„Preek met Elisa in gehoorzaamheid”
Ds. J. M. J. Kieviet tijdens Haamstedeconferentie: Verkondig Evangelie en oordeel
ELSPEET. De profeet Elisa was een middel in Gods hand om enerzijds het Evangelie en anderzijds het oordeel te preken. Zo moeten Gods knechten ook vandaag in gehoorzaamheid aan hun Zender trouw zijn aan de boodschap van de Schrift.
Dat stelde ds. J. M. J. Kieviet, christelijk gereformeerd predikant te Dordrecht, in twee lezingen over de profeet Elisa. Hij hield deze gisteren en vandaag tijdens de Haamstedeconferentie in Elspeet. Op de tweede dag van de Haamstedeconferentie spraken gisteren tevens dr. P. de Vries, drs. R. Toes en dr. W. van Vlastuin. Vandaag werd de bijeenkomst voor predikanten, theologiestudenten en godsdienstleraren afgesloten.
Elisa
Ds. Kieviet noemde de profeet Elisa „een van Gods reuzen. Hij heeft een plaats ontvangen in de rij van profeten des Heeren, zoals Mozes, Samuël, Elia en Jesaja.” De profeet treedt op in de tijd dat in Juda en het Tienstammenrijk de afgoden worden gediend. God bewijst Zijn trouw doordat hij oproept tot bekering door de bediening van Zijn Woord. En dat is nog zo.
Voordat Elisa Elia kan opvolgen, wordt hij zo’n tien jaar opgeleid. Hij moet luisteren naar de woorden van Elia. „Hij diende hem. Dienaar te zijn, dienaar van het Woord, dat vergt dienstbaarheid. In nederigheid en ootmoedigheid. Om telkens te vragen: „Heere, wat wilt U dat ik doen zal?” Als de Heere roept, is dat slechts het begin van een ontwikkeling. Van een leerschool.”
Ds. Kieviet stond verder stil bij een gedeelte uit 2 Koningen 3, waarbij koning Joram van Israël op weg is om strijd te voeren tegen de Moabieten. Als alles tegenzit, wordt Elisa om hulp gevraagd. Deze verzoekt om een speelman, iemand die muziek maakt. „De speelman moest Elisa’s hart opheffen tot God en zich zo bereiden om wat God hem zou openbaren, te ontvangen. Elisa is ook maar een mens. Ook zijn veerkracht is maar beperkt. Hij moet eerst in evenwicht komen voordat hij verder kan spreken.”
Dan volgt de veroordeling van Jorams goddeloosheid. Toch klinkt er ook genade vanwege Josafat, de koning van Juda, de gezalfde des Heeren. Een ware profeet van de Heere, aldus ds. Kieviet, is daarom „trouw, eerlijk, maar niet minder bewogen. Worstelend voor Gods aangezicht. Worstelend voor het behoud van het volk. Het volk dat zelf zijn best doet om niet behouden te worden.”
In de lezing van vanmorgen ging ds. Kieviet onder meer in op het optreden van Elisa in Jericho en Bethel. In Jericho is een bron die brak water geeft, waardoor het land onvruchtbaar is. De stad is door de Heere vervloekt omdat hij na de verwoesting, tegen Gods bevel, weer opgebouwd was. Toch mag Elisa een middel geven om het water zoet te maken. Ds. Kieviet: „Is Elisa hier niet een type van Christus Zelf? Hij zegt tot een dode, tot een verlorene, een gevloekte: „Ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de dood. En Ik, de Levende, zal over u heersen!””
In Bethel krijgt Elisa te maken met de jongens die hem uitschelden, en die daarop door twee beren verscheurd worden. „Ook nu is hij de profeet van de Heere die handelt in de naam van zijn Zender. Hij ziet hen en hij vloekt hen in de naam van de Heere.”
In dit de donkere deel van Elisa’s optreden wordt ook Christus getekend, aldus de Dordtse predikant. „Dat mogen we niet negeren in de prediking. Juist vanuit Elisa licht voor ons de Zaligmaker van zondaren op, maar niet minder Christus als Degene wiens wan in Zijn hand is; Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren. Zijn het geen woorden van de Heere Jezus Zelf als Hij zegt dat Hij niet gekomen is om vrede te brengen op de aarde, maar het zwaard?”
Ezechiël
Dr. De Vries, docent Bijbelse theologie en hermeneutiek aan het Hersteld Hervormd Seminarie, hield een inleiding over Ezechiël, een profeet van Gods heerlijkheid. Hij legde relaties tussen deze oudtestamentische profeet en de doorwerking van Ezechiël in het Nieuwe Testament.
Het boek Ezechiël wordt beheerst door de heerlijkheid des Heeren, aldus dr. De Vries. Daarom is het niet verwonderlijk dat Ezechiël, en niet Jesaja, als profeet van Gods heerlijkheid wordt getypeerd. Opvallend noemde hij het dat het Hebreeuwse woord kabod veelvuldig voorkomt het boek Ezechiël. Meestal wordt het vertaald als ”heerlijkheid”, toegepast op de Heere, de God van Israël, of als ”eer”.
