Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Berkhof was bruggenbouwer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Berkhof was bruggenbouwer

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Berkhofs Christelijk geloof was voor veel middenorthodoxen een middel om te blijven geloven en tegelijk met beide benen in deze tijd te staan. Zijn dogmatiek droeg bij aan de beweging van de christelijke traditie naar algemene menselijkheid. Daarvoor is de kerk uiteindelijk niet meer nodig, zegt dr. Maarten Wisse.

Dr. Wisse geeft op de Vrije Universiteit regelmatig college uit Berkhofs ”Christelijk geloof”. Toen hij tussen 2006 en 2008 zijn kerkelijke opleiding volgde, kreeg hij les uit Berkhof van dr. G. van den Brink en prof. dr. J. Muis.

Zijn algemene druk is dat het boek een moderne, niet-traditionele geloofsleer biedt. „Dat blijkt vooral in de Godsleer. Zoals mijn Duitse leermeester Christoph Schwöbel zegt: Als het ergens fout gaat, gaat het al in de godsleer fout. Wat Berkhof in de jaren zeventig deed, week eigenlijk niet wezenlijk af van wat andere theologen uit die tijd deden. Er was in de jaren zestig en zeventig een sterke weerstand tegen een bovennatuurlijke God, Die als een almachtig wezen tegenover de wereld en de geschiedenis staat. Toch houdt Berkhof vast aan God als Persoon. God gaat een relatie met de mens aan als partner. Daarin is Berkhof modern en speelt hij in op het optimisme van de decennia van wederopbouw na de oorlog.”

Is ”Christelijk geloof” nog steeds gezaghebbend?

„Zonder meer. Prof. Muis heeft wel eens gezegd dat dit boek de Hervormde Kerk bij elkaar heeft gehouden. Berkhof heeft ervoor gezorgd dat vrijzinnigen en orthodoxen die destijds pal tegenover elkaar stonden, elkaar niet zijn kwijtgeraakt. Berkhof is de dogmaticus van het ”en en”. Voor de een is dat een zwaktebod, voor de ander een kracht. Berkhof heeft mensen niet echt bewust gemaakt van de scherpte van dogmatische vragen. Ik verbaas me er soms over hoe gemakkelijk zijn boek aanvaard wordt door evangelicalen of protestanten uit behoudende hoek. Het boek valt bij hen helemaal niet slecht, terwijl ze voor hun traditie juist iets totaal anders nodig hebben. Ik denk dat ze gemakkelijk overstappen op de nieuwe dogmatiek van Van den Brink en Van der Kooi.”

Uit orthodox-gereformeerde hoek kwamen tal van kritische reacties op ”Christelijk geloof”. Die kritiek richtte zich onder meer op Berkhofs ontkenning van de maagdelijke geboorte en de erfzonde, en op zijn gedachte dat Christus ook mens geworden zou zijn zonder de zondeval.

„Voor mij is het meest problematisch zijn christologie in verbinding met de verbondsgedachte die het gehele boek doortrekt. Barth denkt over de relatie tussen God en mens streng vanuit Christus. Berkhof betrok die relatie op creatieve wijze op de Nederlandse traditie van de verbondsleer. Maar dat heeft duidelijk een prijs. In de traditionele leer doet God dubbel werk: God redt enerzijds door ons aan te spreken, met ons te ‘praten’. Anderzijds maakt God in een verborgen werk ons antwoord mogelijk.

Bij Berkhof is God alleen een communicatieve God. God wil niet anders dan met ons praten. Het voordeel is dat de menselijke vrijheid een grotere rol krijgt, het nadeel is dat de zonde minder serieus wordt genomen. Dat God ons helemaal redt, tot in de diepste kern, wil de mens van de twintigste eeuw niet, want dat wordt te veel geassocieerd met erfzonde en predestinatie. Natuurlijk moet God ‘praten’. Daarvoor is er de verkondiging, maar God moet ook in ons werken. Dat werk doet Hij zonder ons in ons.

Berkhofs optimistische beeld van de mens als partner leidt automatisch tot pelagiaanse tendensen. Ik mis bij hem de klassieke genadeleer. Dat zie je terug in zijn christologie. Berkhof stelde dat wat God met Israël doet, Hij opnieuw in Christus doet, Die de echte, nieuwe mens is. Zoals God Israël tot Zijn verbond uitnodigt, zo doet Hij dat in Christus opnieuw. Gelovigen moeten doen wat Jezus deed, tot in Zijn dood toe, maar zijn zij daartoe in staat?”

”Christelijk geloof” heeft vijf drukken gehad, de laatste in 1985. Zijn er ontwikkelingen geweest in dit werk?

„Berkhof is eerder liberaler dan conservatiever geworden, zoals Meijering in zijn studie over Berkhof heeft laten zien. Dat blijkt met name in een verdergaande afwijzing van het concilie van Chalcedon. Zijn portrettering van de tweenaturenleer als een tweekoppige Christus vind ik een ernstige misser. Historisch klopt er ook niets van.”

Volgens dr. John Peter Gavera, vorig jaar op Berkhof gepromoveerd, wilde Berkhof een brug slaan tussen het Evangelie en de moderne cultuur, maar maakte hij feitelijk de kloof alleen maar groter.

