Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet elke vogel blijkt een mus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet elke vogel blijkt een mus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie het leuk gaat vinden om naar (wilde) vogels te kijken, die krijgt er zomaar een mooie hobby bij, en: het is nog gratis ook. Het leukst is als je de beestjes ook een naam kunt geven. Maar dat blijft een lastige. Een vogelcursus in de zomer helpt.

De hele vakantie in een hangmat schommelen is ook zo wat. Wie wil, kan veel leren in de zomer: door het hele land worden cursussen gegeven. Deel 8: vogels kijken

Een praktijkcursus vogels kijken voor beginners, heet de driedelige cursus die de afdeling West-Friesland van het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid IVN deze zomer organiseert. West-Friesland, dat uitstulpsel aan de lange Noord-Hollandse nek waarmee de provincie het IJsselmeer in priemt, is de plek waar drie zaterdagochtenden lang onder leiding van twee gidsen naar vogels wordt gespeurd. Elke vogeltocht stelt weer een ander landschap centraal. Twee ochtenden zijn er inmiddels geweest (die rond het bos en de polder), de derde en laatste (langs de IJsselmeerkust, om trekvogels te zien) wordt op 28 september gehouden.

Op zaterdagochtend 8 juni druppelen rond 7.00 uur de deelnemers het IVN-kantoor in het Streekbos Paviljoen te Bovenkarspel binnen. Hans Verhoeven en Jack Ursem, de twee cursusleiders, houden nieuwsgierig de stand bij van het aantal dat zich aanmeldt. Onder de in totaal zestien deelnemers zijn opvallend veel vrouwen.

Een gure noordwestelijke wind geeft deze zomerse dag een winters karakter, en dat is een beetje pech omdat de groep er per fiets op uittrekt, de polder in. „Zorg dat jullie warm zijn aangekleed”, waarschuwt Ursem, „want van het fietsen zullen we niet warm worden: we staan vaker stil dan dat we rijden.”

Om het onderlinge contact gemakkelijker te maken splitst de club zich in tweeën, waarop de groepen vervolgens in tegengestelde richting dezelfde route fietsen.

„Zodra je iets ziet”, spreekt Ursem zijn groepje toe, „roep je dat meteen, en dan direct met z’n allen de berm in om ongelukken met passerende auto’s te voorkomen.” Dat geregeld stoppen omdat iemand „iets” heeft zien vliegen, zou inderdaad meerdere keren tot ongelukken leiden, zij het niet vanwege een auto, maar omdat achteropkomende fietsers pardoes op een voorganger rijden die al te abrupt in de remmen heeft geknepen. Een populaire slogan zou die ochtend ”Denk om de greppel” worden, nadat cursusleider Ursem zelf tijdens een stop kopje-onder in een greppel was verdwenen en zijn volgelingen even helemaal alleen met de vogels waren...

Overigens zou dat alles de pret niet drukken. De fietsende deelnemers vormen een gemoedelijk groepje dat oprechte interesse in vogels combineert met onderlinge gezelligheid. Grappen gaan vooral over eigen (en andermans) onkunde bij het determineren van vogels.

Marion, Esther en Katinka zijn drie (schoon)zussen uit de omgeving van Bovenkarspel die meedoen om de vogels rond hun huis beter te leren kennen. Met zijn drieën hebben ze het grootste plezier. „Vogels kijken bij een woonhuis vraagt enige voorzichtigheid”, waarschuwt Ursem tijdens een stop bij een boerderij. „Zorg dat je niet de verdenking op je laadt dat je met de kijker naar binnen zit te gluren”.

Al na een paar meter is het raak. „Stop!” klinkt het achter in de groep. Iemand ziet in een sloot hoe een aalscholver bezig is een paling te verschalken. Vol bewondering kijken de vogelaars hoe de vogel worstelt om zichzelf over de vis heen te trekken. „En wat zit daar verderop op het land? Wie weet het?” vraagt Ursem als een heuse cursusleider. „Een gans”, klinkt het van tussen de fietsen. „Nee. Nou ja, een beetje goed, het is een Canadese gans.”

