Plagiaat
„Ook dominees luisteren niet altijd naar de Schrift. Zij plegen soms plagiaat.” Er viel een diepe stilte tijdens de lezing van dr. H. van den Belt op de Haamstedeconferentie over het onderwerp: ”Uw knecht hoort! Luisteren naar het hart van de Heilige Schrift”.
De spreker wilde wel even een voorbeeld noemen. Twee predikanten spraken kort achter elkaar in dezelfde gemeente en hadden dezelfde tekst. De preken waren gelijk aan elkaar. Achteraf bleek dat ze de preek hadden gedownload van internet.
Gaandeweg voel ik het zweet langs mijn rug lopen. In mijn studeerkamer staan zo veel boeken. Uit die boeken haal ik van alles wat je maar bedenken kunt. Pleeg ik dan ook plagiaat? Zelfs internet biedt mogelijkheden om kennis te vergaren.
Ik krijg een klein beetje rust als ik bedenk dat twee veel geroemde dogmatische verhandelingen naast elkaar in mijn studeerkamer staan; de ene van een gereformeerde theoloog en de andere van een theoloog behorend tot de Gereformeerde Gemeenten. Beide lijken wel heel veel op elkaar. Was daar soms ook plagiaat in het spel? Ik word wat rustiger in mijn gemoed.
Maar ’s middags wordt mijn gemoed weer hevig ontzet. Ik zie een paar muskieten neerstrijken. Nee, geen insecten of muggen die in je vel kunnen steken, maar de pers; gewapend met pen, papier en filmapparatuur. Er is waarlijk nieuwsvoer gekomen van de Haamstedeconferentie. „Predikanten plegen plagiaat.” De gemeente kan deze avond niet alleen kijken in de krant of haar dominee ook op de conferentie is –ja hoor, hij zit op de vierde rij– maar kan zich voortaan ook druk maken over de vraag waar dominee al zijn wijsheid vandaan haalt. Als het niet zo snel te vinden is, dan even googelen. Zullen er ook persmuskieten in mijn kerk komen om de preek door te lichten?
Je weet toch wat een professor van de universiteit van Tilburg deed? Zijn dissertatie berustte niet op wetenschappelijke feiten. Het was plagiaat. De wetenschappelijke wereld stond te beven en te schudden op zijn grondvesten.
Niet dat ik zo bang ben voor deze muskieten, hoewel ze geducht kunnen steken. Banger kunnen we zijn als er ware Izakken in de kerk zitten, die zullen zeggen: „Hoe is dit, dat gij het (het wildbraad), zo haast gevonden hebt?” En dat, als de dienaar de preek heeft gehouden, zij zullen zeggen: „De stem is Jakobs stem, maar de handen zijn Ezau’s handen.” Het is belangrijk dat de dienaar van God leert net als Samuël te zeggen: „Spreek, Heere, want Uw knecht hoort.”
Dan heeft hij niets te vrezen van nieuwsgaarders.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's