„Dat vind ik geen evenwichtig oordeel, want bij alle kritiek op Berkhof wil ik het op dit punt wel voor hem opnemen. Als hij bij wijze van spreken een dogmatiek à la Gereformeerde Bond had geschreven, had hij de mensen van de middenorthodoxie niet kunnen bereiken omdat zij zozeer door de moderne cultuur waren gegrepen, dat de traditionele Gereformeerde Bondsmanier van geloven voor hen onbereikbaar was.”

Wordt de dogmatiek van Van den Brink en Van der Kooi de opvolger van ”Christelijk geloof”?

„Ik verwacht het en hoop het ook. Het boek is een grote verbetering, ook vanuit het perspectief van een leerboek. Toch lijkt het anderzijds geen opvolger van Berkhof te zijn omdat het meer inleidend is en specifiek geschreven voor de student. Berkhof had nog als doel om alle belangrijke literatuur te verwerken, wat het boek iets van wetenschappelijke eruditie gaf, die het nieuwe boek van mijn collega’s in dat opzicht mist. Voor de studenten is dat overigens een vooruitgang.”

Berkhof schreef een geloofsleer, Van den Brink en Van der Kooi een dogmatiek.

„Berkhofs titel geeft iets weer van de invloed van Schleiermacher op Berkhof, die ook sprak van een geloofsleer. De ”Christelijke dogmatiek” spreekt rechtstreekser over dogma’s. Al zeggen de schrijvers dat mensen ontvangers van de openbaring zijn, toch wordt er directer gesproken dan bij Berkhof. De schrijvers zijn behoudend in hun Bijbelgebruik. Berkhof maakt zich nogal eens schuldig aan willekeurig Bijbelgebruik. Hij kan over bepaalde onderwerpen schrijven dat de Bijbel niet veel over een thema zegt, maar wat de Bijbel werkelijk zegt is dan soms iets heel anders!”

Gesprekken over klassieke Nederlandse boeken uit de twintigste eeuw, die richtingbepalend zijn geweest voor het denken over christendom en cultuur. Vandaag: Maarten Wisse leest ”Christelijk geloof van H. Berkhof (1973).


Over de schrijver

Prof. dr. H. Berkhof was van 1960 tot 1981 (hervormd) kerkelijk hoogleraar dogmatiek en Bijbelse theologie aan de Leidse universiteit. Hij publiceerde onder meer ”Geschiedenis der kerk” (1942), ”Crisis der middenorthodoxie” (1952), ”Christus de zin der geschiedenis” (1958), ”De mens onderweg” (1960), en vooral ook zijn hoofdwerk ”Christelijk geloof. Een inleiding tot de geloofsleer” (1973). Berkhof is een van de invloedrijkste Nederlandse theologen van de vorige eeuw geweest. Als oecumenisch gericht theoloog probeerde hij te bemiddelen tussen de gangbare theologische tradities en in te spelen op de nieuwe uitdagingen in kerk en maatschappij. Berkhof was typisch een theoloog van de synthese, wilde liberaal noch orthodox zijn, herijkte tal van orthodox-gereformeerde dogma’s, maar liep nooit klakkeloos mee met welke modestroming dan ook. Zijn boek ”Christelijk geloof” is in verschillende talen vertaald.

Over de lezer

Maarten Wisse werd in 1973 geboren in Middelburg en groeide op in Aagtekerke. Hij studeerde theologie in Utrecht en promoveerde op het Schriftgezag. Hij deed in Heidelberg en Tübingen onderzoek naar de triniteitsleer, speciaal met betrekking tot Augustinus, en vervolgde dit project aan de Katholieke Universiteit te Leuven. Dr. Wisse is docent dogmatiek aan de Vrije Universiteit en Privatdozent in Tübingen. Wisse is lid van en proponent in de Protestantse Kerk in Nederland.

Zijn recent verschenen boek ”Trinitarian Theology beyond Participation: Augustine’s De Trinitate and Contemporary Theology”, behelst een confrontatie tussen Augustinus’ leer van de drie-eenheid en de moderne theologie. In zijn huidige onderzoek houdt hij zich bezig met het gebruik van het Johannesevangelie in de geschiedenis van de theologie, met name in de theologie van de Reformatie. Binnenkort verschijnt er van zijn hand een Nederlandstalig boek met een eigentijdse verwoording van het christelijk geloof. Wisse schrijft regelmatig over actuele onderwerpen op zijn blog geloven.nu.

Zie ook artikelen in Digibron:

In Memoriam door Klaas van der Zwaag, RD 20 december 1995.

Bericht Berkhof-biografie van dr. Meijering, 7 maart 1997.

Bespreking van Berkhof-biografie door dr. W. H. Velema, 1 mei 1997.

Christelijk geloof, H. Berkhof; uitg. Kok, Kampen, 2009, negende druk; 563 blz.; antiquarisch verkrijgbaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 2012

Reformatorisch Dagblad | 15 Pagina's

Berkhof was bruggenbouwer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 2012

Reformatorisch Dagblad | 15 Pagina's