Het Grootslag heet het gebied waar de vogelaars doorheen peddelen: een open polder met bouwland, hier en daar grasland en doorsneden met afwateringssloten. Bepaald geen vogelvriendelijk natuuroord, en in het weinige dat er aan natuur is, moeten natuurminnaars de ruimte delen met andere recreanten: hardlopers, hondenuitlaters, bootbezitters.

Ook akkerbouwers en tuinders eisen hun plek op, getuige de tekst op een bord in een van de akkers: ”Meer groen en bos, tuinders meer de klos, minder groen betekent meer poen!”

Dat alles neemt niet weg dat hier wel wat te genieten valt voor de natuur- en vogelliefhebber. Zo heeft Staatsbosbeheer langs een oude vaarverbinding tussen Enkhuizen en Hoogkarspel een flinke dosis nieuwe natuur aangelegd. Favoriet bij vogelaars zijn het Streekbos (72 hectare) en vooral het 350 hectare metende De Weelen.

Na een paar minuten fietsen wijst Ursem op enkele zwarte kraaien in een rij bomen. „Zo’n bomenrand maakt akkers ongeschikt voor steltlopers, omdat kraaien, eksters en roofvogels de bomen als uitkijkpost gebruiken om jonge vogels op te sporen.” Na de kraaien volgen nog kieviten, scholeksters, mantelmeeuwen, houtduiven, krakeenden, kuifeenden, een grauwe kiekendief en een koekoek.

Hoogtepunt, ook letterlijk, is de uitkijkpost bij de waterberging in De Weelen, een enorme plas waar het krioelt van de eenden en steltlopers. De vogels mogen het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier wel dankbaar zijn voor dit waterrijke gebied, omdat men daar sinds jaar en dag „compenserende waterberging” verplicht stelt bij iedere toename van het aantal gebouwen en wegen. Een bodem die wordt geplaveid met beton en asfalt vergroot immers de kans op wateroverlast bij hevige regenbuien, en dan is een nieuw gegraven waterbekken geen luxe.

Via de telescoop van Ursem („niet aan de knopjes zitten”) turen zijn vogelaars om beurten naar de gevederde profiteurs van dit staaltje waterhuishoudkunde, waaronder kluten, tureluurs, bergeenden en pleviertjes. Na een halfuurtje fietsen vanaf de plas zijn de twee groepen weer terug bij het IVN-gebouw, en daar klemmen verkleumde handen zich om een kop koffie of thee. Van uitrusten is nog even geen sprake, want er volgt nog een korte kennistoets. Met behulp van een vogelgids moeten opgezette vogels op naam worden gezet. Wat volgt is een kwartiertje kwebbelen over oogstreepje zus en veertje zo.

En dan zit deel 2 van de vogelcursus erop en is het weer de kou in, richting huis. Bij het weggaan zie je de deelnemers denken: Nederland is nóg dichtbevolkter dan we dachten.


Zelf aan de slag: ga kijken naar trekvogels

De IVN-afdeling West-Friesland organiseert op zaterdag 28 september de laatste cursus van een reeks van drie waarbij deelnemers in de praktijk leren vogels te zien en te herkennen. Op 28 september staat een bezoek aan de IJsselmeerkust op het programma om er naar trekvogels te kijken.

Startpunt is ook dan het IVN in het Streekbos Paviljoen te Bovenkarspel, waar om 7.00 uur wordt verzameld. Om 10.00 uur wordt hier weer afgesloten .

Wie mee wil, kan zich aanmelden bij Hans Verhoeven, tel. 0228-515137 of j.l.verhoeven@ivn-westfriesland.nl.

>>ivn-westfriesland.nl ”Cursussen” voor meer informatie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 augustus 2013

Reformatorisch Dagblad | 2 Pagina's

Niet elke vogel blijkt een mus

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 augustus 2013

Reformatorisch Dagblad | 2 Pagina's