Zet in zorg in op bevorderen van gezondheid
De discussie over preventieve screening en de bodyscan laat de verkeerde focus in de reguliere gezondheidszorg zien, vindt Wim Gelderblom. Behalve aan het zoeken en behandelen van ziekten moet er veel meer aandacht komen voor het bevorderen van gezondheid.
De preventieve screening door middel van de bodyscan staat flink ter discussie sinds de uitspraak van minister Schippers dat ze deze, in Nederland tot nog toe verboden methode, onder bepaalde voorwaarden wil gaan toestaan. Het artikel van Anca Boon (RD 22-8) laat voor- en tegenstanders op een evenwichtige wijze aan het woord. Mijns inziens hebben de tegenstanders van deze preventieve screening de sterkste argumenten. Maar daarover gaat mijn reactie niet. Er is namelijk een verwarrend element in de discussie, dat ook nog eens een ongewenst neveneffect kan hebben.
Het verwarrende element betreft de definitie van ziekte en gezondheid. Binnen de westerse reguliere geneeskunde is iemand –eenvoudig gezegd– ziek als de arts iets kan vinden in het lichaam. Als de artsen niets bij je kunnen vinden, bent je (vermoedelijk) gezond.
De Amerikaanse hoogleraar sociologie Aaron Antonovsky (1923-1994) hanteerde het model van een continuüm tussen gezond en ziek. Er is in zijn opvatting sprake van een glijdende schaal tussen ”helemaal gezond” en ”ernstig ziek”. Wanneer men op die schaal minder hoog scoort op ”gezond”, houdt dat in elk geval in dat men minder gezond wordt, maar dat impliceert nog niet direct dat men ”ziek” is in reguliere termen. Men kan jarenlang steeds minder gezond worden, terwijl er evenwel nog geen sprake is van ziekte in de reguliere opvatting.
Mijn grootste bezwaar tegen de bodyscan is dat er, behalve het reële gevaar van overdiagnose, meegewerkt wordt aan de instandhouding van de illusie dat je ‘gezond’ bent wanneer er met de gebruikte onderzoeksmethoden niets structureel afwijkends gevonden wordt. Dit is een schijnzekerheid.
Omgekeerde piramide
Dit reguliere model van ziekte en gezonden en de discussie over preventieve screening zouden bovendien weleens een ongewenst neveneffect kunnen hebben, namelijk dat er minder in plaats van meer serieuze aandacht komt voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie. Want dat hiervoor meer aandacht nodig is, ook van overheidswege, is mijns inziens evident. De kosten van onze moderne gezondheidszorg rijzen de pan uit. Daar zijn allerlei redenen voor aan te wijzen, maar de belangrijkste reden is doorgaans afwezig in de discussies.
Een optimaal model van gezondheidszorg bestaat uit drie niveaus: allereerst gezondheidsbevordering, in de tweede plaats ziektepreventie en ten slotte de behandeling van zieke mensen. En de focus dient in díé volgorde te zijn. De reguliere geneeskunde heeft haar sporen vooral verdiend in het derde gebied. De bodyscan maakt ook gebruik van diagnostische methoden die binnen dit specifieke kader zijn ontwikkeld.
Kostenbeheersing of beter nog -reductie in de hedendaagse gezondheidszorg zal kunnen en moeten plaatsvinden vanuit het eerste niveau, de gezondheidsbevordering. Onze tijd wordt steeds complexer en doet een steeds groter appel op het aanpassingsvermogen van de mens. De belangrijkste reden voor de immer stijgende kosten in de gezondheidszorg is dat er in deze situatie onvoldoende structurele aandacht is voor de eerste twee niveaus. Ons huidige gezondheidszorg bestel is de piramide op z’n kop.
Gezondheidsbevordering houdt zich per definitie niet bezig met ziekte, maar met gezondheid. Dat vraagt om totaal andere meetmethoden dan die bij de bodyscan worden gebruikt. Meetapparatuur die ontwikkeld is om de zichtbare en meetbare verschijnselen van degeneratieve chronische ziekten inzichtelijk te maken heeft hier geen enkel nut.
Kanker
Wie denkt dat er onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing is om aan de eerste twee niveaus invulling te geven, is verkeerd geïnformeerd. De ziekte kanker is daarvan een schrijnend voorbeeld. Diverse mensen die ik ken hebben een bodyscan ondergaan en waren gerustgesteld toen er geen tekenen van tumoren werden aangetroffen. Maar dat garandeert niet dat ze volgende maand niet ergens een beginnende tumor hebben.
In 1931 ontving Duitser Otto Warburg de Nobelprijs voor fysiologie voor zijn ontdekking waarom een gezonde cel een kankercel wordt. Tot op de dag van vandaag is zijn ontdekking nooit tegengesproken. Toch heeft meer dan negentig jaar kankeronderzoek zich nauwelijks of niet met zijn inzichten beziggehouden. Op basis daarvan zouden grootschalige programma’s te ontwikkelingen zijn ter bevordering van de gezondheid en ter preventie van het ontstaan van kanker.
Het zou wenselijk zijn dat de overheid aandacht geeft aan initiatieven en methoden die écht gericht zijn op gezondheidsbevordering en niet maar op het tegen hoge kosten laten vaststellen van ”nog niet ziek” zijn.
De auteur is complementair therapeut.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 27 augustus 2013
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 27 augustus 2013
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's