Plat op de buik in Boerhaave
Een koffer vol ouderwetse wiskundige instrumenten maakt van een museumbezoeker een halve wiskundige: het kwadrant van Blaeu, de rekenstaafjes van Napier en een tekenaap. Gelukkig ontbreekt de moderne rekenmachine niet.
De hele vakantie in een hangmat schommelen is ook zo wat. Wie wil, kan veel leren in de zomer: door het hele land worden cursussen gegeven. Deel 7: wiskundeworkshop.
Het overkomt de meest fanatieke museumliefhebber. Ondanks een schitterende collectie en gedegen uitleg loop je na een aantal zalen vrijwel onaangedaan langs de topstukken. Hoe het werkt en waar het voor dient? Geen idee. In Museum Boerhaave in Leiden is dat verleden tijd. De wiskunderoute dwingt bezoekers om door de collectie heen te kruipen.
Het kwadrant van Blaeu is een van de zeven replica’s van wiskundige instrumenten uit de museumcollectie. Cartograaf Willem Janszoon Blaeu maakt begin zeventiende eeuw met het manshoge instrument nauwkeurige landkaarten. Ik ga hetzelfde doen, maar dan met de miniversie uit de wiskundekoffer.
De landmeters van Blaeu bepaalden de afstand door –vanaf een kerktoren– nauwkeurig de hoeken tussen drie steden te meten. Als de afstand tussen twee van die steden bekend is, kunnen die andere twee sprongsgewijs (driehoek voor driehoek) in kaart worden gebracht.
De eerste opdracht is er een voor echte durfals. Op de vloer van de zaal staan met stickers de kerktorens van Leiden, Wassenaar, Noordwijk en Voorhout aangegeven. Aan mij de taak om de hoeken tussen de steden te meten. Dat kan alleen door het kwadrant op de grond te leggen en door de kijkgaatjes te turen. Plat op de buik tussen de vitrines, dat geeft voor de overige bezoekers een extra object om zich aan te vergapen.
De route is geschikt voor bezoekers vanaf 14 jaar, vermeldt de maker van de wiskunderoute. Dat biedt perspectief; scholieren van die leeftijd hebben vast vaker een geodriehoek in handen. En zolang het begrip kwadrant wordt uitgelegd aan de hand van een in vieren gedeelde kersenvlaai, kan ik aardig meekomen.
Een paar stappen verder is er opnieuw werk aan de winkel. In een vitrine hangt een antieke tekenaap. Ik ben al zeker tien keer in Museum Boerhaave geweest, maar zie hem nu eerlijk gezegd voor het eerst. Dat komt vast ook door de schaarse verlichting op de bovenverdieping van het museum. Irritant bij het lezen van de opdrachten, maar een goed excuus voor onnauwkeurige metingen. En goed voor het behoud van de collectie.
Zonder aarzelen trek ik het juiste instrument uit de koffer. De blankhouten replica van dit vroeg zeventiende-eeuws instrument verandert een tekenaar in een na-aper. In het werkboekje zit een gedateerde kaart van Zeeland. Ik moet daarvan op het naastgelegen witte vel een kopie maken, maar dan een slag kleiner. Door met een ijzeren stift de omtrek van een eiland te volgen en tegelijkertijd op de tekenstift te drukken, maak je een kopie in miniformaat.
Het valt nog niet mee om de scharnierende liniaal met twee handen te bedienen, maar het resultaat mag er zijn. Het bewijst bovendien dat het een goed idee was om de kinderen mee te nemen. Al zijn ze nog geen 14, het levert wat extra handen op.
Spelen met een spiegelend ‘wc-rolletje’ spreekt de dames wel aan. In de koffer zit een cilindrische spiegel die precies past op een paar kaarten met rare afbeeldingen. Raar, omdat de verhoudingen van deze plaatjes (met een moeilijk woord anamorfosen) helemaal zoek zijn. Zonder spiegeltje valt nauwelijks te raden wat erop staat. Een tuinbank blijkt –met spiegel– een keukenstoel, een dikke man met dopneus is in werkelijkheid graatmager en een wirwar aan poten en tanden stelt een dierengevecht voor.
