Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hulp aan „gevallen zwakke schepseltjes” in Nijmegen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hulp aan „gevallen zwakke schepseltjes” in Nijmegen

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

SINT AGATHA. De zusters van het klooster Bethlehem in Nijmegen waren voor de Tweede Wereldoorlog in een achterstandswijk van de stad actief in de wijkverpleging. Het klooster bestaat niet meer, maar een expositie toont het „Gode welgevallig werk” dat –ook– zij deden.

De laatste kloosterling, zuster Willibrorda van Nunen, overleed in februari. Huize Bethlehem is nu een hospice. De geschiedenis ervan bleef echter bewaard.

Klooster Sint-Agatha, Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, heeft de afgelopen jaren archieven, boeken en voorwerpen van ongeveer honderd religieuze orden en congregaties bijeengebracht. De tentoonstelling ”Bidden, werken en wonen. Bladeren door het Nederlandse kloosterleven” gunt bezoekers een blik in het bijeengebrachte archiefmateriaal.

De expositie laat archiefstukken, voorwerpen en boeken zien. De archiefstukken van het klooster Bethlehem in Nijmegen staan model voor die van andere kloosters. De zusters van Huize Bethlehem behoorden tot de dominicanessen van het allerheiligst sacrament. Het klooster, dat in 1929 verhuisde naar de Sint-Anthoniusplaats, werd in 1919 gesticht. De zusters zorgden voor de wijkverpleging in de benedenstad, een achterstandswijk in Nijmegen. Een foto van een zuster op de fiets op weg om nazorg te bieden na een bevalling illustreert dit.

Gode welgevallig werk

In de bewaard gebleven kroniek van het klooster is, in sierlijke letters, de mening van geestelijk adviseur pastoor E. Piels over deze kloosterzusters te lezen. „Hij prees Nijmegen als de stad van opgewekt Katholiek leven en van Roomsche charitas, welke vele sociaal-charitatieve instellingen opricht. De Magdalenavereniging en Huize Bethlehem deden Gode welgevallig werk. Katholiek Nijmegen ging hier hoog boven de bekrompenheid van sommigen uit door hier hulp te gaan verlenen aan gevallen zwakke schepseltjes die dreigen onder te gaan wanneer de christelijke charitas haar niet steunt. Christus’ voorbeeld is hier goed begrepen en toegepast.”

Een lijst toont de namen van de eerste ingetreden zusters, die andere namen kregen. Zo werd Clementina zuster Dominica en Elisabeth zuster Theresia. Het is opvallend dat de zusters uit alle delen van het land kwamen, en niet alleen uit typisch rooms-katholieke streken: Zevenaar, Rotterdam, Enschede, Goes, Leeuwarden, Naarden, Zwolle, Tiel, Silvolde. Misschien heeft het met de aard van het werk of met de opleiding te maken.

Sober

Het is niet bekend of deze zusters ook gebruikmaakten van „deugdentellers”, waarvan vier exemplaren in een vitrinekast bij de voorwerpen te zien zijn. Ze werden geschonken door meerdere kloostergemeenschappen. Het gaat om een stukje touw met daaraan tien tot vijftien kleurige kralen met onderaan een hanger, al dan niet in de vorm van een kruisbeeldje. Men telde de goede daden door het verschuiven van de kraaltjes. Deze tellers „werden gebruikt om gedurende de dag de goede en minder goede deugden te tellen om zo inzicht te verwerven in het eigen gedrag”, aldus de toelichting.

Een chambrette laat de sobere levenswijze van de kloosterlingen duidelijk uitkomen. Die van zuster Alice van de zusters van liefde uit Schijndel toont een kamertje dat alleen door een houten schot en een gordijn van de andere chambrettes was afgescheiden. Als meubilair doen dienst: enkele planken met een strozak als bed, een kastje met wat kleding, een waskom, een waterkan, een bankje, een kaars en een po. Eten deden de zusters gezamenlijk.

Aan een rekje hangen vier habijten: een bruine van de redemptoristen, een rood-blauw van de redemptoristinnen, een zwarte van de karmelietessen en een witte van de dominicanen. „Na 1960 gaan de deuren naar de wereld open en gaat de leefwijze van de kloosterlingen meer lijken op die buiten het klooster.”

De expositie gaat over in een al langer bestaande tentoonstelling. Er kan ook een blik worden geworpen in de binnentuin, met de graven van overleden kruisheren. De rest van het gebouw is niet toegankelijk, want er wonen nog steeds kloosterlingen – al sinds 1371.

>>erfgoedkloosterleven.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Hulp aan „gevallen zwakke schepseltjes” in Nijmegen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's