De toekomst is aan Afrika
Is Afrika een continent van armoede, ellende en stagnatie? De kersverse directeur van het Afrika-Studiecentrum in Leiden, prof. Ton Dietz, denkt er anders over. "Afrika lijkt klaar voor een economische doorbraak. Er zit enorm veel potentie."
Afrika heeft op wereldschaal de jongste bevolking, kent een razendsnelle verstedelijking en wordt bovendien geconfronteerd met een toenemende mondiale vraag naar zijn hulpbronnen: land, grondstoffen en arbeidskrachten. Het zijn de ingrediënten voor een succesvolle toekomst, aldus Dietz. "Je voelt in Afrika de energie", zegt hij op zijn werkkamer in Leiden. "Juist ook bij de Afrikanen zelf leeft er veel optimisme over de toekomst."
Dietz inaugureerde onlangs in Leiden als hoogleraar ontwikkeling in Afrika met een optimistisch getoonzette oratie over het zuidelijke continent. "Afrika verandert van een plaats om te vermijden tot een plek waar ieder wil zijn", stelde hij. Aan de hand van cijfers onderstreepte Dietz de economische groei die veel Afrikaanse landen de laatste jaren hebben meegemaakt. Ja, er zijn landen met neergang en stagnatie, zoals Zimbabwe, Liberia en Ivoorkust. Maar verreweg de meeste landen maakten tussen 2000 en 2009 een (aanmerkelijke) ontwikkeling door. In Angola en Equatoriaal-Guinea gaat het zelfs om een groei van meer dan 200 procent.
De hoogleraar is zich er terdege van bewust dat bevolkingsgroei en urbanisatie ook hun keerzijden hebben. "De snelle groei van steden heeft altijd en overal twee gezichten gehad", geeft hij aan. "Het betekent een explosie van creativiteit, maar lang niet iedereen die naar de stad komt, heeft ook succes. Steden zijn ook poelen van ellende. Dat is in landen als China en India niet anders. Toch zijn die landen groot geworden door de verstedelijking."
En dat kan ook in Afrika, stelt Dietz. Hij ziet de trek van platteland naar stad als een uiting van durf en mobiliteit, die direct samenhangt met de groei van onderwijs. "Op school leren de jongeren dat er meer is dan landbouw. Daarmee is de weg naar de stad geopend. Die maakt het mogelijk om te ontsnappen aan de sociale omstandigheden en structuren van het platteland. De stad is zeker geen garantie voor succes, maar de mogelijkheden voor een goede baan of een bedrijfje zijn in de stad blijkbaar groot genoeg om een enorme aantrekkingskracht te blijven uitoefenen."
Dietz onderstreept dat stadsmigranten lang niet altijd door negatieve factoren gedreven worden. "Het grootste deel van het Afrikaanse platteland is dunbevolkt, dus grondgebrek is niet het probleem. Vergeet overigens ook niet dat de landbouw profiteert van de urbanisatie. Al die mensen hebben eten nodig. Dus vloeit er veel geld terug van stad naar platteland."
Interessant in de economische groei is de rol van talloze nieuwe, onafhankelijke kerken, aldus Dietz. "Het aantal protestanten in Afrika is de laatste vijftig jaar vernegenvoudigd. Die groei komt vooral voor rekening van onafhankelijke kerken en voorgangers, die vaak strikte leefregels propageren. Ik ben in Ghana veel bedrijvige mensen tegengekomen die ook heel actief zijn in dergelijke pinkstergroepen. Ze leren er zuinigheid, ze drinken niet en houden er een strikte seksuele moraal op na, wat effectief is tegen aids. Allemaal factoren ook die meehelpen om een succesvol zakenman te worden."
Maar er is meer. Er vindt volgens Dietz via de kerkgenootschappen ook een verschuiving plaats in de traditionele sociale structuur. "De kerkleden beroepen zich op hun kerklidmaatschap om zich te ontworstelen aan familiale verplichtingen. De eerste verantwoordelijkheid ligt voor hen in de kerkelijke gemeenschap. Die fungeert als een soort zakenfamilie."
In Ghana functioneert een pinksterzakennetwerk, dat beleggingen doet met de tienden die gelovigen aan de kerk afstaan. Dietz: "De kerken die daarin participeren zijn selectief in hun toelatingsbeleid voor nieuwe leden. Je moet wel wat geld hebben om in te brengen. Ik zeg niet dat het in die kerken helemaal niet om spiritualiteit gaat. De kerken geven antwoord op de onzekerheid van veel stedelingen over een goede moraal, maar ook de economische functie is niet weg te denken."
Het viel Dietz op dat Afrikanen in de stad hun geld niet meer vanzelfsprekend beleggen in hun geboortedorpen. Vaak gaan investeringen naar bedrijfjes in middelgrote plaatsen in de buurt, waar geen familieleden langskomen om hun hand op te houden. "Dat is praktisch economisch gedrag dat niet traditioneel Afrikaans is", aldus Dietz.
Of dat geen problemen oplevert met de traditioneel ingestelde familieleden? "Jazeker, dat levert behoorlijke spanningen op. Dat geldt ook voor islamitische kringen. In sommige gevallen komt er een tegenbeweging op. Het maakt temeer duidelijk dat er in Afrika veel in beweging is."
