Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op de hoek van de gracht…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op de hoek van de gracht…

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In alle kerkverbanden zijn er gemeenten die als oasen van rust en vrede bekendstaan. Maar er zijn ook gemeenten waar interne spanningen en conflicten van een kerkenraad grote geestelijke wijsheid en bestuurlijke vaardigheid vragen. Wie enig zicht heeft op de ontwikkelingen die het kerkelijk leven vandaag te zien geeft, weet dat er kerkenraden zijn die naast hun normale ambtelijke werk zeer veel tijd moeten investeren in het gladstrijken van plooien en het effenen van hobbels die het leven van de gemeente veel schade kunnen toebrengen.

De gecompliceerdheid van de tijd waarin wij leven, draagt daartoe sterk bij. Natuurlijk heeft elke tijd in de geschiedenis van de kerk zijn eigen zorgen en problemen gekend, en in elke tijd heeft men daaraan, naar men het voelde meer of minder gewicht toegekend. Maar zonder overdrijving kan toch wel worden gezegd dat de kerk vandaag gemeente van Christus moet zijn in een wereld waarin maar weinig op zijn plaats wordt gelaten en waarin de ontwikkelingen nauwelijks bij te houden zijn.

Deze ontwikkelingen roepen ook binnen de gemeente van Christus vragen op waarop niet altijd eenduidige antwoorden worden gegeven, zeker niet wanneer een gemeente is samengesteld uit mensen die qua aard, aanleg, herkomst, opleiding, en ontwikkeling en vooral geestelijke gerichtheid, sterk uiteenlopen. Meningen en gevoelens kunnen onder broeders en zusters, met dezelfde Bijbel in de hand, zó sterk uiteenlopen dat er tegenstellingen ontstaan die diepe en langdurige, soms blijvende verwijdering tot gevolg kunnen hebben.

Soms gaat het over heel principiële vragen, soms over heel zakelijke aangelegenheden, bijvoorbeeld de vernieuwing of reparatie van een kerkdak. Vandaag is de verantwoordelijkheid daarvoor allereerst een zaak van de commissie van beheer, die na beoordeling van wat nodig is voorstellen aan de kerkenraad doet, ook wat de uitbesteding van het karwei betreft.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw mocht ik als diaken de christelijke gereformeerde kerk van Amterdam-West aan de Lauriergracht dienen. Het was in die tijd niet ongebruikelijk dat enkele ambtsdragers ook deel uitmaakten van de commissie van beheer. Zo ook in Amsterdam. Bij twee broeders van bouwkundige professie was dat zo, wat in de praktijk betekende dat de commissie van beheer als onafhankelijk instituut weinig invloed en zeggingskracht had. Een advies van de commissie was dikwijls in wezen al een besluit van de kerkenraad. Als het om technische aangelegenheden ging, domineerden in een besluit sterk de visies van de bouwkundige broeders, die het overigens ook niet altijd met elkaar eens waren.

Dat bleek in een vergadering, onder leiding van wijlen de vredelievende predikant M. W. Nieuwenhuijze. Toen het om de aanbesteding van een technische verbetering in de Lauriergrachtkerk ging merkte de ene broeder met technische knowhow op dat hij de firma X had gevraagd offerte uit te brengen. „Die koekenbakker?” merkte zijn evenknie op. Er ontstond een heftige woordenwisseling, waarvan de inhoud aan twistende Amsterdammers voorbehouden is. De ontstelde preses maande tot kalmte. De oude broeder Boersema haastte zich naar de kraan voor een glas water om het vuur te blussen. Een van de meest wijze hoofdstedelijke ouderlingen doorbrak de ontsteltenis met de opmerking: „Niets aan doen lieve mensen, straks drinken de broeders het op de hoek van de gracht als geheide Amsterdammers af. Het zweert echt niet bij ze in.” En zo is het gegaan.

In sommige kerkelijke twisten zou men zich door de tijden heen veel ellende hebben kunnen besparen als twistende kerkleiders in stille afzondering met elkaar vaker aan tafel waren gegaan om samen te nuttigen wat men in dit verband ook hemelse gaven zou kunnen noemen. Kerkscheuringen zouden erdoor voorkomen hebben kunnen zijn. Want niet zelden waren die het gevolg van twisten tussen enkelingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 2 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Op de hoek van de gracht…

Bekijk de hele uitgave van maandag 2 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's