Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de Hulst, verteller van de waarheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de Hulst, verteller van de waarheid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat zouden ze er graag spelen, de bengels van W. G. van de Hulst, daar in de Geertekerk in Utrecht. Verstoppertje achter de gordijnen, en dan, heel stilletjes, zo vlug ze konden, onder de bank kruipen als de koster kwam.

Afgelopen zaterdag was Rozemarijntje er wel, maar ze had grijze haren gekregen. En grootvader was al vijftig jaar geleden gestorven.

Van de Hulst werd zaterdag herdacht in zijn geboorteplaats, Utrecht. Zijn nageslacht, onder wie kleindochter Rozemarijn, en ook liefhebbers van zijn werk stonden een moment bij de eenvoudige grafsteen op begraafplaats Soestbergen – W. G. van de Hulst, 1879-1963, J. van de Hulst-Maan, 1892-1982. Ze liepen door de Gansstraat, waar hij is geboren. En in de Geertekerk stonden ze stil bij het feit dat hij zo’n goede schoolmeester was geweest. Dat hij eigenlijk een groot pedagoog was. Nee, een kunstenaar, een estheticus!

Op de zonnige septembermiddag wijdt de literatuurcriticus en schrijver Onno Blom de bezoekers in in het leven van Van de Hulst. De namen van grote moderne schrijvers als Wolkers en ’t Hart komen eerst voorbij. „Wolkers zei: Van de Hulst heeft me leren griezelen. En ’t Hart beweert dat Van de Hulst de angst in zijn leven heeft gejaagd.”

In zijn biografische Van de Hulstessay ”Het licht in de donkere poort”, dat zaterdagmiddag werd gepresenteerd, beschrijft Blom met inleving het veelbewogen levensverhaal van de schrijver. Van de Hulst werd geboren in een klein arbeidershuisje. Zijn vader verdiende de kost met steenhouwen. Het verdriet, de donkerte en duisternis in zijn boeken: de schrijver kon erover schrijven omdat hij het zelf had meegemaakt. Twee zusjes overleden jong. Toen Willem negen jaar oud was stierf zijn vader. Korte tijd later werd Willem zelf ook ziek. Toen de koorts door zijn lichaam joeg bad zijn moeder op de rand van zijn bed voor herstel. Ook later gaat Van de Hulsts weg soms door een diep dal, bijvoorbeeld bij het sterven van zijn eerste vrouw.

„Toch, al zijn er de diepe voren van het leven”, vertelt Blom zijn verhaal verder, „toch is er bij Van de Hulst altijd het licht in de donkere poort. Hij wil de kracht van het geloof laten zien. In ”Peerke en z’n kameraden” wil Dieuwe een lampion bij Peerke brengen. „Over grootvaders gezicht glijdt een glimlach als hij de verkreukte lampion in Dieuwes hand ziet. „Dat hoeft niet meer jongen”, zegt hij zacht. „Waar Peerke nu is, daar zijn geen lampen meer nodig.””

Blom noemt Van de Hulsts boeken kunstwerken. „Hij had een grote gedrevenheid. Het vertellen was er om het vertellen. Dat maakt hem meer een estheticus dan een ethicus. Kijk alleen maar naar de pagina’s, die vol staan met stipjes, cursiveringen, dialogen en accenten.”

W. G. en M. G.

Joke Linders, die promoveerde op het schrijverschap van Annie M. G. Schmidt, stelt hardop de vraag of het wel gepast is dat zij iets zegt over W.G. van de Hulst. „Ik ben opgegroeid bij pater Fransen en de nonnen. Daarom heb ik aan de notoir christelijk opgevoede Maarten ’t Hart gevraagd of ik zo’n lezing wel kon houden. Zodra de naam van Van de Hulst viel ontspon er zich een dialoog die alleen bestond uit titels. „Hij is niet moralistisch hoor, maar er wordt wel in gebeden”, zei hij. En: „Het is goed als een anderszuilige erover vertelt.” En als docent kinder- en jeugdliteratuur moet ik toch iets kunnen zeggen over de reden waarom zijn boeken zo goed verkochten?”