Afrika zit dus economisch in de lift, maar volgens een toenemende groep critici heeft ontwikkelingswerk daarin geen rol gespeeld. Volgens Dietz is dat te kort door de bocht. Dietz begeleidde een onderzoek in het zuiden van Burkina Faso en het noorden van Ghana naar de mening van de Afrikanen zelf over het ontwikkelingswerk van de afgelopen jaren. Hij is daarvoor gevraagd door de christelijke organisaties ICCO, Prisma en Woord en Daad. "Daaruit blijkt dat veel Afrikanen wel degelijk de effecten van ontwikkelingswerk zien", stelt hij.
Uit het onderzoek bleek echter ook dat vooral diegenen van hulp profiteren die in de ogen van de lokale bevolking al rijk waren of ten minste tot de middeninkomens behoorden. Dietz: "Deze mensen behoren in onze ogen nog altijd tot de armen, maar feit is dat de allerarmsten nauwelijks zijn bereikt. Hulp blijkt effectiever bij mensen die niet ziek of gehandicapt zijn, enige educatie hebben genoten en makkelijker toegang hebben tot land, water en publieke diensten." Volgens Dietz wordt de trend om vooral deze mensen te ondersteunen versterkt door de druk op hulporganisaties om met resultaten terug te komen bij de donoren.
Dietz pleit voor een evenwichtig verhaal over ontwikkelingssamenwerking. "De mensen die wij in Burkina Faso en Ghana hebben ondervraagd, waren zelf ook genuanceerd. Ze konden goed aangeven wat wel en wat niet goed is gegaan. Dat is een benadering die recht doet aan de sector. Tegenstanders van hulp komen vaak met voorbeelden van projecten die op niets zijn uitgelopen of zelfs averechts hebben gewerkt. Ik ken die debacles ook, maar kan daar genoeg andere verhalen tegenover zetten."
De allerarmsten profiteren dus nauwelijks van ontwikkelingshulp, maar ook niet van de economische groei. Wordt de kloof tussen arm en rijk niet alleen maar groter? "Dat ligt sterk aan de regering", aldus Dietz. "Er zijn in Afrika inderdaad kleptocratische regeringen die enkel uit zijn op zelfverrijking, maar die behoren steeds meer tot de uitzonderingen." Volgens Dietz leeft ook bij de Afrikaanse elite steeds sterker het besef dat je een koopkrachtige massa nodig hebt om als land succesvol te groeien.
Dietz: "Nu er een jonge generatie opkomt met redelijke opleidingen, zal het voor kleptocratische regeringen bovendien steeds moeilijker worden om in het zadel te blijven. Zij accepteren dergelijke regimes niet langer. Onderwijs heeft daarbij een grote rol gespeeld. Daarnaast is een vrije pers van cruciaal belang."
Optimisme dus? "Ja, ik zie tekenen van hoop voor Afrika. Jammer is dat dit verhaal nog nauwelijks doordringt tot het brede publiek, maar het bedrijfsleven is er allang van overtuigd. Afrika heeft echt de toekomst."
>>ascleiden.nl voor inaugurele rede Ton Dietz.
Snelst groeiende regio ter wereld
Begin dit jaar bestempelde het Britse tijdschrift The Economist Afrika als "de snelste groeiende regio" ter wereld. Er is veel geschreven over de groei van Brazilië, Rusland, India en China, constateert het tijdschrift, maar "het verrassende succesverhaal van de laatste tien jaar ligt elders." Een analyse van The Economist wees uit dat zes van de tien snelst groeiende economieën in Afrika liggen.
Angola scoort daarbij met een jaarlijkse groei van ruim 11 procent zelfs hoger dan China (10,5 procent) en staat daarmee op de eerste plaats. Op de plaats vier en vijf staan Nigeria en Ethiopië, met een groei van respectievelijk 8,9 en 8,4 procent. Andere Afrikaanse landen die in de top tien voorkomen zijn Tsjaad, Mozambique en Rwanda. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verwacht dat Afrikaanse landen in de komende vijf jaar zeven van de plaatsen in de top tien zullen bezetten. Met onder meer Tanzania, Congo, Ghana en Zambia.
Afrika beneden de Sahara als geheel maakte sinds 2000 een jaarlijkse economische groei door van 5,7 procent, tegenover 2,7 procent in de twee laatste decennia van de vorige eeuw. Als geheel blijft Azië sterker: dat continent groeide jaarlijks 7,9 procent.
In Frankrijk verscheen vorig jaar een opmerkelijk boek van Jean-Michel Severino en Olivier Ray waarin ze de 21e eeuw uitroepen als de eeuw van Afrika ("Le Temps de l'Afrique"). Ook zij wijzen daarin op de urbanisatie, de bevolkingsgroei en de vele zakelijke kansen. "Het wordt tijd om Afrika te erkennen", stellen de auteurs in het boek. "Afrika opent aan het begin van deze eeuw een nieuw hoofdstuk in zijn geschiedenis."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 februari 2011
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 februari 2011
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's