„Ooit zijn er geen dominees meer”
Zendingsmiddag Oene trekt 300 bezoekers
OENE – „Het bedrijven van zending moet doorgaan tot de komst van Jezus Christus. In dat toekomstige nieuwe Jeruzalem zullen geen offers, geen tempels en geen dominees meer zijn. Wat moet dat heerlijk zijn.”
Zo opende ds. G. Mulder, hervormd emeritus predikant uit Kootwijk, gisteren de jaarlijkse zendingsmiddag in Oene. De middag, die zo’n 300 belangstellenden trok, werd voor de 65e keer gehouden en had als thema ”Offerdienst”.
Ds. J. C. Schuurman, predikant van de hervormde gemeente in Harderwijk, hield een toespraak over het offer van Kaïn en Abel. Hij zei dat het eerste offer in de Bijbel vooral een uiting van erkenning was. „De erkenning van wie God is, staat ook centraal bij het bedrijven van zending.”
Ds. Schuurman legde uit dat een offer de zondebreuk tussen God en mens vooronderstelt. „In elk offer gaat het om het contact tussen God en de gevallen mens. Uit de eerste hoofdstukken van Genesis blijkt dat God de mens opzoekt. Hierdoor is er meteen al sprake van zending.”
Baäldienst
Na hem sprak ds. A. Baas, predikant van de hervormde wijkgemeente van bijzondere aard Eben-Haëzerkerk in Apeldoorn, over het offer van Elia, vanuit 1 Koningen 18. Ds. Baas stond stil bij het dertigste vers: „Vervolgens herstelde hij het altaar van de Heere dat omver gehaald was” (HSV).
Ds. Baas wees op de overeenkomsten tussen de tijd van toen en van nu. „In Israël was de vruchtbaarheidsgodsdienst van Baäl en Astarte ingevoerd. De Baäldienst draaide om het natje en het droogje en het botvieren van de lusten. Dat gaat en ging altijd samen met de verbondsbreuk met Israëls God.”
Ds. A. Baas noemde deze geschiedenis „zelfs na dertig eeuwen nog verrassend actueel.” Net als toen is nu ook in Nederland de Heere naar de rand verdrongen „of zelfs over de rand geduwd.” „Ik wil niet lamenteren, maar waren er nu nog maar van die „beroerders Israëls”, van die provocateurs, die hun stem verhieven tegen de afvalligheid en de dubbelhartigheid”, aldus ds. Baas. „Was destijds het altaar verbroken, nu is er kerkafbraak van binnenuit en van buitenaf. God laat zich niet verdringen en vervangen. Als wij niet leven vanuit het herstelde altaar –dat is: vanuit de dienst van de verzoening– is de kerk op sterven na dood. Laten wij dan zo leven en als leesbare brieven van Christus voor anderen tot zegen zijn.”
Verzoening
Na de pauze sprak ds. R. C. Boogaard, hersteld hervormd predikant te Ede, vanuit 2 Korinthe 5 over het offer van Christus. Volgens ds. Boogaard moet het spreken over het offer van Jezus Christus ons hele leven doortrekken. „Uit deze teksten –waar alles draait om de verzoening– blijkt dat er met de mens iets niet in orde is”, stelde hij. „De verzoening gaat uit van God. Deze wordt tot stand gebracht door de Gezalfde, Die bereid was de straf te dragen.”
Het aangebrachte offer van verzoening moet door boodschappers worden uitgedragen, vervolgde ds. Boogaard. „De Bijbel leert niet dat de hele wereld wordt gered, maar wel dat de reikwijdte van dit offer voor heel de wereld geldt.”
Volgens ds. Boogaard bewijst de oproep: „Laat u met God verzoenen” hoezeer zending nodig is. „De boodschappers moeten deze boodschap laten klinken tot aan uiteinden der aarde. De centrale boodschap is dat God in Christus is verzoend, en dat er daarom verzoening tussen God en afvallige en vijandige rebellen mogelijk is. Delen in deze verzoening gaat gepaard met een besef dat Christus in mijn plaats de straf onderging die ik verdiende.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 2012
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 2012
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's