Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrijzinnige dwarsligger

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrijzinnige dwarsligger

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pater Jan van Kilsdonk (1917-2008) was „een legendarische figuur in de Amsterdamse studentenwereld, zo valt te lezen op de omslag van diens biografie, geschreven door Alex Verburg. Voor dit boek voerde hij zestig gesprekken met de pater.

Hoe zo’n boek te bespreken in een reformatorisch dagblad? Dan moet het tot vandaag geldende twistgeding tussen Rome en de Reformatie maar even naar de achtergrond. Van Kilsdonk zelf was in voortdurend conflict met Rome. Kardinaal Simonis zei ooit tegen hem dat het fijn was dat hij in de kerk was gebleven, maar ook dat er gelukkig maar één zoals hij was gebleven.

Geding

In Van Kilsdonks geding met Rome zaten elementen die een rechtgeaarde protestant helemaal bijvalt. Hij verzette zich bijvoorbeeld tegen het celibaat. Paulus noemde immers als voorwaarde voor een ambtsdrager dat hij zijn eigen huis goed kan besturen. Overigens voerde Van Kilsdonk ook een pleidooi voor het wijden van vrouwelijke priesters. Luther was voor hem „mateloos boeiend en inspirerend”, al vond hij het betreurenswaardig dat de reformator de band met het Lichaam van Christus (ver)brak.

Dat de paus plaatsvervanger van Christus zou zijn, vond Van Kilsdonk „godslasterlijk.” En als hij in de Tweede Wereldoorlog de paus was tegengekomen, zou hij hebben gezegd: „Eén advies, één simpel advies: trek je volste ornaat aan en ga met twintig of honderd bisschoppen naar Auschwitz. (...) Als de Kerk echt Kerk was geweest, dan waren met mijter en staf 500 bisschoppen voor de trein gaan staan.”

Maar juist de kritiek op de ambten kwam Van Kilsdonk duur te staan. Toen hij aan de vooravond van het tweede Vaticaans concilie (1962) als hoofdspreker optrad voor de Sint-Adelbertvereniging, een genootschap van rooms-katholieke academici, veroorzaakte hij kerkelijk rumoer door te zeggen dat er „over bisschoppen een kritisch oordeel mocht bestaan en de pauselijke geschiedenis ook wel aanleiding gaf tot enige kritische aandacht.”

„Ach, zo’n bisschop is van huis uit ook gewoon een boerenjongen”, zei hij later. Via het dagblad De Tijd kwam Van Kilsdonk aan de weet dat het Heilig Officie (de congregatie voor de geloofsleer) in Rome hem had afgezet. „Eminente protestanten” zoals ds. J. J. Buskes sprongen voor hem in de bres. Bij de huldiging van de dichter en literatuurhistoricus Anton van Duinkerken bij diens zestigste verjaardag verklaarde kardinaal Alfrink dat de afzetting was ingetrokken. Van Kilsdonks imago als dwarsligger in de rooms-katholieke gelederen was er echter wel door bepaald.

Vrijzinnig

Maar er was wel veel meer aan de hand. „Ik ben natuurlijk 100 procent vrijzinnig”, verklaarde hij zelf. Hij zette vraagtekens bij de alwetendheid en almacht van God, bij de historiciteit van Jezus, bij de belijdenis van Nicea, bij het eeuwige leven. In Nicea zou hij in het jaar 325 aan de kant van Arius hebben gestaan.

Voor het atheïsme had Van Kilsdonk begrip. Hij had altijd al twijfels gehad met betrekking tot „fundamentele geloofswaarheden.” Alleen wilde hij in de praktijk van het (studenten)pastoraat met die vrijzinnigheid niet de toon aangeven.

Pastoraat

Met zijn pastorale houding heeft hij velen aan zich verplicht. Van Kilsdonk schreef geen mensen af. Vaak noteert Verburg in de biografie dat de pater ontroerd of vertederd was als hij mensen had ontmoet. Dat was hij trouwens ook altijd als hij langs het Bodenmeer in Duitsland kwam, waar in 1415 de Praagse studentenpastor en reformator Jan Hus werd verbrand.

