Geen vervolging
De voormalige anglicaanse aartsbisschop Rowan Williams vindt dat christenen in het Westen niet moeten overdrijven door te zeggen dat ze te lijden hebben van geloofsvervolging. En gelijk heeft hij.
Het is zeker waar dat christenen vandaag de dag in een aantal westerse landen het minder gemakkelijk hebben dan goed vijftig jaar geleden. Toen was het christelijk geloof de dominante factor in het maatschappelijk leven. Christelijke partijen hadden vaak een beslissende stem in het politieke debat; de mening van de kerken werd serieus genomen door overheden en het morele toetsingskader was geijkt aan christelijke normen. Daar is vandaag de dag weinig meer van over.
Er is in de westerse cultuur duidelijk sprake van een sterk tanende invloed van het christendom. Dat geldt ook zeker voor ons land. Wie in het politieke debat zich beroept op de Bijbel, krijgt als snel te horen dat er een scheiding is van kerk en staat. Hoewel die stelling geen recht doet aan de oorspronkelijke bedoeling van die scheiding, blijkt ze vaak wel voldoende om christenen buiten het debat te plaatsen. Voor christelijke opvattingen is steeds minder waardering. Behalve dat kerken steeds vaker worden gesloten, is de stem van de kerken vaak slechts nog als een roepende in de woestijn. Voor mensen die op grond van hun christelijke levensovertuiging aangeven niet aan bepaalde activiteiten of werkzaamheden mee te kunnen doen, bestaat steeds minder begrip. En subsidies voor christelijke instellingen staan onder druk.
Dat alles maakt echter nog niet dat er in ons land of andere West-Europese landen sprake is van geloofsvervolging. Er is een verschil tussen een iets minder comfortabel bestaan en vervolging. Terecht wees Williams er vorige week op dat er sprake is van vervolging als tegen christenen op systematische wijze bruut wordt opgetreden, waarbij men zijn leven niet zeker is. Daar is nergens in West-Europa sprake van. Het is dan ook overdreven om in woord en geschrift nu al te spreken over christenvervolging in het westen.
Hoewel er zeker sprake is van afnemende waardering en relevantie van het christendom, is de positie van christenen en kerken in westerse landen nog altijd redelijk goed. Nog steeds kunnen kerkdiensten ongehinderd doorgaan; nog steeds kunnen er talloze christelijke boeken en tijdschriften verschijnen; nog steeds krijgen christelijke partijen de ruimte in de politieke arena; nog steeds krijgen christelijke instellingen subsidies. Kom daar eens om in landen als Noord-Korea, Iran of delen van Nigeria. Daar is de situatie gans anders.
Dat christenen zich over antichristelijke tendenzen in onze samenleving zorgen maken, is begrijpelijk. Tegelijk is het van belang dat ze beseffen jarenlang in een unieke, bevoorrechte positie te hebben verkeerd. Dat is niet de positie die Christus Zijn volgelingen beloofde. Hij zei: In de wereld zult gij verdrukking hebben. Dat is de gewone positie van de kerk. Wil zich dat in West-Europa voordoen, dan zullen christenen daar nog heel wat hebben in te leveren. Daarom nu niet klagen, maar dankbaar zijn voor de mogelijkheden en ruimte die er nu nog zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 19 augustus 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 19 augustus 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's