Gesprek en bezinning in Het Kruispunt
Evangelisatiepost Tilburg van de Gereformeerde Gemeenten bestaat veertig jaar
TILBURG – Tilburg-Noord is een buurt met heel wat buitenlanders. Wie geen buitenlander is, is rooms-katholiek. Maar Rome is hier evengoed een randverschijnsel geworden, een formaliteit. Aan de Offenbachstraat staat inloopcentrum Het Kruispunt. Van hieruit wordt de leer van vrije genade uitgedragen.
Donderdag. Het ontmoetingszaaltje van het inloopcentrum zit aardig vol. De tweewekelijkse themamorgen trekt zeventien bezoekers, meest ouderen, meest vrouwen. Het thema is ”Onmacht”. Na de maaltijd vertelt evangelist H. J. van den Boogaart de geschiedenis van de 38-jarige kranke. „Hij had niemand, en was al die jaren ziek. Hoe onmachtig was hij om zichzelf te helpen. De Heere Jezus zocht hem op en genas Hem op Zijn machtswoord.”
Misschien herkent u de situatie wel, zegt de evangelist. „Heeft u ook niemand, niemand die u echt helpen kan een blijvend geluk te geven in uw hart? Vrede met God, om Christus Jezus? Dan bent u ook onmachtig, machteloos. Niemand kan u verlossen dan Eén, God de Almachtige. Bij Hem is alle macht. Hij kan uw hart openen, intrek nemen in uw leven. Hij komt nog tot ons met Zijn Woord en Die in Mij gelooft, zal leven. Vraag om Zijn genade.”
De evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten bestaat deze zomer veertig jaar. Op de post hebben in al die jaren drie evangelisten gewerkt: J. W. N. van Dooyeweert, L. Versteeg, en sinds 1999 H. J. van den Boogaart.
In die veertig jaar dat de post bestaat, is het evangelisatiewerk wel wat veranderd, zegt Van den Boogaart. „Evangeliseren was vroeger vooral straatwerk. Zomaar in je eentje stond je op de markt of in de winkelstraat, met wat folders in je hand. Zo probeerde je een gesprek aan te knopen, de boodschap aan de man te brengen.”
Het evangelisatiewerk is sindsdien beter georganiseerd en gestructureerd. „Maar ten diepste is het werk nog als toen. Je probeert op straat in contact te komen met mensen, om met hen te spreken over Gods Woord. Als zo’n contact ontstaat, en als de Heere het zegenen wil, zie je soms dat mensen nieuwsgierig worden, dat ze behoefte krijgen aan ontmoeting. Een enkele maal willen ze meer weten over wat christenen nu precies geloven, wat beweegt hen? Dan zie je ernaar uit dat je ze een Bijbel mag geven, dat ze gaan vragen hoe je de Bijbel eigenlijk moet lezen. En zo ontstaat er in dit werk, hoe ontzettend weerbarstig het ook is, een groepje mensen die je van tijd tot tijd terugziet.”
Van den Boogaart heeft zijn werk verdeeld in een groot aantal activiteiten, waarbij veel hulp wordt verleend door vrijwilligers. Er is een oriëntatiecursus op de Bijbel waaraan tien cursisten deelnemen die meer willen weten van de inhoud van de Bijbel. Om de andere donderdag is er een themamorgen met (voor wie dat wil) aansluitend een lunch. Er is een maaltijdproject, een Bijbelwinkel, een kinderclub, een tienerclub, een creamorgen (met creatieve bezigheid en een moment van Bijbelse bezinning), catechese voor de bezoekers van de samenkomsten, een Bijbelstudieavond, en twee samenkomsten op zondag. „Al die activiteiten zijn gericht op hetzelfde: mensen binden aan het Woord van God, dat wijs kan maken tot zaligheid.”
De deur van inloopcentrum Het Kruispunt is bijna iedere dag open. „Veel mensen zijn eenzaam, hebben behoefte aan gezelligheid, aan iemand die naar hen luisteert. Dat vinden ze hier, vaak tot hun verbazing. Er is een hartelijke sfeer, mensen voelen zich welkom, want ze mogen zichzelf zijn. De meesten weten dat hier in alle eerlijkheid ook het Woord opengaat, dat we de Bijbelse boodschap willen meegeven, en de meesten waarderen dat nog ook.”
Doordeweeks komen Tilburgers gemakkelijker binnen dan op zondag. „Veel mensen hebben een eigen indeling van de zondag. Ze slapen eerst uit, nemen een ontbijtje, bekijken dan een film en gaan sporten. Daar past de kerk niet bij. Als je als moeder van zo’n gezin op zondagmorgen zegt: „Slapen jullie maar uit, ik ga naar Het Kruispunt, dan veroorzaakt dat onrust in zo’n gezin. Haar man vindt dat niet fijn, haar kinderen vinden het onzin. Zo’n gezin vindt het dus niet goed als moeder op zondagmorgen naar de kerk gaat. Dat is voor zo’n moeder niet eenvoudig.”
Een evangelist heeft ook zo zijn moeilijke momenten. „Ik heb contact gehad met een Hindoestaan. Drie jaar lang heb ik hem begeleid. Hij was erg geïnteresseerd, kwam op zondag ook, hij wilde oprecht christen worden. Maar toen maakte hij de balans op en verliet de Heere en Zijn dienst. Dan sta ik als evangelist na al die jaren weer op de onderste sport van de ladder.”
Evangelisatiewerk is volledig afhankelijk van de werking van de Geest, zegt Van den Boogaart. „Als Hij sluit, wie zal dan openen, wie zou er iets van durven zeggen? Maar als Hij opent, dan zal ook niemand sluiten.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2013
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2013
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's