Positivisten

Je kent ze wel. Ze zijn er in je straat, op ’t werk en op school. Het zijn die types die als het ’s winters vriest dat het kraakt zeggen dat warmte ook niet alles is en –als ’s zomers de mussen van het dak vallen– beweren dat het nog altijd beter is dan kou. In het alledaagse taalgebruik noemen we hen ”positivisten”. In principe is er niets wat zij niet positief kunnen duiden. Toch denk ik dat ik iets gevonden heb: de Nederlandse politiek.

Laten we de feiten nog eens op een rij zetten. Nederland verslond in de afgelopen tien jaar het formidabele aantal van zes kabinetten. En dat is best veel. Logischerwijs worden de meeste partijen daar een beetje onzeker van en bedenken ze zich wel drie keer voordat ze zich branden aan de écht moeilijke beslissingen: voor je het weet heb je weer verkiezingen en word je als partij weggestemd. Tel daarbij op dat alle partijen (met uitzondering van kleintjes zoals SGP, CU, GL en PvdD) zo’n beetje even groot zijn in de peilingen –en dat een kabinet van minder dan vier partijen dus bijna ondenkbaar is– en je hebt de misère compleet.

En als je nou kon zeggen dat het zittende kabinet het verbazingwekkend goed deed, dan was het wat anders. Maar het enige wat je met recht verbazingwekkend kunt noemen aan Bruggen-en-Slaan BV, is het enorme zetelverlies in de peilingen. Als dat zo doorgaat, hebben ze over tien maanden nog exact nul zetels over. Kortom: volgens mij een onmogelijke opdracht om daar iets positiefs over te zeggen.

Al zullen de dames en heren politici spreken van een „stevige uitdaging.”

Reageren op deze column en meer lezen van Arjan? >>puntuit.nl/arjan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen