Terugkeer asielzoeker vaak moeizaam traject
Terugkeer naar het land van herkomst is vaak het laatste wat ze willen. Toch moeten jaarlijks duizenden afgewezen asielzoekers onder ogen zien dat ze niet in Nederland mogen blijven. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) probeert hen tijdig voor te bereiden op repatriëring. Met wisselend succes.
In een spreekkamer in het asiel-zoekerscentrum (azc) in Dronten –de wanden zijn wit en kaal– toetst Peter Dekker het nummer in van de tolkentelefoon. Zojuist heeft Christopher, een Afrikaanse asielzoeker, plaatsgenomen tegenover de regievoerder vertrek van DT&V aan een brede houten tafel. De donkere dertiger heeft vandaag zijn tweede terugkeergesprek.
Via een tolk aan de andere kant van de lijn vraag Dekker of Christopher zich in staat voelt een gesprek te voeren. De asielzoeker bevestigt dat. Hij geeft desgevraagd aan niet in behandeling te zijn bij een arts en geen medicijnen te gebruiken. Daarna neemt de DT&V-medewerker de asielprocedure van de man in hoofdlijnen met hem door.
In februari 2011 is hij in Nederland aangekomen, waarna zijn asielaanvraag bij herhaling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is afgewezen. Na de tweede afwijzing is hij opnieuw in beroep gegaan. Binnenkort heeft een rechtszitting plaats, waarna binnen zes weken de definitieve beslissing volgt. „Deze uitspraak kan verstrekkende gevolgen hebben. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, zult u Nederland moeten verlaten”, stelt Dekker vast.
Christopher: „Dat weet ik.”
Dekker: „Hebt u er al over nagedacht wat u gaat doen als de rechtbank uw beroep ongegrond verklaart?”
Christopher: „Ik zal geen negatieve uitslag krijgen.”
Dekker: „Hoe bent u daar zo zeker van?”
Christopher: „Ik weet zeker dat ik mijn zaak bij de rechtbank ga winnen.”
Dekker: „De IND heeft uw aanvraag al twee keer afgewezen. Ik begrijp dat u van het positieve uitgaat, maar de kans dat u in Nederland mag blijven, is niet groot. Als uw beroep wordt afgewezen, hebt u nog vier weken om iets te regelen om terug te keren. Het is goed daar nu al over na te denken.”
Christopher: „Maakt u zich geen zorgen” (lacht vriendelijk).
Dekker: „Zult u na een ongegrond beroep meewerken aan terugkeer?”
Christopher: „In mijn land heb ik problemen en ik zal nooit meewerken aan vrijwillige terugkeer. Ik zal wel met mijn advocaat overleggen.”
Dekker: „Dat is goed, maar uw advocaat kan ook niet veel doen. Het is verstandig zelf over eventuele terugkeer na te denken. Als iemand absoluut niet terug wil, moet hij er rekening mee houden dat hij in vreemdelingenbewaring kan worden gezet.”
Christopher: „Ik ben op de hoogte.”
Dekker: „Weet u ook dat u dan gedwongen kunt worden uitgezet?”
Christopher: „Ja ja.”
Dekker wijst de asielzoeker op de mogelijkheid om zich bij de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) te laten voorlichten over hulp bij terugkeer. Ook benoemt hij de risico’s van het leven in de illegaliteit. De Afrikaan hoort alles gelaten aan. Voor alle duidelijkheid herhaalt hij zijn statement nog maar eens: „Ik ben niet van plan om terug te keren.”
Eerlijk verhaal
Als regievoerder vertrek heeft Dekker gemiddeld vijf, zes keer per week op diverse azc’s gesprekken met asielzoekers die één of meer negatieve beschikkingen van de IND hebben gekregen. Samen met senior regievoerder Stella van den Broek en Theo Meijboom, manager Flevoland/Friesland, licht hij de werkwijze van de DT&V-directie voorbereiden vertrek toe.
Doel van de dienst, in 2007 opgericht en onderdeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie, is asielzoekers na een eerste afwijzing van hun aanvraag te laten nadenken over „zelfstandige, gefaciliteerde terugkeer naar het land van herkomst”, zegt Meijboom. Bij de asielzoekers, die al hun hoop vestigen op een permanent verblijf in Nederland, ligt dat onderwerp zeer gevoelig.
De eerste gesprekken hebben plaats als de vreemdeling nog tegen de afwijzing van zijn aanvraag in beroep kan gaan. Meijboom: „We zijn er niet om het gebruik van de rechtsmiddelen die ze hebben te ontmoedigen. We houden een eerlijk verhaal, schetsen een realistisch beeld. Het is van belang dat mensen vroegtijdig over eventuele terugkeer nadenken. Want het is een feit dat lang niet elke asielzoeker een verblijfsvergunning krijgt.”
Veilig
Zeker in het begin benadrukken vrijwel alle vluchtelingen dat het opbouwen van een nieuw bestaan in het land van herkomst voor hen onmogelijk is. Ze beroepen zich dan op de reden van hun vlucht. Daarover gaat een regievoerder vertrek niet met hen in discussie. Meijboom: „Dat ligt bij de IND, daar gaan wij niet over. Onze boodschap is helder: we praten over terugkeer.”
Als iemand volhoudt dat het voor hem in zijn land niet veilig is, blijft de vraag hoe hij omgaat met een mogelijke definitieve afwijzing. Daarbij kan de vraag aan de orde komen hoe reëel de angst voor gevaar bij terugkeer is.
