Lezen
De scholen zijn weer begonnen. Jouke, een jongetje van vier, begon vorige week zijn schoolloopbaan met een hartgrondig ”yes”. Hij had er duidelijk zin in. Daarin lijkt hij op mij. Ik ging ook graag naar school. Zo graag zelfs dat ik er maar mijn beroep van heb gemaakt.
Het eerste wat ik leerde, was lezen. Het werd meteen mijn lievelingsvak. Al vergde het op school wel enige aanpassing. Vooral het dagelijks terugkerende klassikaal lezen was een kwelling. De hele klas met hetzelfde boek voor de neus en dan maar wachten tot een moeizaam lezende leerling de alinea had doorworsteld. Ondertussen had ik al veel verder gelezen. Daarmee riskeerde je straf, want als je een beurt kreeg, moest je wel met de goede zin verdergaan.
Maar lezen was fijn! Veel boeken hadden we niet op school. Als het boek uit was, begonnen we gewoon weer van voren af aan. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik nu nog hele gedeelten van ”Panokko” uit mijn hoofd ken.
School was niet mijn eerste kennismaking met lezen. Thuis werd er ook veel gelezen en voorgelezen. Naast de dagelijkse voorleesmomenten heb ik goede herinneringen aan de zondagavond, waarop mijn vader voorlas uit de Bijbelse geschiedenis. Toen ik ouder was, kwamen de verhalen over de kerkgeschiedenis aan de beurt. Ook op school werd voorgelezen. Daarnaast was de bibliotheek een goede gelegenheid om mijn leeshonger te stillen. Die honger is trouwens nooit meer overgegaan.
Veel ouders denken dat voorlezen niet meer nodig is als de kinderen zelf kunnen lezen. Maar ook na groep 3 is voorlezen belangrijk. Behalve het sociale aspect –wat is er heerlijker dan samen op de bank lekker tegen je vader of moeder aan te liggen en te luisteren naar een spannend verhaal– is voorlezen ook goed voor de taalontwikkeling. Als ouder kun je boeken uitkiezen die voor je zoon of dochter nog (te) moeilijk zijn om te lezen, maar wel boeiende verhalen bevatten. Soms vindt een kind een boek te dik. Ouders kunnen zo’n boek dan natuurlijk ook voorlezen. Er zijn kinderen die zeggen dat ze niet van lezen houden, maar ik heb dat nog nooit over voorlezen gehoord.
Voor kinderen met dyslexie is voorlezen vooral een goed middel om te blijven lezen. Vaak zijn hun eigen boeken met eenvoudige woorden geschreven. Voor een betere woordenschat is voorlezen van „moeilijke” boeken dan belangrijk.
Om van kinderen echte lezers te maken, pakte ik vaak een boek waarvan ik wist dat het even duurde voordat het spannend werd. Zelf zouden ze het na een paar bladzijden wegleggen. Maar als het werd voorgelezen en het spannende gedeelte aan de beurt kwam, gebeurde het vaak dat ze zeiden: „Geef maar, ik lees het zelf wel uit.”
Lezen verveelt nooit, daarom veel (voor)leesplezier!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's