Ezechiël mag in het verschijnen van de heerlijkheid in Babel ervaren dat de Heere niet aan een plaats is gebonden, aldus dr. De Vries. „Nergens anders dan in het boek Ezechiël wordt in het Oude Testament de heerlijkheid van de Heere zo uitgebreid beschreven.”
Dienaren van God worden geroepen om als wachter op te treden, aldus dr. De Vries. „In Ezechiël 3:18-21 worden vier mogelijkheden genoemd. Een goddeloze wordt niet gewaarschuwd en sterft de dood; een goddeloze wordt wel gewaarschuwd en bekeert zich niet; en rechtvaardige wordt niet gewaarschuwd als hij zich afkeert en sterft de dood, en: een rechtvaardige wordt gewaarschuwd en behouden.”
De grote verantwoordelijkheid voor ambtsdragers om de boodschap van Gods Woord over te brengen, komt ook hier naar voren, aldus dr. De Vries. „Zelfonderzoek blijft nodig. Niet alleen hoe het geestelijk leven functioneert, maar ook of er wel geestelijk leven is. En ook of de vraag leeft of je wel geroepen bent en hoe dat uit je optreden blijkt.”
Dr. De Vries legde uit hoe Ezechiël 4-7 een brug vormt naar Ezechiël 8-11, tussen het eerste en het tweede van de vier visioenen. In Ez. 4-7 wordt de ondergang van Jeruzalem voorzegd. „Een viertal zonden wordt beschreven en vervolgens wordt het vertrek van de heerlijkheid des Heeren in vier fasen verhaald. Het is als i-kabod: de eer is weg”, aldus dr. De Vries. „Toch is er iets van hoop: de heerlijkheid des Heeren vertrekt in de richting van het oosten, want daar zijn de ballingen. De Heere is kennelijk bereid de mensen in Babel op te zoeken.”
Opmerkelijk is dat er vanaf Ezechiël 34 geen appel tot bekering meer klinkt, aldus dr. De Vries. „Wel lezen we hoe God Zelf Israël tot bekering brengt. Uiteindelijk behoort in de prediking het appel tot bekering te staan onder de koepel van de boodschap dat God Zelf Zijn raad volvoert. Zo krijgt God alle eer. Het geeft ook aan de prediker een heilige ontspanning. Het is niet zo dat God alles doet behalve dat wij ons hart nog open moeten zetten.”
In het Nieuwe Testament is geen ander boek zo gestempeld door het boek Ezechiël als het boek Openbaring. „Ezechiël heeft voor de bouw van een nieuwe stad en tempel geen opdracht ontvangen. Nog duidelijker is dat geen mens het nieuwe Jeruzalem kan bouwen. Dat daalt op Gods tijd neer uit de hemel. Hij Die Zelf gezegd heeft: „Meer dan de tempel is hier”, vormt het middelpunt van het nieuwe Jeruzalem. Hier wandelen predikers en hoorder door geloof, straks door aanschouwen. Daarom: Ja, kom, Heere Jezus.”
Leerhuis
Drs. R. Toes, conrector op het Wartburg College in Rotterdam, ging in op de kerk als leerhuis in de geïndividualiseerde samenleving. In de kerk is er naar zijn waarneming steeds minder aandacht voor de kerkelijke leer; „toch echt de ruggengraat van de kerk. Haal die weg, en de kerk is een wereldse organisatie, waar het uiteindelijk alleen om een ”feel-good”-attitude gaat.”
In de catechese gaat het naar de indruk van Toes meer over leven dan over leer. „Het onvoorwaardelijk bukken onder het gezag van Gods Woord en de belijdenisgeschriften wordt meer en meer gezien als het uitschakelen van het verstand, de wil van de individu, het individuele dus, dat wat nu juist zo centraal is komen te staan.”
Tegelijkertijd zijn er in de samenleving religieuze gevoelens aanwezig. Die zijn meer algemeen, vaag „en in ieder geval niet dogmatisch geformuleerd”, aldus Toes. Daarom is het opdoen van kennis in de kerk ook zo van belang, meent Toes, om het bijzondere karakter van de gereformeerde eredienst te kennen en herkennen.
Catechismus
Dr. W. van Vlastuin hield gisteravond de tweede lezing over de Heidelbergse Catechismus, nadat hij maandag al ingegaan was op het christocentrische karakter van dit belijdenisgeschrift. Gisteren stonden in zijn lezing ellende, verlossing en dankbaarheid centraal.
De Haamstedeconferentie werd vandaag afgesloten met een preek van ds. J. Westerink, christelijk gereformeerd emeritus predikant in Urk, over Handelingen 18:1-11. Het gezicht dat Paulus in Korinthe ontvangt, stond centraal. Ds. Westerink besteedde aandacht aan de plaats waar de gemeente van Korinthe ontstaat, de weg waarin die gemeente ontstaat en de mensen waaruit die gemeente bestaat.
>>rd.nl/haamstede2013 voor het beluisteren van de lezingen van de Haamstedeconferentie. Zie ook Puntkomma pag. 6.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 augustus 2013
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 augustus 2013
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's