Meijboom: „Wij kunnen zeggen: Het is rustig in Noord-Irak, maar we zijn daar niet geweest. We kunnen, via non-gouvernementele organisaties, wel proberen contact te leggen met landgenoten die wonen in de streek of stad waar de asielzoeker vandaan komt. Als zíj zeggen dat het daar veilig is, lukt het soms om de angst voor terugkeer weg te nemen.”
Afgezien van hun vluchtrelaas kunnen asielzoekers allerlei zaken aandragen die terugkeer in hun ogen belemmeren. De medewerkers van DT&V proberen samen met hen te zoeken naar mogelijkheden om die drempels te slechten.
Meijboom: „Een vrouw wilde niet weg uit Nederland, omdat hier een geliefde van haar begraven lag. Dat woog zwaar voor haar. Toen het mogelijk bleek het lichaam van de overledene te repatriëren en in eigen land te herbegraven, wilde ze wel terug. Zo proberen we altijd maatwerk te leveren.”
Uitreispapieren
Uitgeprocedeerde asielzoekers roepen soms dat het land van herkomst hun geen papieren verstrekt die noodzakelijk zijn voor terugkeer en dat ze Nederland dus domweg niet kúnnen verlaten. De DT&V’ers betwisten dat. Ze stellen dat vrijwillige terugkeer naar ieder land mogelijk is. „Een aantal landen werkt niet mee aan gedwóngen terugkeer”, aldus Meijboom.
Van den Broek wijst erop dat asielzoekers soms informatie verstrekken over hun afkomst die niet klopt. „Soms zijn locaties die mensen opgeven niet te traceren. Ze noemen bijvoorbeeld een stad en een nabijgelegen dorp in China, terwijl blijkt dat die plaatsen totaal niet bij elkaar liggen.”
Meijboom, stellig: „Waarom krijgen mensen geen uitreispapieren? Omdat ze onjuiste of onvolledige informatie verstrekken.” Hij weet dat nogal wat uitgeprocedeerde asielzoekers uit bijvoorbeeld de voormalige tentenkampen die nu in de Vluchtflat (Amsterdam) of het Vluchthuis (Den Haag) verblijven, een ander verhaal verspreiden. Onder hen is een groep die claimt feitelijk niet terug te kunnen omdat het land van herkomst hen niet toelaat.
Meijboom: „Het gaat onder anderen om een grote groep Somaliërs, van wie de IND bij herhaling heeft gezegd dat hun vluchtverhaal geen reden is voor het verlenen van asiel. In de praktijk is het vaak lastig hen gedwongen uit te zetten, maar als ze gefaciliteerd willen terugkeren, kan dat. Vanuit Flevoland zijn de afgelopen maanden vijf ex-tentenkampers uit Somalië teruggegaan.”
Kaartje
In hun werk stuiten de regievoerders vertrek geregeld op onwil bij afgewezen asielzoekers. Een deel van hen verdwijnt uiteindelijk met onbekende bestemming uit de kaartenbak van DT&V en kiest bijvoorbeeld voor een leven als illegaal. Een regievoerder probeert een enigszins optimistisch beeld dat zij daarvan kunnen hebben, tijdig bij te stellen.
Van den Broek: „Als iemand zegt dat hij voor een illegaal verblijf kiest, vraag ik hem te beschrijven hoe hij dat voor zich ziet. En of hij denkt dat tot zijn tachtigste vol te houden, terwijl hij nu bijvoorbeeld twintig is.”
Dekker: „Zeker op de lange termijn is het leven als illegaal een zwaar bestaan. Het komt voor dat mensen die in eerste instantie niet terug willen naar hun land, na tien jaar illegaliteit alsnog vrijwillig vertrekken.”
Als een traject uiteindelijk niet tot een vrijwillig of eventueel gedwongen vertrek uit Nederland leidt, frustreert dat de medewerkers niet. Meer dan in het verleden ligt het accent op de eigen verantwoordelijkheid van afgewezen asielzoekers, zegt Meijboom. „Wij doen wat we kunnen, maar in de eerste plaats moeten deze mensen zelf stappen zetten.”
Meijboom wijst er bovendien op dat zelfstandige terugkeer in veel gevallen wél wordt bereikt. „Het aantal uitgeprocedeerden dat zelfstandig terugkeert, stijgt sinds 2007 ieder jaar. Dat geeft aan dat onze aanpak succesvol is. Soms krijgen we na afloop een kaartje van mensen als ze weer in hun land zijn, om ons te bedanken. Daar putten we energie uit.”
De namen van Christopher, Stella van den Broek en Peter Dekker zijn gefingeerd. >>rd.nl/asielzoekers
Dienst Terugkeer en Vertrek
De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), opgericht in 2007, is onderdeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Hij is onder meer verantwoordelijk voor het zelfstandige en het gedwongen vertrek van uitgeprocedeerde asielzoekers.
In een vroeg stadium, vanaf de eerste afwijzing van hun aanvraag voor een verblijfsvergunning, spreken medewerkers van het DT&V-onderdeel voorbereiden vertrek geregeld met asielzoekers over terugkeer. Het streven is hen na een definitieve afwijzing zelfstandig en met de nodige ondersteuning uit Nederland te laten vertrekken. Wanneer zij daaraan niet meewerken, komen ze in aanraking met de directie bewaring, een ander onderdeel van DT&V. Vanuit onder meer detentie- en uitzetcentra op Schiphol en in Rotterdam wordt dan gewerkt aan een gedwongen vertrek uit Nederland.
>>dienstterugkeerenvertrek.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's