniers als Bunyan.”

3. Zoeken naar waarheid

Er is evenwel nog een andere reden om Bunyan belangrijk te vinden, en die heeft te maken met de levensvragen die hij aan de orde stelt. Dat is het opmerkelijke van de Guardiandiscussie: literatuur is hier niet alleen maar „mooi geschreven” of „goed in elkaar gezet”, veel zwaarder wegen kenmerken zoals „tijdloos”, „aan het denken zettend” of „universele levensvragen aan de orde stellend”.

Sommige lezers zijn zwaar negatief over de christelijke boodschap van Bunyan: „De hoofdpersoon is een vrome, preutse, levenverzakende, humorloze, betweterige, onuitstaanbare figuur.” „De vraag is hoeveel mensen door dit boek een ongelukkige jeugd hebben gehad.” „Het verhaal is zo diep- religieus en zo kritisch over mensen die van het leven willen genieten, dat het moeilijk is om er plezier aan te beleven.” „Volgens mij is het een liefdeloos en intolerant boek, dat aanzet om je familie te verlaten en weigert te vergeven en te vergeten. Als dat christendom is, is het niets voor mij.”

Maar anderen, hoewel zelf evenmin gelovig, vinden zo’n houding niet vruchtbaar: „Dan kun je alle literatuur tot aan de tweede helft van de twintigste eeuw wel overboord gooien.” „De kunst is om je eigen geloof, of ongeloof, tijdelijk uit te schakelen voor de duur van het boek. Anders heb je niet al te veel verbeeldingskracht.”

Hoe je de ”Christenreis” dan als ongelovige het beste lezen kunt? „Het boek beschrijft de reis van een mens naar persoonlijke vervulling.” „Het gaat over trouw zijn aan je eigen levensvisie: het leven draait om vasthouden aan je overtuiging en niet meegesleept worden door hoe het nu eenmaal in de wereld toegaat – omdat dat makkelijk is, of voordelig. Is het tv-programma X Factor niet onze IJdelheidskermis? Christen en zijn gezellen mogen sektarisch lijken, dat zou ook best kunnen gelden voor iedereen die niet in de ”lol” van de hedendaagse populaire cultuur wil delen.”

4. Ontroering en houvast

Maar zulke lezingen zijn sommige christelijke lezers toch te gortig: „Dit boek gaat niet over een man op zoek naar de waarheid. Het gaat over zijn reis van deze wereld naar de toekomende, en het is vanaf het begin heel duidelijk over wat de waarheid is.” Dat doet denken aan een van de personages, Verdediger-van-de-Waarheid, aan wie diverse lezers dierbare herinneringen koesteren. Het verhaal van zijn dood „is ontroerend, zelfs voor een ongelovige.” En dat laatste geldt zeker voor de gelovigen onder de lezers, die zich door de ”Christenreis” op een dieper niveau geraakt weten.

Tussen alle positieve en negatieve, milde en spottende en begrijpende commentaren staat zodoende ineens een heel persoonlijke reactie: „Ik las het verhaal toen ik een jaar of 11, 12 was, in een boek dat ik van mijn grootmoeder gekregen had, en ik herinner me hoe ik gehypnotiseerd naar de angstaanjagende afbeelding van Apollyon bleef staren. Ik heb er een heleboel van onthouden, tot op de dag van vandaag. Ik was zo ontroerd als een jongetje maar kan zijn door de tocht van Verdediger-van-de-Waarheid over de doodsrivier. ”Who would true valour see” [een lied van Bunyan, red.] is gezongen bij de begrafenis van mijn vader – en ik hoop dat dat ook bij mij gebeurt.”


De schrijver over zijn critici

Voor mensen die niet wilden dat dit boek verscheen:

Ik wil jullie niet graag beledigen, alleen,

er zijn ook broeders die het wél vermaakt en sticht,

schort dus je oordeel op, wacht op wat dieper zicht.

Je legt het maar opzij, geeft het geen leesgenot.

De een smult van het vlees – de ander knaagt het bot.

For those that were not for its coming forth,

I said to them, Offend you, I am loth;

Yet since your Brethren pleased with it be

Forbear to judge, till you do further see.

If that thou wilt not read, let it alone;

Some love the meat, some love to pick the bone.

John Bunyan, ”The Pilgrim’s Progress” – Author’s Apology for his Book.


Oude teksten lezen

Als ik door de woestyne dezes werelds was wandelende/ quam ik aan een zeker plaatze/ alwaar een spelonke was: daar leid’ ik my neder om te slapen: ik droomde/ ziet ik zag een man op een zeker plaatze staan/ dewelke met gescheurde vuile kleederen bekleet was/ staande met zyn aangezichte van zijn eigen huis afgewend/ met een boek in zyn hand/ en een groote last op zyn rug. Ik zag toe/ en merkte dat hy ’t boek opende/ en dat hy ’er in las; en zo als hy stont te lezen/ begon hy te weenen en te beven; niet magtig zynde om zig zelven te bedwingen/ en in te houden/ brak hy uit in deze lamentabele stemme: Wat zal ik doen?

”Eens christens reize na de eeuwigheit”, 19e druk, Amsterdam 1745.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Bunyan in hedendaagse ogen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's