Beesd eert Abraham Kuyper en Pietje Baltus
BEESD. Abraham Kuyper kwam 150 jaar geleden als pas afgestudeerd predikant naar Beesd. Het Betuwse dorp besteedt volop aandacht aan zijn beroemde inwoner.
Tegenover de Sint-Pieterskerk staat de pastorie waarin Abraham Kuyper van 1863 tot 1867 woonde. Het is een prachtig pand, dat dateert uit de achttiende eeuw. Van de voornaamheid van de dorpspredikant getuigt ook de grote tuin erachter. De reusachtige paardenkastanje stond er al in de tijd van Kuyper, en hij zal er beslist weleens onder hebben gezeten.
Witte klompen
In de kerk loopt tot 19 oktober een tentoonstelling over de beroemde theoloog, wetenschapper, politicus en journalist, die leefde van 1837 tot 1920. De oorspronkelijke kansel staat er nog, evenals Kuypers stoel en een verstelbare lessenaar. Andere originele attributen van ”Abraham de Geweldige” zijn een inktpot, een zandpot en een fruitschaal. De tentoonstelling geeft, vooral door foto’s en documenten, een beeld van het leven van Kuyper: vanaf zijn geboorte in Maassluis tot zijn dood in Den Haag.
Opvallend is de speciale plek die is ingeruimd voor Pietje Baltus, een eenvoudige vrouw uit Beesd. Ze heeft haar bekendheid aan Kuyper te danken, omdat zij de moderne predikant durfde te weerstaan. In een vitrine staan haar witte klompen en een zwart-witte mutsje. „Het zijn beslist de originelen”, verzekert C. J. van Heuckelum, schrijver van het bij de start van de tentoonstelling gepresenteerde boekje ”Pietje Baltus. Mystieke vrouw uit Beesd”. De klompen en het mutsje kwamen na de dood van Pietje Baltus in het bezit van haar buurman, slager Hol. De familie Hol schonk de attributen later aan historicus Gert de Kruijff, die ze voor deze gelegenheid heeft afgestaan.
Van Heuckelum zegt dat ze het mutsje –typisch Betuwse dracht destijds– altijd ophad. Dat is ook te zien op de enige twee foto’s die van haar bekend zijn. Haar klompen, die er vrij nieuw uitzien, ogen klein. „Pietje Baltus was niet bijzonder groot”, zegt Van Heuckelum. Hij schat haar lengte op hooguit 1,70 meter. De foto’s tonen haar op latere leeftijd. Toen Kuyper in Beesd stond, was ze veel jonger: ongeveer 35 jaar.
Pietje Baltus woonde na het overlijden van haar vader, in 1866, met haar twee broers Bernardus en Hermannus in een klein huurhuis aan de Achterstraat, niet ver van de kerk. Daar hield ze gedurende vele jaren gezelschap. Er kwamen mensen uit Beesd, Gellicum, Leerdam en andere plaatsen uit de omgeving, die vonden dat de Nederlandse Hervormde Kerk in verval was geraakt. „Deze bevindelijke vrouw vervulde een verbindende rol in die gezelschappen, die vaak bij haar aan huis gehouden werden. De grote plaats die ze innam, bleek tijdens haar begrafenis in 1914, waarbij velen aanwezig waren”, zegt Van Heuckelum.
De auteur bevestigt dat de eenvoudige vrouw, die zich niet kon vinden in de prediking van de toen tamelijk vrijzinnige Kuyper, goed onderlegd was in de Bijbel. Ze stak haar mening tijdens een bezoek van de predikant niet onder stoelen of banken en weigerde hem na afloop zelfs een hand te geven. Dat deed ze pas na aandringen van Kuyper. De twee hebben elkaar daarna diverse keren ontmoet.
Een keer nam Pietje Baltus een namaakworst uit de vitrine van slager Hol mee naar de pastorie om haar mening te geven over zijn preken: smakelijk vanbuiten maar onverteerbaar vanbinnen. „Het is een bewijs dat Pietje Baltus Kuyper als mens wel waardeerde”, zegt Van Heuckelum, „want anders doe je zoiets niet.”
Geestelijke ommekeer
Kuyper bracht Baltus na zijn vertrek uit Beesd nog diverse keren een bezoek. Pas na haar dood, in 1914, noemde hij voor het eerst haar naam in een geschrift. Dat was voor veel historici reden om te concluderen dat de „ervaring Pietje Baltus” hem goed paste. Kuyper schreef later dat hij door de „fijnen” verre van innemend ontvangen werd.
Maar hij had ook waardering: „Ik kon mij met mijn povere Bijbelkennis, die ik aan de academie opdeed, niet met deze eenvoudige lieden meten”, schreef hij. Hoe groot de rol van Pietje Baltus was in de geestelijke ommekeer van Kuyper, is niet duidelijk. Maar dát die er is geweest, is zeker, aldus Van Heuckelum.
Afscheidspreek
Abraham Kuyper stond slechts vier jaar in Beesd. De predikant werkte hard, maar maakte zich niet geliefd. Toen Kuyper vertrok, waren er minder kerkgangers dan toen hij er kwam. Tijdens zijn afscheidspreek over Mattheüs 6:12 („En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren”) sprak hij van afkeer, bitterheden, krenkingen en laster.
Kuyper zei echter ook dat de jaren in Beesd voor hem rijk aan vorming en ontwikkeling waren geweest. „Wie weet, wellicht ongemerkt is daarbij ook van velen uwer kracht op mij uitgegaan en hebt ge het uwe ertoe bijgedragen om mijn vorming een schrede verder te brengen.”
Nu is de stemming in Beesd omgeslagen en eert men de beroemde predikant. Een restaurant dient zelfs een Kuypermenu op. Met Kuyperbroodjes en een coupe à la Baltus.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's