Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de boerderij naar de kansel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de boerderij naar de kansel

Ds. H. Roseboom (hervormd Kesteren) met emeritaat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

KESTEREN – In de hal van zijn koophuis in Kesteren staat een oude melkbus met een afbeelding van de typisch Veluwse boerderij waar ds. H. Roseboom werd geboren. Hij is er niet meer terug geweest. „Je moet niet achterom kijken, maar vooruit en naar boven.

Ds. Roseboom: „Niemand die zijn hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods.” Op 20 mei ging de predikant van de hervormde gemeente in Kesteren met emeritaat.

Hendricus Roseboom werd in 1947 geboren in Meulunteren, een buurtschap onder Lunteren. Zijn vader was boer en het was de bedoeling dat hij dat ook zou worden. Na de lagere landbouwschool werkte hij met veel plezier mee op de boerderij. Op 19-jarige leeftijd, twee jaar na zijn bekering, sloegen er opnieuw woorden van de Schrift bij hem in: God riep hem tot het predikantschap.

Het duurde enige tijd voor hij het thuis vertelde. „Ik had er moeite mee om los te laten. Het werk werd me echter bij de handen afgebroken en ik werd overgebogen tot Gods wil. Toen ik het mijn ouders vertelde, konden ze het overgeven. Ik ben vernoemd naar een broer die jong overleed. Mijn vader geloofde dat de ene Henk de Heere boven mocht grootmaken en de andere Henk beneden.” Ds. Roseboom zegt bijzondere herinneringen te hebben aan zijn vader, die hij dikwijls biddend aantrof.

Zijn beslissing betekende veel. Zijn ouders verkochten de boerderij en verhuisden naar Barneveld. Henk volgde tijdens het vervullen van zijn militaire dienstplicht een schriftelijke cursus om tot het avondgymnasium toegelaten te kunnen worden. Dat hij met zijn achtergrond het gymnasium en daarna de studie theologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht vlot kon voltooien, ziet hij als een bijzondere zegen van God. Met bewogenheid: „Het hing niet van mij af. Hij Die mij riep, is getrouw. Ik ben afhankelijk van de trouw van God.”

In 1977 werd kandidaat Roseboom bevestigd in zijn eerste gemeente, Zwartebroek-Terschuur. Daarna volgden Oene (1981), Boven-Hardinxveld (1986), Bruchem en Kerkwijk-Delwijnen (1992), Hollandscheveld (2003) en Kesteren (2008), waar hij onlangs met emeritaat ging.

Hij stond in twee gemeenten die de bekende ds. J. T. Doornenbal ook diende: Oene en Kesteren. „In Zwartebroek had ik de boeken van ds. Doornenbal wel gelezen, maar ik had niet gedacht in Oene terecht te komen. Ik heb niet in een soort romantiek rondom deze predikant en kerkelijke gemeente gedeeld, zoals ik die bij anderen wel eens gewaar werd, alsof daar iets bijzonders gebeurde. Ik heb Doornenbal ook niet persoonlijk gekend. In Oene ontwaarde ik wel zijn geest en ik ben daar van hem gaan houden. Een van de dingen die me in hem aantrekken, is zijn brede kijk. Iedereen in de gemeente hoort erbij. Doornenbal hield oprecht van zijn gemeenteleden, ook van hen die anders dachten, en dat waren er heel wat. Wat me ook met hem verbindt, is het verlangen naar de Bruidegom. Zij die heimwee hebben komen thuis.”

De weg van ds. Roseboom ging door dorpen. Wat hem daarin aanspreekt is „het directe contact met de mensen en het meeleven met elkaar.” Ook in de buurt zoekt hij naar goede contacten met iedereen.

Toen hij in Kesteren begon, was hij parttime predikant van de gemeente en had hij de pastorale zorg voor de bewoners van het plaatselijke zorgcentrum. „Ik ben bij allerlei mensen geweest en was er welkom. Tijdens de gesprekken vielen de kerkmuren weg en heb ik dikwijls van hart tot hart mogen spreken met mensen uit andere kerkelijke denominaties. Ik heb de kerk lief waarin de Heere me een plaats gegeven heeft. Om Christus’ wil heb ik de kerk lief, maar ik kan niet met de kerkelijke verdeeldheid leven. Ik lijd er elke dag aan. De verdeeldheid is zonde tegen God.”

Ds. Roseboom zegt anderen niet gemakkelijk af te willen schrijven, ook al horen ze bij een ander kerkgenootschap of bevinden ze zich in een ander segment van de Protestantse Kerk. Als visitator-provinciaal ontmoette hij eens een predikant die in de Rooms-Katholieke Kerk was opgegroeid en protestants predikant was geworden in een gemeente met vooral liturgische diensten, maar die de genade van God in Christus roemde en Kohlbrugge gelezen had. „Zijn boodschap was voluit reformatorisch. We moeten niet te vlug oordelen. God werkt ook op andere plaatsen dan wij vermoeden.”

Tien jaar, van 1999 tot 2009, maakte de predikant deel uit van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Hij noemt de positie van de bond in zekere zin beperkt. „De bond is geen machtsblok in de kerk. Hij kan alleen maar adviezen geven. Het is de taak van de bond om terug te roepen tot de gereformeerde leer en deze in de kerk te verdedigen en te verbreiden. Dat heeft wel in de eerste plaats betrekking op het Schriftgezag, waarmee allerlei kwesties, zoals die van de vrouw in het ambt en van de homoseksuele praxis, te maken hebben.”

Een aangelegen punt is voor hem de prediking, waarover de Gereformeerde Bond nu structureel gaat nadenken. Ds. Roseboom is bang voor vervlakking. „Het verzoeningswerk van Christus moet centraal blijven staan,” vindt hij. „Eens moeten we allemaal geopenbaard worden voor Zijn rechterstoel. Buiten Gods genade in Christus hebben we geen been om op te staan. Je schrikt als je merkt dat velen tegenwoordig niet meer in de hel geloven. Juist als we de ernst ervan kennen, bewegen we de mensen tot het geloof. De liefde van Christus gaat ons dringen.”

Ds. Roseboom benadrukt dat mensen niet behouden kunnen worden door het ontvangen van bijzondere openbaringen of uitreddingen. „Je mag dankbaar zijn als je weet dat de Heere je leven leidt, maar je kunt met die wetenschap niet zalig worden. We kunnen alleen gered worden door de genade van God in Christus.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2012

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Van de boerderij naar de kansel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2012

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's