Linders kwam een lezing van Van de Hulst op het spoor waarin hij zelf het geheim onthult van een goed kinderboek. „Het boek moet een ziel hebben. Het moet waar zijn in religieuze en ethische zin zoals het christendom dat voorstaat.” Linders vindt het frappant dat ze bij Annie M. G. Schmidt de uitspraak: „Het moet waar zijn” ook tegenkomt. „Annie M. G. Schmidt heeft dus gewoon leentjebuur gespeeld, al zegt zij er iets anders achteraan: Ook al klinkt het uit de mond van schaap Veronica.” Als dochter van een predikant zal zij ook wel Rozemarijntje hebben gelezen. ”Jip en Janneke” begint bij een gat in de heg. Hé, waar ken ik dat van?”

In tegenstelling tot ’t Hart vindt Linders de kinderboekenschrijver wél moralistisch. „Je weet wel, Rozemarijntje gaat logeren. „Rozemarijntje bukt haar hoofd, heel diep. Ze denkt aan wat ze aan moesje beloofd heeft. Zul je een rustig, een stil, een gehoorzaam meisje zijn? Ja moeder, ik kan best!” Van de Hulst droeg wel heel duidelijk een boodschap uit.”

Toen en nu

Dat Van de Hulst een boodschap uitdraagt, dat weet Jacques Dane –directeur van het Onderwijsmuseum– ook zeker. Hij doet andere waarnemingen dan Linders. „Van de Hulst liet zien dat je kinderen voor je moet winnen. Hij was in staat om ingewikkelde dingen kinderlijk eenvoudig uit te leggen.” Met een voorbeeld uit ”Toen en nu” over de vrijheid van onderwijs maakt Dane duidelijk dat de schoolmeester zelfs van artikel 23 een spannend verhaal kon maken.

„Van de Hulst was opgegroeid in een volkse buurt. In het christelijke tijdschrift De Spiegel schrijft hij over Juf Hermien, die het dochtertje van een gevallen vrouw in de klas krijgt. De dag voor Kerst komt ze ertoe om ook dit kind in haar armen te sluiten.” Het maakt duidelijk dat, juist in een tijd waarin men neerkeek op zulke mensen, Van de Hulst wilde dat men naar hen zou omzien”, zegt Dane.

Aan het einde van de middag maakt de Stichting W. G. van de Hulst bekend dat Jacques Dane een biografie zal schrijven over de schrijvende schoolmeester. „Het zal geen verering worden”, belooft Arie Doeser, de voorzitter van de stichting. Dane doet als historicus onderzoek naar de impact van christelijke kinderboeken. Over Van de Hulst schreef hij al meerdere artikelen. Dane steekt zijn bewondering niet onder stoelen of banken. „Deze man had drie carrières: als schoolmeester, als kinderboekenschrijver en als schoolboekenschrijver. We weten nog veel te weinig over hem.”


Meer activiteiten rond vijftigste sterfjaar

Stichting W. G. van de Hulst organiseert dit najaar een scala aan activiteiten om Van de Hulst en zijn verhalen onder de aandacht te brengen.

- Op 28 oktober vertellen vier schrijvers over hun herinneringen aan de boeken van Van de Hulst.

- In het Utrechtse stadhuis is van 8 tot en met 29 november een expositie over zijn leven en werk.

- In Hasselt (Ov.) wordt op 30 december voor de zevende keer het W. G. van de Hulstfestival georganiseerd. Stukken uit de ”In de Soete Suikerbol worden voorgelezen en oude schoolmeesters geven schrijfles.

>>hetliteratuurhuis.nl >>wgvdhulstfestival.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 23 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Van de Hulst, verteller van de waarheid

Bekijk de hele uitgave van maandag 23 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's