Cito zegt niet alles
Lang is er over de openbaarmaking van de Cito-scores per school gestreden. Uiteindelijk hebben de bezwaarden verloren. Iedere Nederlander kan nu de lijst met de Cito-uitslagen bekijken. Eind vorige week is die beschikbaar gekomen. Zo transparant zijn we wel in Nederland.
Maar waarom hebben de scholen als leeuwen gevochten om de publicatie van de lijst tegen te houden? Hebben ze iets te verbergen? Of is het angst om afgerekend te worden op resultaten? Koudwatervrees? Er is toch niets op tegen dat ouders bij hun schoolkeuze weten hoe een bepaalde school het doet? Vragen die een sfeer van wantrouwen kunnen voeden.
Op zichzelf is het niet nieuw dat resultaten van scholen openbaar worden gemaakt. Al jaren is het gebruik dat er een overzicht wordt gepubliceerd van de examenresultaten van scholen voor voortgezet onderwijs. Inmiddels is elke schoolleider daaraan gewend en kan elke ouder zien of een school bovengemiddeld scoort of onder de middelmaat zit als het gaat om examenuitslagen.
Tegelijk wijst de praktijk uit dat slechts een beperkt aantal ouders zich door deze lijsten laat leiden bij de schoolkeuze voor hun kind. Andere factoren zijn van grotere invloed, zoals de signatuur van de school, de afstand, de keus van vrienden van het kind enz. Kortom, de publicatie van Cito-resultaten zal in het algemeen weinig invloed hebben op de groei of krimp van een school, tenzij die het heel bont maakt.
Wat van groter belang is, is de sfeer die rond de Cito-toetsen wordt gecreëerd. Al vele jaren wijzen scholen en begeleidingsdiensten erop dat deze in de beleving van veel ouders en leerlingen het karakter krijgen van een soort examen.
Op grond van de Cito-scores worden ook keuzes gemaakt voor de toekomst. Niet ontkend kan worden dat de uitkomsten van deze toetsen een belangrijke factor zijn bij de toelating tot het vervolgonderwijs. Terwijl iedere onderwijsgevende weet dat er veel meer is wat bepaalt of een basisschoolleerling het goed zal doen in het voortgezet onderwijs. Door de publicatie van de Cito-scores per school wordt op zijn minst de suggestie gewekt dat een instelling al dan niet goed opgeleide leerlingen aflevert, net zoals bij de examenresultaten van scholen voor voortgezet onderwijs. In een tijd waarin rendement vaak de bepalende factor is waarop mensen en organisaties worden afgerekend, is het juist een risico dat op grond van Cito-scores scholen het predicaat ”goed”of ”slecht” krijgen toebedeeld. Dat is dan ook een belangrijk pijnpunt van schoolleiders die zich hebben verzet tegen de openbaarmaking van de uitslagen. Die zeggen namelijk lang niet alles.
Extreem gesteld: kun je van een goede school spreken waar bij de Cito-test dankzij kadaverdiscipline alleen maar negens en tienen worden binnengehaald? Dat zal niemand willen bevestigen. Natuurlijk is het mooi als een school in de top tien staat. Dat is een compliment waard. Van harte gefeliciteerd! Maar tegelijk zeggen de schoolleiders van deze onderwijsinstellingen dat de scores niet alles zeggen. Het gaat om het totale klimaat op een school. En gelijk hebben ze.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's