Wonen in stad: gedenk aan Lot en zijn gezin
De stad is een bedreiging voor christenen om zich onbesmet te bewaren van de wereld, reageert Joop Hardeman op de column van Dirk de Korne over wonen in de stad (RD 4-9).
Hanteer ik een gevaarlijke stelling omdat ik meer vanuit de praktijk zou redeneren dan vanuit de theorie, zoals De Korne suggereert? Of zit er een andere dimensie achter zijn afwijzing van wat ik schreef over wonen in de stad? Dat zijn de twee vragen. Ik wil proberen ze voorzichtig maar ook duidelijk te beantwoorden. Temeer daar ook anderen mij hebben benaderd.
Ik ontken dat de grondtoon van mijn column niet verder ging dan het beschrijven van enkele maatschappelijke aspecten van het wonen in een refodorp. Ik heb er functioneel een aantal benoemd. De kern was natuurlijk dat in zo’n gemeenschap een kerk staat waar het Woord Gods zuiver wordt gepreekt en de Drie Formulieren van Enigheid worden gehandhaafd. Voor mij staat dat niet gelijk aan elke zingende gemeente. Ook ben ik huiverig om internationaal ter kerke te gaan. Al te zeer heb ik daar nogal eens neoremonstrantse geluiden gehoord.
De opdracht om de aarde te bouwen en te bewaren was er al voor de zondeval. Nadien geldt: het aardrijk is vervloekt om uwentwil. De totaal verdorven aard van de mens kwam al meer openbaar. Gods zonen zagen de dochteren der mensen aan. Niet de wereld ging naar de kerk, maar de kerk ging naar de wereld. Met alle gevolgen van dien, want van het een kwam het ander. Ook toen.
Wonen in een refodorp is niet volledig veilig. De wereld heeft er duizend ingangen. Maar we hoeven de verleidingen niet te zoeken. Ouders hebben de taak te trachten hun kinderen bij de ware leer der zaligheid te behouden. Dat moeten we bij voorkeur doen in een woonomgeving waar dat mogelijk is. In de trits kerk, school en gezin.
Zeker, een kleine reformatorische kerk kan nog dienen als een licht dat schijnt in een duistere plaats. Maar de opdracht blijft om ons onbesmet te bewaren van de wereld. Dat sluit geen bewogenheid met andere mensen uit. Ook zending en evangelisatie hebben daarin een plaats. En het zou kunnen dat iemand alleen of met zijn gezin verhuist naar een onkerkelijke omgeving. Maar dat moet je dan wel goed kunnen verantwoorden.
Om tot de kern van de discussie te komen moeten we afsteken naar een diepere laag. Er zitten sociologische facetten aan de materie, maar tegelijkertijd is de geestelijke aard daarvan het belangrijkste. Wat noemen wij bekering en/of wat houden wij voor bevinding? Als we daar wezenlijk anders over denken, dan hebben we een andere visie op wie een belijdend christen is en wat zijn of haar (on)mogelijkheden zijn.
Gedenk aan Lot en zijn gezin. Lot – ook na ontvangen genade.
De auteur is gerechtsdeurwaarder.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 9 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 9 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's