Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kloof tussen verklaren en ervaren van natuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kloof tussen verklaren en ervaren van natuur

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tussen het verklaren en het ervaren van de natuur gaapt een diepe kloof, stelt dr. Hans Ester.

In het onlangs verschenen Amsterdamse universiteitsblad Spui 38 vertellen drie hoogleraren in de natuurkunde over de belangrijkste doorbraken op het gebied van de natuurkunde in de laatst tien jaar.

Twee van hen noemen het ”higgsdeeltje” de belangrijkste ontdekking, naast de ontdekking dat het heelal versneld uitdijt. De derde noemt naast het higgsdeeltje de ontdekking van exoplaneten, „planeten die om een andere ster dan onze zon draaien.”

Het higgsdeeltje is het deeltje in de bouw van de natuur waardoor alle andere deeltjes massa krijgen. Het higgsdeeltje is cruciaal om de natuur te begrijpen.

Goethe

Uit het vervolg van het verhaal van de drie hoogleraren blijkt dat zij door middel van observaties nog een heel eind verder proberen te komen bij het ontraadselen van de geheimen van de aarde. Goethes tragedie ”Faust” formuleert dat als volgt: „Dat ik ontdekke, wat de aard/ In hare samenhang bewaart.”

Niet alleen de aarde, het hele universum is voorwerp van onderzoek. De natuurwetenschappers zoeken naar een nieuwe theorie. Zoals Erik Verlinde, de theoretisch natuurkundige van het drietal, formuleert: „Vooral om verschijnselen op hele grote schalen te begrijpen: Wat is het effect van donkere materie op melkwegstelsels? Wat bepaalt de verhouding tussen donkere materie en gewone materie? Is de oerknal echt het begin van alles? Ik denk dat we daar een heel ander beeld van gaan krijgen.”

Ook de beide anderen, Stan Bentvelsen en Ralph Wijers, popelen om de natuur verder te onderzoeken. Ze beseffen echter ook dat er vragen zijn waarop geen antwoord mogelijk is. Tussen hen bestaat ook onenigheid over de stelling dat er een grens is aan de complexiteit die een mens kan beschrijven.

Als geesteswetenschapper sta ik met open mond te luisteren naar het gesprek tussen deze drie prominente natuurwetenschappers. Hun mening laat mij opnieuw duidelijk beseffen hoe groot de kloof is tussen enerzijds de natuurwetenschappen en anderzijds de geesteswetenschappen (waartoe ook de theologie gerekend wordt).

Schepper

Terwijl de natuurwetenschap op grond van observaties en herhaling van observaties tot inzicht in de wetmatigheden van de natuur (bijvoorbeeld het menselijk lichaam) tracht te komen en meent objectief te zijn, legt de geesteswetenschap de nadruk op de persoonlijke inbedding van het begrijpen van de wereld.

De geesteswetenschapper zal altijd vooropstellen dat de kennis van een tekst (bijvoorbeeld van een roman), van de geschiedenis, bijvoorbeeld (van de betekenis van Napoleon voor Europa), gebonden is aan de levensbeschouwing van degene die probeert tot kennis te komen. Dat geldt ook voor de manier waarop de mens de wereld om zich heen en zichzelf begrijpt. Ik kan de natuur niet anders zien dan vanuit mijn geloof in de Schepper.

Het bewustzijn van de levensbeschouwing die iedere mens bij het verstaan van het leven en van de wereld laat meeklinken, komt in het gesprek van de drie natuurkundigen naderbij wanneer Ralp Wijers het volgende zegt: „Hoe sterk ook geloof in ons vermogen om de natuur te beschrijven, ik geloof niet in predestinatie of dat mensen geen keuze zouden hebben.” Helaas blijft het daarbij, terwijl er alle reden is om godsdienstige overwegingen in het geding te brengen. Over andere keuzes bij de benadering van de natuur dan de drie die de hoogleraren noemen, wordt verder niet doorgedacht.

Dat is spijtig, omdat ik mij niet kan voorstellen dat er met dit onderzoekswerk geen bewondering voor het immense vernuft van de schepping verbonden is. Daarover hoor ik niets. Naar mijn gevoel begint iedere benadering van onze wereld met dit ontzag.

Ik hoor evenmin iets over de ethische keuzes die aan de basis liggen van iedere vorm van natuuronderzoek. Wat is de zin van natuurkundig onderzoek? Waarom stoppen we Europees geld in de deeltjesversneller van CERN in Genève? Welk effect hebben theorieën over planeten in andere melkwegstelsels dan op het levensgevoel dat je als schepsel Gods geborgen bent in het universum?

Nietig

Je kunt naar het heelal kijken als onderzoeksobject. Je kunt ook naar de nachtelijke sterren kijken, je nietig voelen en tot het besef van de menselijke afhankelijkheid komen. Zo vergaat het mij. Dan is de ”oerknal” een oninteressant idee. Misschien neem je dan wel het besluit om alleen op respectvolle wijze met de natuur om te gaan en het heelal als ondoorgrondelijke, majesteitelijke grootheid met rust te laten. Ja, als dat toch eens mogelijk was!

De auteur doceerde cultuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Kloof tussen verklaren en ervaren van natuur

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's