Intussen ging Van Kilsdonk ver in de acceptatie van discutabel levensgedrag, vooral op het gebied van seksualiteit. Zonde kwam in zijn woordenboek niet voor. Maar wat mag dan genade heten? Hij organiseerde samen met enkele „collega-dominees, studentendecanen en -psychologen van de Vrije Universiteit” dansavonden voor homoseksuele studenten. Homoseksualiteit noemde hij zelfs „een vondst van de Schepper.” Homoparen gaf hij de zegen. Pedofilie benaderde hij mild, evenals abortus en euthanasie.

Van zichzelf zei hij: „Ik heb een behoefte, een stille hartstocht nabij te zijn bij mensen in nood.” Daarom had hij een niet-oordelend, open oor voor de mensen in de marge, voor aan lagerwal geraakten, suïcidalen. Na pastorale ontmoetingen schreef hij een brief aan betrokkenen. Er zijn meer dan 3000 doorslagen van getypte brieven bewaard gebleven. Nog tijdens zijn emeritaat begeleidde Van Kilsdonk meer dan honderd aidspatiënten. En ’s avonds stond hij voor een kruisbeeld in gebed om de mensen die hij had ontmoet op te dragen.

Scherp

Maar zo mild als hij was inzake de aberraties van het leven, zo scherp kon Van Kilsdonk zijn tegenover de orthodoxie in zijn kerk: „Ik heb in wezen een genadeloos scherpe tong.” Voor bisschop Gijsen had hij geen „inwendige barmhartigheid”: „Ik heb zo veel verwonde mensen ontmoet.” Voor de vakbekwaamheid van Simonis miste hij iedere waardering, zei hij naar aanleiding van een preek van Simonis aangaande de maagdelijke geboorte.

Lange tijd ook had hij „een beschaafde hekel” aan EO-presentator Andries Knevel. Maar, voegde hij merkwaardigerwijs toe: dat is „gelukkig veranderd”; „hij is nog geen geestverwant, maar inwendig een fijngevoeliger vent dan ik gedacht had.”

Voor priester Antoine Bodar, een van zijn leerlingen die kritisch reageerden op zijn geruchtmakende uitlatingen over homoseksualiteit, was inwendig zijn achting gebroken. „Jij bent schrander, maar jij bent niet een echte theoloog. Niet dat je er niet voor gestudeerd hebt, je hebt er geen aanleg voor. Je hebt aanleg voor opschepperij en vroomheid.”

Van Kilsdonk betreurde dat zijn Amsterdamse Studentenekklesia (opgericht als een katholieke studentenparochie) met de voormalige priester Huub Oosterhuis, ook een van zijn leerlingen, „een eigen publiek” had gekregen. Hij noemde Oosterhuis „de enige geslaagde kerkdichter van het ogenblik”, maar „in zijn pastorale praktijk is hij een moeilijke man.” Van Kilsdonk kwam zijn laatste jaren liever in de Dominicus, een oecumenische kerkgemeenschap in de Spuistraat, waar oude moeders zaten, „die radeloos zijn, of hopen dat niet gebeurt wat ze vrezen.”

Pastorale nabijheid

De lezer oordele zelf. Voor de vrijzinnige theologie en de ethische implicaties daarvan krijg ik uiteraard de handen niet op elkaar. Nochtans deed het boek me wat. Vanwege de pastorale nabijheid bij de verfomfaaiden, de aangevochtenen, de andersgeaarden, de suïcidalen. Zou niet elke pastor, in de navolging van Christus, tegen de achtergrond van zonde en genade daar iets van moeten hebben?


Boekgegevens

Pater Van Kilsdonk. Raadsman in delicate zaken, Alex Verburg; uitg. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2013; ISBN 978 90 450 22031; 237 blz.; € 19,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Vrijzinnige dwarsligger

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's