Intrigerend, maar nog verbazingwekkender is de korte cursus anamorfosen maken die in het werkboek zit. Het lijkt onbegonnen werk, maar lukt verrassend goed. Het genummerde hokjespapier nodigt uit om een eenvoudige vorm te tekenen. Ik kies voor een zeilbootje. Daaronder maak ik dezelfde tekening, maar nu in sterk uitgerekte en gekromde ‘hokjes’ die op identieke wijze genummerd zijn. Het levert bolle zeilen op en een lange vlag. Nieuwsgierig zet ik de spiegel op de rode stip in het midden. En ja hoor, daar is mijn bootje.
De wiskunderoute staat bol van de meetkunde. Logisch, in een museum dat aandacht schenkt aan de kaarten van Blaeu, de zeilwagen van Simon Stevin en de driehoeksmeting van Snellius. Maar er is meer. Een flinke vermenigvuldigingssom doe je tegenwoordig met een rekenmachine, maar 263 keer 706 rekende je vroeger in een handomdraai uit met de rekenstaafjes van Napier.
Tenminste, als je wist hoe ze werken. Sterk punt van de wiskunderoute is dat niet precies wordt uitgelegd hoe je van de vier stokjes het antwoord kunt aflezen. Dat moet je zelf ontdekken.
Gelukkig staan de antwoorden wel achter in het werkboek. Dat is overigens prachtig vormgegeven, op stevig papier gedrukt en in groot formaat. Tussen de opdrachten staan blokjes met achtergrondinformatie, eigenlijk te veel om al metend en rekenend te verwerken. Maar dat kan net zo goed later in de trein. Of thuis. Of –nog beter– vóór bezoek aan het museum via de website.
Anderhalf uur later rest alleen nog de bonusopdracht. Daarvoor moeten we de binnentuin in om het hoogste punt van het museum te meten met –hoe kan het ook anders– het kwadrant van Blaeu. Dat valt nog niet mee, eerst languit in het gras de hoek richting de schoorsteen bepalen en vervolgens 40 voet achteruit lopen en op de klinkertjes hetzelfde doen. Het resultaat is er dan ook naar: ruim 5 meter te hoog. Terwijl ik het stof van mijn jurk klop, adviseert manlief om het kwadrant gewoon op ooghoogte te gebruiken en aan het eind er 1,5 meter bij op te tellen. Goede raad, maar wel een beetje laat.
Een schrale troost: de praktische uitvoering mag dan wat rammelen, aan de berekening zelf mankeert niets. Daarvoor krijg je ook punten, weet ik nog uit de tijd dat ik 14 was.
De parkeermeter is onverbiddelijk: de koffer moet terug naar de balie. Wat mij betreft komen er in Museum Boerhave ook een natuur-, schei- en geneeskunderoute. Dat levert zelfs voor trouwe bezoekers een paar onverwachte nieuwe ontmoetingen op.
Koffer met korting voor lezers
Bezoekers van Museum Boerhaave in Leiden kunnen tijdens openingsuren bij de balie een wiskundekoffer en een werkblad ophalen. Er zijn vrijwel altijd voldoende koffers voorradig, reserveren is niet mogelijk.
Wie de acht opdrachten helemaal uitvoert, is algauw een paar uur bezig. Het is ook mogelijk om onderdelen over te slaan of in afwijkende volgorde te werken. De wiskunderoute is gratis voor bezoekers van het museum. RD-abonnees krijgen 2 euro korting op de entreeprijs. Deze actie geldt tot 29 september 2013. Download de kortingscoupon via rd.nl/abonneevoordeel. Of vraag hem aan via 055-5390498.
>>museumboerhaave.nl/actueel/wiskunde-route
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 augustus 2013
Reformatorisch Dagblad | 2 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 augustus 2013
Reformatorisch Dagblad | 2 Pagina's